Op de derde zondag in de veertigdagentijd maken we kennis met Ruth, die ons op haar eigen manier bijschoolt in de Messiaanse verwachting en ons de kracht van kwetsbaarheid laat zien.
Nadat Naomi met haar gezin uit Bethlehem is gevlucht (het broodhuis, waar op dat moment geen brood meer is) keert ze in het gezelschap van haar schoondochter Ruth terug. In Moab zijn haar man en zoons overleden en haar leven is bitter geworden. Alleen Ruth staat haar bij en houdt de hoop levend: ‘Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God’.
Vanzelfsprekend is dat niet, want tussen Moab en Israël heerst enorme spanning. Ruth weet de verschillen tussen afkomst en godsdienst te overstijgen en toont grote inzet uit liefde voor haar schoonmoeder. Hoewel Naomi de regie lijkt te hebben, is het Ruth die haar leven op het spel zet. Dat zij zich als vrouw aanbiedt aan Boaz op de dorsvloer is riskant en kan heel verkeerd aflopen. Als grootgrondbezitter is hij machtig en kan zelfs over leven en dood beschikken. Ruth weet echter zijn kwetsbaarheid wekken en doet daarmee een beroep op zijn welwillendheid.
Na de nacht op de dorsvloer stelt Boaz alles in het werk om Ruth voor zich winnen. Zo komt er een liefdevol gebeuren op gang dat uiteindelijk zal uitmonden in de geboorte van de Messias.
Ruth, voormoeder van de Messias en voorbeeld in trouw, moed en kwetsbaarheid.
Namens de voorbereidingsgroep, Cees Meinders