Groningse school

27 juni 2025 | Column

Wat doet een Fries in Groningen? En welke betekenis schuilt in de Groningse School? Sinds jaar en dag kom ik in Stad. In de corona-jaren studeerde ik Geestelijke Verzorging aan de Rijksuniversiteit Groningen. De faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij is, anders dan bijvoorbeeld de Protestantse Theologische Universiteit of de Theologische Universiteit Utrecht, niet gebonden aan een kerkelijke stroming.

Het waren vormende jaren aan de Oude Boteringestraat, in heel veel opzichten. In die zin is deze opleiding letterlijk een Groningse school voor me geweest. Een scholingsinstituut in Groningen. Niet op een theologische of religieuze stroming gestoeld, maar toch belangrijk voor mijn eigen spirituele reis.

Voor wat betreft de meer theologische vorming, speelt Groningen ook een rol. Eens per maand, en soms twee keer in de maand, kerk ik bij de Oud-Katholieke parochie van Groningen aan de Witte de Withstraat. Een kleine kerkgemeenschap binnen een klein kerkverband. De zondagse diensten bezoek ik, nadat de eucharistievieringen in Lekkum (dorpje bij Leeuwarden) begin 2024 werden stopgezet. Een verhuizing van een Fries dorp naar de Groningse stad.

Ook dit is een vorm van de Groningse school. Hoewel het overigens niet een directe relatie heeft met vrijzinnige stroming binnen de Nederlands Hervormde Kerk in de negentiende eeuw. Aanhangers van die Groninger Richting waren maatschappelijk betrokken en zetten zich in voor de verbetering van het onderwijs en de armenzorg.

Maar misschien is er een andere reden waarom ik als Fries graag in Groningen kom. Dat heeft te maken met de werkwoordsvervoeging van ‘schuilen’. De verleden tijd van ‘schuilen’ is ‘schuilde’, maar ik denk soms dat ‘school’ beter is. Ik schuil, ik school, ik heb geschuild.

Martin Bril schreef ooit in een column dat hij met zijn gezin een keer uit winkelen was. Hij werd op straat aangesproken door iemand die hem dacht te herkennen. Als bekende Nederlander zit je niet altijd op zulke straatontmoetingen te wachten, zeker niet als je met je gezin op pad bent. Bril wilde daarom niet zeggen wie hij was, om zo de man af te wimpelen.

De man bleef echter aandringen. “Wie bent u? Want u heeft een bekend gezicht.” Toen Bril uiteindelijk toegaf dat hij inderdaad de bekende columnist Martin Bril was, bleef de man even staan. Na een paar seconden zei hij: “U heeft tóch een bekend gezicht.”

In Leeuwarden heb ik wel eens het idee dat men mij ook zo aankijkt. Als iemand met een bekend gezicht. Alsof ik een bekende Leeuwarder ben. In Groningen, niet ver van Leeuwarden, heb ik dat niet. Daar kan ik me verschuilen in de massa. Als ik dan weer naar huis ga, denk ik: “Wat fijn dat ik weer eventjes in het Groningse school!”

Frits Tromp
Martin Bril. Foto: Roel Wijnants voor De Volkskrant, CC BY 2.0