Het is toch niet zo zwart-wit op straat

28 mei 2025 | Column

Nee, het is allemaal niet zo zwart-wit. Toen ik in een aantal jaar terug een ernstig zieke man in dezelfde week vertelde dat hij dood zou gaan én dat hij zijn huis zou gaan verliezen, zonk hem natuurlijk in de eerste plaats, maar ook mij, alle moed in de schoenen. Hoe moet dit? Wanhopig klopte ik overal aan, mensen dachten met me mee, maar een plek vonden we niet. Tot er een mevrouw opstond, een mevrouw die haar deur opende, en daarmee haar huis én haar armen waarin deze meneer zijn laatste maanden mocht doormaken. In haar huis, in haar armen, op een eenvoudig matrasje in een kamer speciaal voor hem, stierf hij een rustige dood. Toen de begrafenisondernemer hem kwam halen, zei hij: “Wat een verschrikking om zo te moeten sterven…” Vanuit mijn tenen zei ik: ‘Meneer, dit was de hemel!”

Straatpastor Annemarie van der Vegt

Het perspectief van wie dakloos is, is nog niet zo vanzelfsprekend. We hebben gauw de neiging om het in te vullen. Het is zwaar en ellendig. Het zijn moeilijke mensen met veel problemen, psychisch, financieel. En misschien ook wel heel gevaarlijk.

In 2020 heeft Marilie Odding, onderzoekster aan de Rijksuniversiteit Groningen, tevens vrijwilliger bij de Open Hof, onderzoek gedaan naar het geluksgevoel van dak- en thuisloze mensen. En wat komt daaruit? Haar resultaten laten zien ‘dat langdurig dak- en thuislozen gelukkiger zijn dan recentelijk dak- en thuislozen, en nét zo gelukkig als algemene Nederlanders.’

Het beeld dat we van dakloze mensen hebben is vaak gedacht vanuit ons eigen perspectief en het ‘wat als’: wat als wij nu dakloos zouden worden? We beelden ons de verlieservaring in. En de vele problemen waardoor dat verlies geleden wordt, als ook het gevoel van ellende dat we daaraan verbinden.

Oordeelt niet, mag ónze les zijn. Maar leer te luisteren. Nog niet zo lang geleden werd een van de mensen geïnterviewd. Het zou op de Nederlandse televisie komen. Mooie kans om je verhaal te doen, zou je zeggen. Hij wilde ook graag zijn verhaal vertellen. Maar na nog geen kwartier haakte hij af en zei: “Ik stap uit dit gesprek. Je praat me de put in! Daar heb ik geen zin in.” Op alles wat hij antwoordde liet de interviewer zich ontvallen: ‘Oh, wat naar voor je,” of “wat heftig” en “wat moet dat zwaar voor je zijn”. Maar deze meneer slaapt al jaren in een auto, heeft al zijn schulden afbetaald, hij ervaart regie over zijn leven, voelt zich gewaardeerd in de groep mensen waarmee hij optrekt. Hij is op zijn manier de ellende te boven gekomen en is trots op wat hij heeft bereikt. Hij heeft dus lessen geleerd, veel nagedacht, prachtige verhalen te vertellen, filosofieën ontwikkeld. Dát had hij willen vertellen.

Zie ook: openonderzoekgroningen.nl – Marilie Odding

 

Straatpastor Annemarie van der Vegt
Hein Overbeek 2009.. Bijschrift: Linoleumsnede in zwart-wit, Hein Overbeek, Kerkstraat I, 2009, heinoverbeek.nl