Mijn route loopt via het Akerkhof, nog bijna niemand op straat. Wat schitterend, het licht op de toren tussen de bomen. Dan raap ik terloops wat slingerende troep op, er past meestal nog wel wat bij in de prullenbak aan de Zuidzijde. Zo meteen in de kerk eerst handen wassen, denk ik. Bij de Korenbeurs groet een dakloze mij vol verwachting; nu schiet het me te binnen: weer kleingeld vergeten, vervelend ook straks bij de collecte. Vriendelijke groet terug, maar is “fijne zondag” wel gepast? Dan de hoek om, langs de achterkanten van de cafés. Hier altijd enorm veel afval van het uitgaansleven van de vorige nacht. Zelf opruimen is nu geen doen meer. De kraaien zijn al langs geweest. Vandaag ligt er ook een plastic tasje met daarnaast uitgestort het hebben en houden van een reiziger: tandenborstel, wat wasgoed, sokken. Wie is dat kwijt en hoe dan? Bij de parkeergarage staan containers open, rotzooi ernaast, iemand heeft naar eten gezocht, houdt het dan nooit op?
Jawel. Twee engelen, nou ja, medewerkers van de gemeente met bezems, komen me tegemoet. Opgelucht verdwijn ik door het poortje van het Juffer Margarethagasthuis.
Drie uur later – er werd intussen geveegd, een kaars aangestoken, gezongen, gebeden, geluisterd, georgeld, geleerd, gecollecteerd, koffiegedronken, gepraat en afgewassen – ligt de Haddingestraat er op zijn zondags keurig schoon bij. Niet vergeten: thuis iets overmaken voor de Open Hof 😉
Kerkganger