Twee portretten in de Martinikerk

De allerbeste proefpreek en elf kinderen

28 mei 2025 | Essay

Afrelia van Teddehuizen. Bijschrift: Afrelia van Teddehuizen. Foto: Jan Bos

In de ‘Frederici-kamer’ – een vergaderruimte boven de Martinikapel – hangen twee opvallende schilderijen aan de muur. Op het ene is dominee Albertus Tomae afgebeeld en op het andere staat zijn vrouw Afrelia van Teddehuizen. Het is op zich al bijzonder dat deze portretten bewaard gebleven zijn, ze zijn volgens het opschrift al uit 1643. En een afbeelding van een predikantsvrouw uit de zeventiende eeuw is zelfs uiterst zeldzaam. Het gaat hier dan ook om een bijzonder echtpaar; samen kregen ze elf kinderen en een groot deel van hun kinderen en kindskinderen werd predikant of trouwde met een predikant.

Tonko Ufkes

De beide schilderijen kregen de kerkvoogden van de Martinikerk rond 1890 van emeritus predikant Frederik Gerard ter Meulen, die toen in Zuidlaren woonde. Hij vond dat de portretten in de Martinikerk thuishoorden, want dominee Albertus Tomae had in deze kerk zo’n 25 jaar lang diensten verzorgd: volgens de gegevens die op zijn portret geschilderd staan, vanaf 1635 tot 1660.

Opgroeien

Over het echtpaar Tomae (later werd de familienaam Alberthoma) is helaas weinig bekend. Op het ene schilderij staat dat Albertus in januari 1600 werd geboren. Waarschijnlijk was dat in het Friese dorp Driesum (bij Dokkum) waar zijn vader toen dominee was. Vader Johannes Alberti zelf was afkomstig uit het Noord-Duitse stadje Jever en hij stond na Driesum van 1604 tot 1627 in Grootegast. Albertus groeide dus op in Grootegast en zijn eerste predikantsplaats werd het daar vlakbij gelegen dorpje Lutjegast. Volgens het schilderij begon hij daar in 1626 en hij bleef tot 1635.

Op 13 april 1635 werd hij dominee in de stad Groningen. Inmiddels was Albertus getrouwd met Afrelia van Teddehuizen, want hun oudste zoon Thomas werd in 1631 geboren. Ook Thomas werd dominee, eerst in Ezinge en in 1661 volgde hij zijn overleden vader op. En ook Thomas zijn broers Petrus (Pieter) en Albertus werden predikant en ook zij stonden aan het eind van de zeventiende eeuw in de stad Groningen. Trouwens, bekend is dat zeker drie van Thomas’ zussen – Anna, Aeltjen en Aefjen – met een dominee trouwden.

Uitzonderlijk spreker

In de stad Groningen werkten in de zeventiende eeuw meerdere predikanten tegelijkertijd; ze gingen bij toerbeurt voor in de Martinikerk, de Akerk, de gasthuiskerken en later ook in de Nieuwe Kerk. Net als tegenwoordig hadden ze wel elk hun eigen vaste wijk voor bijvoorbeeld pastorale bezoeken.

Albertus moet een begenadigd spreker zijn geweest. Uit de kerkenraadsnotulen van maart/april 1635 blijkt dit duidelijk: Albertus moest van vier kandidaten als eerste een proefpreek houden en op 8 april werd hierover opgeschreven: “Alsoo Dr. Albertus Thoma op sondach geprediget, hebben die samtlike predigers, olderlingen ende diaconen verclaert, dat sie so voor haerselffs oordelen ook van anderen hebben vernomen, dat sine gaven der gantzen gemeente goede satisfactie hebben gedaen, ende dat men sonder maer andere te hooren tot sine verkiesinge solde procederen”.

Albertus Tomae diende de gemeente tot het voorjaar van 1660; op 20 april rond drie uur ’s ochtends is hij “in den Here gerust”. Hij werd in ‘zijn’ Martinikerk begraven en de grafsteen is nog altijd in het koor van de kerk te vinden.

Van Afrelia weten we niet veel meer dan dat ze elf kinderen ter wereld bracht en dat is op zich al ruim voldoende om geportretteerd in de Martinikerk te hangen.

Tonko Ufkes
Albertus Tomae. Bijschrift: Albertus Tomae. Foto: Jan Glas