Grenzen hebben het moeilijk. Ze zijn alom aanwezig, maar steeds meer mensen trekken zich er weinig van aan. We zijn de grens van 2025 gepasseerd. Zijn grenzen een beperking of een verrijking?
Grenzen zijn er in soorten en maten. Een bekende grens is die welke Nederland scheidt van Duitsland en België. Nederlanders overschrijden die massaal, asielzoekers moeten hopen dat ze niet één van de vijf marechaussees van minister Faber treffen.
Wet- en regelgeving stellen nuttige grenzen aan het menselijk handelen. We willen geen criminaliteit, geen fraude, geen onveiligheid, geen belasting van het milieu, en ga zo maar door.
Maar met veel grenzen nemen we ook een loopje. Je rijdt te hard, want handhaving is er nauwelijks. Bijplaatsing bij ondergrondse vuilcontainers gebeurt dagelijks, want het wordt toch wel weggehaald.
De regeldruk is een geliefd mikpunt voor ondernemers, vrije geesten, politieke partijen en jongeren. Allen voelen zich beknot in hun individuele keuzevrijheid. Grenzen opzoeken en overschrijden geeft namelijk ook een kick en soms financieel gewin.
Grensoverschrijdend gedrag komt meer voor dan eerder gedacht. Mensen met gezag misbruiken hun positie voor het eigen gerief, negeren grenzen van betamelijkheid. Slachtoffers laten zich gelukkig steeds vaker horen.
Ouders hebben een grote verantwoordelijkheid. Door een (te) vrije opvoeding kunnen jonge kinderen in een moreel vacuüm opgroeien. Opvoeden is ook confronterend: wat zijn eigenlijk je eigen grenzen? Ben je zelf een voorbeeld?
Wetten en regels helpen om het maatschappelijk verkeer in goede banen te leiden. Ze zijn er niet om jou te plagen, maar om anderen te beschermen. Maar je kunt ook overdrijven: een minister introduceerde het programma ‘Stoer’: het Schrappen van Tegenstrijdige of Overbodige Eisen en Regelgeving. Het vermindert de regeldruk en stress bij burgers. Vertrouwen moet het uitgangspunt worden.
Omdenken
Hoe staan wij zelf in dit verhaal? Van oudsher kenden christenen veel verboden en geboden. Veel mocht niet, vanwege de Bijbel, of vanwege de sociale controle. Op zondag ijsjes kopen, niet naar de bioscoop, (soms) niet fietsen, wel twee keer naar de kerk, gehoorzaam zijn zonder vragen.
Maar christenen worden vanuit hun geloof juist in de ruimte gezet: heb God lief bovenal, én de naaste als jezelf. Het geloof focust niet op wat niet mag, maar geeft een positieve richting aan. Wie daar naar leeft heeft de wet al vervuld. Het geloof inspireert tot het goede.
In die zin is geloven een vorm van omdenken. Het bepaalt je niet bij de wet, maar bij je eigen normen en waarden. Een voorbeeld? Wie om de natuur geeft, heeft geen moeite met beschermende regels. Wie liefheeft, berokkent de ander geen leed maar zoekt de verbinding. “Iedereen is van de wereld, en de wereld is van iedereen,” zong de popgroep The Scene al in 1990.
Deze tijd is een tijd van bezinning. Welke grenzen stellen wij onszelf en onze kinderen? Doen we het goede? We hebben een heel jaar om die positieve insteek te overdenken en te praktiseren. Het kán.
Veel heil en zegen gewenst in 2025.