Op weg naar een nieuwe balans tussen zelfredzaam en gemeenschapszin

Hanneke Muthert: Existentiële oefenruimte gevraagd!

27 juni 2025 | Essay

Eind april sprak Hanneke Muthert haar oratie uit aan de faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Haar leeropdracht heeft als doel om te onderzoeken hoe mensen in deze tijd tot goede vormen van uitwisseling over zin komen. Waar en hoe kan het delen over wat ertoe doet, goed geoefend worden?

Frits Tromp

“Zelfverbetering is een vrij aanwezige gerichtheid in de samenleving. Tot op zekere hoogte niets mis mee. Maar als je je daar verregaand aan wijdt, draait het wel steeds om jezelf. En zelfverbetering als ideaal kost veel tijd, want het houdt nooit op. Die tijd kun je vervolgens niet in gemeenschapszin steken, wat tot meer vervreemding leidt. Daarnaast zie je dat het lastig is om tot gemeenschappelijke taal te komen over wat ertoe doet. We hebben vaak geen collectieve woordenschat, die ‘automatisch’ resoneert.”

Aan het woord is Hanneke Muthert, sinds januari 2024 hoogleraar Godsdienstpsychologie met bijzondere aandacht voor geestelijke verzorging en welzijn aan de RUG. Ze constateert dat de huidige verhouding tussen zelfgerichtheid en gemeenschapszin uit balans is. “Op allerlei manieren voeden we elkaar om te denken in vragen als: ‘wat heb ík eraan? what’s in it for me?’ Of bij relaties: hoe kan die ander mijn leven verrijken; wat voegt een vriendschap aan waarde toe? En als je als hulpverlener bezig bent met: hoe stel ik hier de beste of meest behulpzame vraag, dan ben je minder bezig met goed aansluiten bij die ander.

“Als je die uitwisseling over zin meer kunt (leren) zien als een speelveld, waarbij allerlei factoren het spel beïnvloeden, dan gaat het eerder om goed aanspeelbaar te zijn, dan een sterspeler. Wat best fijn is, het haalt de druk in de zorg voor zingeving er ook wat af: dé goede vraag bestaat niet, en bijzonder uniek zijn in de existentiële uitwisseling, dat is niet nodig. Je doet het samen.”

De godsdienstpsychologe bedoelt hier niet mee dat je jezelf niet mag ontwikkelen. Integendeel, het is goed en belangrijk om je gaven en talenten te gebruiken. “Maar de nieuwsgierigheid naar het verhaal van de ander is ook van belang. Wat heeft die ander als ander te vertellen? Waarin lijken we ook niet op elkaar? En dat dan ook te durven laten bestaan. Gemeenschap zijn, is juist ook van elkaar verschillen.”

Oefenruimte

Jezelf te bijzonder maken, belemmert de existentiële oefenruimte. Daarin wisselen we ervaringen uit, delen we wat ertoe doet en oefenen we zo gemeenschapszin. “Dat kan op heel veel plekken waar mensen samen komen, zoals in het onderwijs of bij de sport. En van oudsher heeft ook de kerk, net als andere religieuze gemeenschappen, goede papieren om in oefenruimte te voorzien. In de liturgie gaat het tenslotte wezenlijk om iets groters, iets dat jezelf overstijgt.”

Oefening baart kunst, zeggen ze. En dat is hier ook zo. Een keertje uitwisselen is niet voldoende. Het blijft een leven lang leren. Waarbij het dus belangrijk is dat er mensen zijn die dat gesprek stimuleren, dat er voldoende plekken zijn waar je die houding kunt oefenen en aanscherpen. Het gaat erom te leren luisteren en ook je eigen ervaringen onder woorden te brengen. Dat kan ook flink schuren tussen de groepsgenoten. Luisteren en gehoord worden is waar het in een gemeenschap om draait.

Het gaat om wezenlijke waarden voor jezelf, maar ook voor de ander. Muthert hoopt dat deze gesprekken uiteindelijk breed gevoerd worden, tussen mensen zoals jij en ik, en ook door zorgverleners in de breedste zin van het woord. “Dus niet alleen door dominees of geestelijk verzorgers, maar ook door leraren, huisartsen en ervaringsdeskundigen.”

Kunst

Soms lukt het niet om woorden te geven aan existentiële waarden. Of ontbreekt het vertrouwen dat de ander echt zal luisteren. Kunst of objecten kunnen ook behulpzaam ingezet worden om uiting te geven van wat je als mens belangrijk vindt. Als voorbeeld hiervan noemt Muthert de Muur van Groningen. Het is een kunstwerk van Gert Sennema, en is speciaal gericht op wat mensen in het aardbevingsgebied ervaren en voelen. Je hoeft niet een-op-een het gesprek aan, maar speelt je verhaal letterlijk via de Muur. Zo helpt het kunstwerk om alsnog je verhaal delen.

“Wat jij ervaart, hoe aardbevingen jou raken en wat het voor jouw plannen voor de toekomst betekent, dat kan je toevoegen aan de muur. Zo wordt het zichtbaar voor anderen, en kunnen anderen er ook op reageren, zonder alles (alwéér) te vertellen, want dat is niet voor iedereen even makkelijk.”

Ecosystemen

We maken als mensen deel uit van ecosystemen, legt Muthert uit, onderdeel van een groter geheel. “Je komt tot bloei dankzij anderen én dankzij de omgeving. De meeste mensen herkennen dat wel, bijvoorbeeld dat je tot rust kunt komen in de natuur. Dat je je in het groen of bij de zee onderdeel van een groter geheel kunt voelen. Dat je daar weer naar buiten leert kijken, in plaats van alleen maar druk te zijn met wat zich in je eigen hoofd afspeelt. Lichamelijkheid speelt daarbij een grote rol. In de natuur worden je zintuigen geprikkeld. Je hersenen gaan op een andere manier aan het werk als je twintig minuten aan het wandelen bent. Het is een manier om even te ontsnappen aan je meer cognitieve brein.”

Interesse in de ander, actief deel uitmaken van een gemeenschap, samen participeren in een oefenruimte om fundamentele waarden te ontdekken en iets bijdragen aan het grotere geheel. Dan ervaren mensen zin. Wees aanspeelbaar, niet per se de sterspeler; voed ecocentrisme en wees je je ervan bewust dat we ook heel veel niet weten. Dat zijn de samenvattende tips in haar oratie. Want: “we are all unique individuals, als het daarbij blijft, dat levert bar weinig zin.”

Download hier de oratie van Hanneke Muthert

 

Meer informatie over de Muur van Groningen:

Artikel op RTV Noord

Erwin de Vries schreef voor dit project het lied ‘De Muur Van Grunnen’ (onder meer te beluisteren via Spotify).

Frits Tromp
Hanneke Muthert. Foto’s: Pjotr Wiese