De mislukte doorbraakgedachte van na de oorlog

Van zuilen naar bubbels

2 mei 2025 | Essay

De meeste lezers van dit blad zullen van oudsher afkomstig zijn uit de protestantse zuil. NCRV, ARP en CHU – bekende begrippen in die zuil. In mijn jeugd in de jaren zestig was het nog zo dat de VARA van de socialisten enigszins verdacht was. Mijn ouders keken er niet naar, behalve als ze een volksklucht uitzonden – mijn vader was er dol op. Die zuilen, die verzuiling, was aan het afbrokkelen, maar toen nog redelijk sterk. Was de Tweede Wereldoorlog werkelijk een breekpunt in die verzuiling?

Reinder de Jager

Tegenwoordig heeft verzuiling een negatieve klank gekregen: hokjes-denken, je afzetten tegen de rest.

Emancipatiebewegingen

Maar we mogen nooit vergeten dat de meeste zuilen ontstaan zijn als een soort van emancipatiebeweging. Laat ik die protestantse zuil nu eens als voorbeeld nemen. In 1848 was het liberalisme (van zichzelf al een emancipatiebeweging tegen het oude regime) wat de klok sloeg. Thorbecke kreeg de grondwet erdoor, met de scheiding van kerk en staat, en in het kielzog daarvan kregen katholieken de kans om de bisschoppelijke hiërarchie te herstellen. Daar ageerden de protestanten tegen in de Aprilbeweging van 1853 – conservatieve hervormden organiseerden tevergeefs verzet tegen dit bisschoppelijk herstel.

In 1860 richtte Groen van Prinsterer de Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs op (waar ik nog mijn lagere school in doorgebracht heb) die zich beijverde voor de financiering van het bijzonder (christelijk) onderwijs. Zijn opvolger, Abraham Kuyper, gaf verder vorm aan de protestantse zuil. In 1879 richtte hij de Anti Revolutionaire Partij op, als reactie op de idealen van de Franse Revolutie, en in 1880 de Vrije Universiteit (Vrij als in: vrij van overheidsbemoeienis). Zijn motto: ‘soevereiniteit in eigen kring’. Beter kun je verzuiling eigenlijk niet uitleggen.

Emancipatie: De rooms-katholieke zuil en de socialistische zuil laten zich in vergelijkbare geschiedenissen vatten. De oorspronkelijke liberale zuil verenigde zich ook: met de AVRO en NRC als belangrijkste exponenten.

Vóór de Tweede Wereldoorlog vormden zij het krachtenveld in de politiek. Zij bestreden en bestonden naast elkaar langs die religieuze en ideologische lijnen, maar in de jaren dertig werd pijnlijk duidelijk dat ze geen verweer hadden. Geen verweer tegen volksmenners en demagogen, tegen wat wij tegenwoordig populisten noemen. De brutalen die geen leidende principes als godsdienst of ideologie hebben, maar alleen de rancune van de onderbuik.

De geest van Gestel

Verzet tegen zulke horden vormde de basis van de doorbraakgedachte: het idee dat je elkaar vanuit de eigen zuil ook te veel kunt bestrijden, waarbij het kwaad van de gewetenloosheid en principeloosheid vrij spel kreeg. Vanuit de afschuw daarvoor kwam de doorbraakgedachte voort: we moeten samenwerken! Die bevrijdende gedachte kreeg vorm toen intellectuelen van allerlei snit samen gevangen zaten in St. Michielgestel. Een concentratiekamp, dat zeker, maar ook een intellectuele smeltkroes – er heerste een relatieve vrijheid en bijeenkomsten waren mogelijk.

Daar vormden zich ideeën over de samenleving ná de bevrijding. Mensen die langs ideologische lijnen elkaar vóór de oorlog vermeden hadden, kwamen met elkaar in gesprek. ‘De geest van Gestel’ werd het wel genoemd. (Eén van die mensen was classicus Onno Damsté, opa van mijn beste middelbare schoolvriend Piet Hein van Gilse.) Ook voor het huidige tijdsgewricht zou ik pleiten voor meer samenwerking. We moeten samen een front vormen tegen het barbarisme… Verstandige mensen verenigen zich daartegen door alle verschillen heen.

Doorbraakpoging na de oorlog

Op 9 februari 1946 werd de PvdA opgericht. Dat was een fusie tussen de oude SDAP (die zijn revolutionaire ideeën moest laten varen), de Vrijzinnig-Democratische Bond (een links-liberale partij) en de Christelijk-Democratische Unie (een protestants-christelijke, antimilitaristische partij). Het motto was: de schouders eronder, weg met sleetse ideologie, Nederland moest weer opgebouwd worden.

Men hoopte vurig dat de PvdA door deze bundeling een grote verkiezingsoverwinning zou behalen – maar dat werd een grote teleurstelling. De partij haalde bij de eerste verkiezing na de oorlog slechts 28 procent van de stemmen. In die zin is de doorbraak een mislukking geworden. Sommige liberalen stapten in 1948 over naar de nieuwgevormde partij, de VVD. Tot 1958 moest de PvdA tandenknarsend samenwerken met de Katholieke Volks Partij – toen viel het laatste kabinet Drees.

De liberalen verenigden zich in de VVD sinds 1948. Oude tegenstellingen leken zich te herstellen. Dat Wilhelmina, de koningin, zich in de doorbraakgedachte zou hebben kunnen vinden – ik betwijfel het. Zij stond eerder een reactionaire, autocratische terugkeer voor  naar een geruststellende vorige constellatie… Van vóór de barbarij. Maar ook van vóór de wetgeving van Thorbecke in 1848.

Afbrokkelen van de verzuiling

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw brokkelde de verzuiling langzaam af. Dat wil niet zeggen dat de doorbraakgedachte gewonnen had… Dit had andere oorzaken. Begin jaren zestig was er een enorme welvaartssprong in Nederland, waardoor bijvoorbeeld televisie voor heel veel mensen binnen bereik kwam (bij ons kwam die in 1965 in huis – wij waren relatief laat). Daar waren weliswaar de verzuilde omroepverenigingen nog actief, maar mensen zochten vermaak waar ze het konden vinden en dat kon ook bij de ideologische buren zijn. Geen doorbraak, maar eerder vervlakking dus.

Mensen werden door de toegenomen welvaart ook mondiger en individualistischer, lieten zich minder gezeggen door hun ‘eigen’ zuil-bonzen. Daarnaast kwamen er allerlei andere bewegingen op die dwars door alle oorspronkelijke zuilen heen gingen: vrouwenbeweging, milieubeweging, mensenrechtenbeweging, studentenbeweging. Merk op dat ook hier spraken is van emancipatie en democratisering. Dat afbrokkelen van de verzuiling duurt eigenlijk tot de dag van vandaag nog voort, in golven.

Opkomst internet en nieuwe media

Sinds de jaren negentig en vooral in onze huidige eeuw komen er nieuwe mogelijkheden om informatie op te doen. Bij het schrijven van dit artikel maak ik ruim gebruik van internet om feiten te checken – dat is de goede kant van deze ontwikkeling.

Maar er ontstaat een nieuwe vorm van polarisatie, versplintering van oude, institutionele verbanden. Sociale media spelen daar een belangrijke rol in. De algoritmes (zeg maar de programmering) die bijvoorbeeld een medium als Facebook gebruikt, zorgen ervoor dat u veel soortgelijke berichten te zien krijgt. Die berichten versterken uw eigen mening, wakkeren uw specifieke interesses aan – en dat veroorzaakt, als u niet oplet, dat u niet meer buiten uw eigen ‘bubbel’ komt. Dat veroorzaakt scheuren in de samenleving, groepen die elkaar niet meer begrijpen, polarisatie, langs heel andere lijnen dan de oude zuilen.

Om die reden heb ik al sinds 2017 afscheid genomen van sociale media – ik vond het eerder asociale media. Gelukkig is er ook een sterke tegenbeweging, bijvoorbeeld vanuit de kerken: dialoog en verbinding zoeken zijn daarbij de sleutelwoorden, en een inclusieve maatschappij waarin allerlei vogels van divers pluimage hun nest kunnen vinden. Ik ben blij met zo’n kerk.

 

Reinder de Jager
Oprichtingscongres van de PvdA in 1946. Foto: Vrij Nederland; 23 februari 1946, Wikimedia Commons.