Ooit wisten de mensen hun sterfdatum, volgens de oude Grieken. Hun levenstijd was begrensd en daar waren ze zich van bewust. Ze wisten echter niet wat het goede leven was: hoe ze hun sterfelijke bestaan het beste konden invullen. Daarvoor waren ze aan de goden overgeleverd.
Die bezaten wel de juiste kennis over het leven. Dat gaf hun macht over de mensen. Af en toe ‘dropten’ ze wat kennis op aarde, maar daar zat geen enkele regelmaat in. Ook dat begrensde de mensen: ze waren voor hun kennis afhankelijk van de goden, die daar graag een kat-en-muisspelletje van maakten.
Vuur
Prometheus, één van de goden, raakte bewogen met het lot van de mensen en hij besloot op drie manieren verandering in hun situatie te brengen:
- Hij zorgde ervoor dat de mensen hun sterfdatum niet meer wisten. Dat gaf hun het gevoel onsterflijk te zijn.
- Hij plaatste blinde hoop in hen. Die gaf hun hoge verwachtingen van het leven. Ze gingen hoge doelen stellen. Ze werden ambitieus.
- Hij stal het vuur van de goden: hij gaf de mensen kennis, technologie om te kunnen koken, te tuinieren met gereedschap, potten en pannen te maken maar ook wapens.
Menselijke maat
Onze cultuur is sterk beïnvloed door het Griekse ‘Prometheus-denken’. Zij geeft ons het gevoel dat het leven geen grenzen kent. Zij wekte verwachtingen in ons die de menselijke maat te boven gaan. Zij gaf ons een grenzeloos vertrouwen in onze kennis (‘big data’) en technologie: voor elk probleem vinden we vroeg of laat een oplossing.
Leven met de geschenken van Prometheus is aantrekkelijk. Dat doet ons boven onszelf uitstijgen: we gaan denken als goden en ons gedragen als goden. Dat leidt tot nog iets wat goden niet doen maar mensen wel: bidden. Bidden herinnert ons eraan dat wij mensen zijn.
Onze Vader
Onze culturele voorouders leerden en leren ons niet te bidden. Daarvoor moeten we bij onze geestelijke voorouders zijn: de priesters, profeten en koningen van Israël, de apostelen, Christus zelf, die ons het meest volmaakte gebed leerde: het Onze Vader. Dat volgens Maarten Luther sterk doet denken aan de psalmen, de gebeden van Israël.
Wat leren wij van onze geestelijke voorouders en hun gebeden? Dat God een God is die ons tegenspreekt, begrenst. Prometheus loopt met ons mee en sluit naadloos aan bij wat wij graag willen: Ongebreideld groeien. De God van Israël loopt niet met ons mee: Hij komt je tegemoet. Hij is van het snoeien (Johannes 15:2). Snoeien gaat niet over wat jij graag wilt, maar over wat goed voor jou is en vruchtbaar voor anderen.
Wildgroei
Ongebreidelde groei leidt tot wildgroei. Wilde ranken leven ten koste van andere ranken. Ze worden vaak langer en sterker dan de andere, maar niet vruchtbaarder. Ze leveren weinig op omdat ze de pijn van echte groei uit de weg gaan.
Vruchtbare ranken laten zich verzorgen door de wijnboer. Zij leven op zijn kosten. Dat levert veel vrucht, vreugde en pijn op: zonder pijn, zonder begrenzing bestaat er geen duurzame groei.
Het goede leven
Laat ik het even scherp en ongenuanceerd zeggen: Bij Prometheus vind je een gemakkelijk leven, bij Christus het goede leven. Dat vraagt om een persoonlijke keuze. Maar ook als wijkgemeente of kerkplek is het goed je af te vragen of je elkaar klaarstoomt voor een gemakkelijk leven of het goede leven. Dat vraagt om een openhartige omgang met elkaar en eerlijke gebeden