De prachtige augustusdag verleidt ons tot een tochtje door de Ommelanden: we strijken neer bij Kiek, een kleine buitengalerie aan de Notweg 18 in Ezinge, zo te zien een tot voor kort onbenut perceel aan de rand van het dorp.
We kijken vanaf het landje met het licht van de zon mee in de richting van het Reitdiep. De langzaam voortbewegende mast van een bootje aan de horizon verraadt de loop van zijn bedding. Hier en daar staat werk, in reproductie opgesteld van kunstenaar Matty de Vries: nuances van groen en blauw of van blauw en grijs of van rood en zachtroze, met daarin een enkel symbool alsof sprake is van een eenzaam huis, alsof de voorstelling niet helemaal onbewoond is. Het abstracte werk van de kunstenaar lijkt ruimte te verbeelden zoals het landschap dat ons omringt ons ruimte biedt. Bij enkele schilderijen zijn gedichten van haar hand geplaatst. Ze nodigen uit om hardop te lezen: naarmate je verder leest worden de gedichten steeds ritmischer.
We treffen het, als we het dorp uitrijden komen we de kunstenaar tegen en kunnen we de indrukken van ons bezoek aan de buitengalerie met haar delen en horen we over de bewoonster van het naastgelegen huis die het initiatief nam voor de expositie op het perceel dat eigendom is van de gemeente en als ‘zichtlocatie’ wordt aangeduid. “Het is een plek om te zijn,” zegt De Vries.
Schilderen
Later zullen we haar atelier bezoeken en nader kennis maken met haar werk. Schilderen is de basis van haar werk. Liefst schildert ze in olieverf op paneel. “Ik gebruik oude stukken hout, ik grijp wat me voorhanden komt en bij mijn gevoel past. De panelen hebben een geschiedenis, die neem ik mee bij het schilderen. Stilte is de ingang tot mijn werk. Ik ben alleen en verdwijn in tijdloosheid. Ik schilder mezelf een sfeer. Ik begin met wat te krassen, een structuur, een vorm. Dan overschilder ik het paneel met hele dunne olieverf, laagje na laagje. Heel veel lagen zijn nodig; mensen bestaan ook uit heel veel lagen. Ik denk niet na over de kleuren die ik opbreng. Ik speel en rommel wat met de vormen waarover ik beschik – een vierkant, een cirkel, een driehoek en de een of andere vorm van de maan – tot het me bevalt. De laatste laag die ik schilder bepaalt wat er overblijft, maar de onderliggende lagen spelen wel mee. Mijn schilderijen zijn als landschappen waarin je kunt rondwandelen en wegdromen en waar je niet eerder waargenomen beeldelementen ziet. Elk schilderij is een worsteling. We moeten elkaar bevallen, het schilderij en ik, dan is het af.”
Handen
In het boek dat De Vries schreef* staat van haar een foto in werkkleding waarop ze is afgebeeld achter een houten plank met verf van allerlei kleur. Ze staat gereed om de verf op te brengen, maar zonder penseel in de aanslag: ze verft met haar handen. Dat doet ze al vanaf toen ze haar opleiding ontving op Academie Minerva. “Het penseel schept voor mij te veel afstand tot mijn werk: ik moet voelen wat ik doe. Gelukkig hebben mijn docenten me nooit gedwongen het anders te doen. Dat had ik vast niet geaccepteerd.”
Talenten
“Jou is bij je geboorte veel meegegeven,” zeg ik als goed tot me doordringt op hoeveel terreinen ze zich beweegt. Op de Academie ging ze zich na de beide basisjaren zowel de opleiding voor het schilderen als die voor illustratie volgen. Zou je dat nu wel doen? zei de opleider. ‘Schilderen’ is vrijheid en ruimte, je eigen gang gaan, ‘illustratie’ is gebondenheid en een opdracht volgen. Maar ze deed beide. Het is alsof ze het werken in gebondenheid nodig heeft om niet ten onder te gaan in de vrijheid van de ruimte.
Ineens kwam vanuit haar diepere lagen haar schrijf- en dichttalent naar boven: kinderboeken en gedichten schrijven in het Fries en het Nederlands. Als een explosie: ze kon niet meer ophouden.
Ze bespeelt allerlei instrumenten en bekwaamt zich in zingen. En dan zijn er haar publieke vertolkingen van allerlei ‘typetjes’. “Wat diep verborgen is wordt aan het licht gebracht,” schrijft ze in haar boek. Maar ze verzorgt haar talenten wel door cursussen en trainingen te volgen. “Ik voel de verantwoordelijkheid om ze te gebruiken. Het vergt veel van me. Ik moet steeds op tijd terug naar de stilte van mijn huis.”
Ezinge
“Een van de vormen die ik in mijn schilderijen afbeeld is het vierkant, waar ik dan vaak een huisje van maak, symbool voor een plek waar je het dichtst bij jezelf kunt zijn. Daar heb ik lang naar gezocht. Dat vond ik bijna tien jaar terug in Ezinge. Ik fietste vanuit de stad al vaak deze kant op. Ik vond de omgeving al mooi en het licht is hier fantastisch. Toen zag ik het huis waar ik nu woon. Ik moest wel op deze plek terechtkomen. Mijn atelier is boven in mijn huis, dat wit is en bijzonder en prachtig.”
*) Matty de Vries, Kunst, de brug naar mijn leven. Groningen: Philip Elchers, 2021.
De titel van het interview is ontleend aan pagina 70: “Het gaat bij Taizé om eenvoud en schoonheid. En dat zijn precies de dingen die ik belangrijk vind in het leven.” info@mattydevries.nl