Nelleke van Vliet (1956) woont al jaren in Groningen en heeft veel met taal. In de Pepergasthuiskerk doet ze regelmatig mee met het voorbereiden van vieringen en op 30 maart a.s. zal er een bijzondere viering gehouden worden: een eerbetoon aan (het werk van) Marijke de Bruijne die vele liederen en teksten en ook een aantal prachtige oratoria op haar naam heeft staan. Omdat ik deze viering met haar voorbereid, wil ik wel eens wat meer weten over Nellekes passie voor taal en haar fascinatie voor het werk van Marijke de Bruijne.
Jasja Nottelman
Hoe ben je in Groningen terechtgekomen?
“Ik ben in Driehuis geboren en opgegroeid en ging in IJmuiden naar school. Ik ben een jaartje verdwaald geweest in Boskoop, bij de tuinbouwschool. Daarna deed ik in Amsterdam de opleiding tot schoolbibliothecaresse. Toen ik die afgerond had kon ik kiezen uit drie banen en één daarvan was bij het Augustinuscollege in Groningen. Ik dacht: het is vlak bij Friesland, ik houd van zeilen, dus dat moet dan wel goedkomen.
“Ik heb er een mooie collectie jeugdboeken opgebouwd en ik ontmoette toen ook Marijke de Bruijne, die maatschappijleer gaf en decaan was. We hebben veel samengewerkt. Als leerlingen voor studiekeuzes stonden, dan maakte ik tafels met allerlei voorlichtingsmateriaal. We hebben een knipselarchief opgebouwd met een trefwoordensysteem en ik gaf ook bibliotheeklessen.
“Ik heb daarna twaalf jaar gewerkt bij boekhandel Boomker en Savenije op de afdeling Groningen. Mijn man en ik kregen kinderen, toen heb ik wat minder gewerkt, en toen zij naar school gingen kon ik het niet laten om me weer te bemoeien met de schoolbibliotheek van hun school. In de kerk heb ik een infotheek opgezet, met boeken rond geloofsopvoeding. En nu heb ik nog een straatbibliotheek, vlak bij ons om de hoek.
“Als je zo’n hele dag buiten bent, ervaar je de schepping met je hele lijf”
“Ik heb vele jaren als schipper gezeild in de zeilkampen van de LCGJ, dat vond ik heerlijk. En daarna kwam er een nieuwe hobby: fietsen. Ik heb in tien jaar heel Groningen befietst en ben nu bezig met Friesland. Ik zoek dan alle gehuchtjes op op Wikipedia en zo weet ik waar ik onderweg op moet letten. Landschap lezen en lekker aan de zwerf. Als je zo’n hele dag buiten bent, ervaar je de schepping met je hele lijf. Daar ontstaan vanzelf gedichten over die ik soms ook in het Gronings schrijf. Ik maak veel foto’s onderweg, waarvan ik er elk jaar een paar instuur voor de Groninger Scheurkalender. Deze zomer mag ik meedoen met het redigeren van teksten voor de kalender. En ik houd van zingen: liederen van Marijke de Bruijne, Huub Oosterhuis, Herman Verbeek, Michaël Steehouder.”
Hoe is het Pepergasthuis op je pad gekomen?
“Via een huisgenoot ben ik bij de Communitysingers gekomen, een koor dat onder leiding stond van Chris van Bruggen. Later begon Chris met een studentenkoor bij het GSp. Uiteindelijk ben ik ook op dat koor gegaan, ook al was ik geen student meer. De liturgie was daar vrijer, je kwam met allerlei mensen in gesprek.
“Ik ben gereformeerd synodaal opgevoed. Ik herinner me een gesprek met mijn moeder. Ik geloofde alles niet meer zo, de verzoeningsleer en dergelijke. Mijn moeder vroeg mij een keer: ‘Maar je gelooft toch wel dat God liefde is?’ Daar kon ik volmondig ja op zeggen. Dat was de kern waar het om draaide. En zo heb ik ook belijdenis gedaan. Ik heb altijd een abstract godsbeeld gehad, nooit zo ingevuld. Toen Chris naar de Peper overstapte zijn wij meegegaan, we waren het student zijn ontgroeid en we hadden inmiddels een gezin. En daar ben ik gebleven en daar ligt mijn hart ook. De laatste tijd voel ik ook meer ruimte om vorm te geven aan vieringen.”
En nu ligt er een viering rond het werk van Marijke in het verschiet.
“Maria, de dochter van Marijke, nam contact met mij op en had een mapje met teksten van Marijke. Ze vroeg me of ik iets met die teksten kon. Ik was meteen erg benieuwd en ik ben gaan lezen. Het was zo jammer dat Marijke in coronatijd overleed, in 2020. Er was toen niet veel mogelijkheid om de betekenis van haar werk goed voor het voetlicht te brengen. En toen zijn jij en ik samen gaan lezen, met het idee een boek over Marijke en haar werk samen te stellen.
“Toen we daarmee bezig waren ontdekte ik dat 30 maart 2025 de vijfde sterfdag van Marijke is en ik heb toen meteen die datum gereserveerd om een viering te kunnen houden. En dus is er straks op 30 maart een viering met allerlei liederen en teksten van Marijke en hopen we duiding te geven aan wat zij probeerde te verwoorden.”
Wat spreekt je aan in wat Marijke schreef?
“Haar open Godsbeeld en de manier waarop ze haar numineuze ervaringen onder woorden bracht. Ik herken daar veel in. En ze schreef in eenvoudige taal, die resoneert met mijn eigen ervaringen. De manier waarop ze God aanwezig ziet in de natuur. Ik voel een zielsverwantschap met haar. Ze heeft me ook weer teruggebracht bij de Bijbel. Om die weer opnieuw te lezen en ermee bezig te zijn. Zij leefde dat voor. Het vrouwelijke aspect van God heeft ze voor mij weer naar boven gehaald. Marijke zocht naar beelden die begrepen konden worden door mensen in deze tijd.”
Wat wil je in de viering van 30 maart de mensen laten beleven?
“Ik wil mensen laten proeven, de liederen laten meezingen. Als je zingt ervaar je een tekst anders dan wanneer je die leest of zegt. Het boort andere lagen aan. Als jij het zingt, met jouw ervaringen, wordt het weer een nieuw lied. En Marijke haar teksten zijn nooit zonder hoop. Al is er diep verdriet, er is altijd weer een opstaan, een verder kunnen. En de term ‘Niemandsland’ die Marijke gebruikt vind ik mooi: land dat nog door niemand geclaimd is. Niets ligt er al vast, je mag zoeken, het verouderde loslaten en nieuwe inzichten vinden. En ook daar is er de aanwezigheid van God.”
De viering is op 30 maart 2025 om 10.30 uur in het Pepergasthuis.
Het boek zal in het najaar van 2025 verschijnen, met teksten en liederen van Marijke en duiding van haar werk, om op die manier de betekenis van haar werk in het licht te zetten.