Interview met Antoinet Dunning

Ruimte waar het licht kan komen…

24 januari 2025 | Interview

Toen ik haar woonkamer aan de Kajuit binnenkwam, raakte mij het licht en het beeld vanuit het grote achterraam: zelfs op deze uitzonderlijk grijze en mistroostige dag werd ik op slag vrolijk en verliefd op de schoonheid van dat uitzicht op het Le Roy-landschap in Lewenborg. Hier woont Antoinet Dunning met haar man. Zij exposeert op dit moment met enkele schilderijen in Kerkenheem bij de Stefanuskerk – schilderijen gebaseerd op liederen van Huub Oosterhuis. “Hij inspireert mij door de poëzie van zijn teksten, en de openheid ervan: je mag er je eigen gedachten bij hebben…”

Reinder de Jager

Eigenlijk kende ik haar niet, en omgekeerd. Zij kerkt in de katholieke Emmaüskerk van Lewenborg: toch min of meer de zusterkerk van de Stefanuskerk. Nu ja, als daar een gezamenlijke dienst gehouden wordt, beschouwt deze koster dat als een vrije dag – het zal mij niet zwaar aangerekend worden. Maar het werd een bijzondere ontmoeting, met wederzijdse herkenning.

Waar ben je geboren, hoe ben je opgegroeid, hoe is je leven verlopen?
“Ik ben in Groningen geboren en na drie jaar opgegroeid in Assen, als enig kind in een buitenkerkelijk milieu. Omdat ik enig kind was, trok ik altijd wel graag naar groepen toe, ik was en ben graag onder de mensen. Mijn vader was wel bezig met spiritualiteit – er lagen altijd wel boeken op tafel over Baghwan, en samen met hem heb ik ook nog wel aan Transcendente Meditatie gedaan. Die hang naar het hogere heb ik dus wel van thuis uit meegekregen.

“Na mijn middelbare school ben ik in Groningen Nederlands gaan studeren, en daar trok ik vanaf de introductietijd op met een meisje dat katholiek was. Zij nodigde mij eens uit om mee naar de kerk te gaan – en op de een of andere manier trok me dat. Misschien eerst nog niet eens zozeer de liturgie en de rituelen, maar hoe mensen rondom de dienst met elkaar omgingen, het sociale. Deze vriendin is later mijn schoonzus geworden: ik ben getrouwd met haar broer Jan. In de aanloop naar dat huwelijk ben ik katholiek geworden – niet dat dit per se moest van hem, of van de kerk, maar ik vond mij daarin.

“Na mijn afstuderen kreeg ik mijn oudste zoon, en tegelijk openbaarde zich de ziekte MS bij me – ik heb dat vanaf mijn zevenentwintigste. Die ziekte is met diepten en dalen gegaan. Ik zit nu op dit moment op een tamelijk stabiel niveau. Toen ik eenmaal thuis zat met een opgroeiend kind (later heb ik nog een zoon gekregen), miste ik dat contact met anderen, dat groepsgevoel van in de collegebanken, samen een koffie doen. Wat nu? dacht ik: en ik besloot theologie aan de Noordelijke Leergangen in Leeuwarden te gaan volgen.

“Die studie heb ik afgerond op de Katholieke Theologische Universiteit Amsterdam. Toen ik daarmee klaar was, kon ik van de deken van het bisdom Groningen uit enkele parochies kiezen waar ik als kerkelijk werker aan de slag kon, en dat is Eelde-Paterswolde geworden. Daar heb ik enkele jaren gewerkt, maar toen begon het me toch op te breken dat ik steeds ’s avonds weg was – allerlei vergaderingen en groepen waren altijd ’s avonds, terwijl ik twee opgroeiende pubers thuis had…

“Ik zocht toen meer een baan voor overdag, en dat heb ik min of meer toevallig (mijn oog viel op een advertentie) gevonden bij Justitie; daar zocht men een rooms-katholieke pastor voor het huis van bewaring. Dat was heel boeiend werk, alleen: mensen zitten daar niet zo lang, het waren vluchtige contacten.

“Toen heb ik nog een laatste switch gemaakt, als pastor in diverse inrichtingen bij Veenhuizen. Daar kreeg ik het wel steeds moeilijker met de misbruikschandalen in de Katholieke Kerk – kwam je gedetineerden tegen die aan jou daarover verantwoording vroegen, terwijl ikzelf natuurlijk hier ook met afschuw naar keek. Dat was voor mij een reden om uiteindelijk te stoppen als pastor daar.”

Nu hangt er in Kerkenheem kunst van jouw hand die eerder al in de Emmaüskerk hing, waarin je met schilderen mediteert bij liedregels van Huub Oosterhuis. Hoe ben je begonnen met schilderen?
“Ik heb altijd wel van schilderen gehouden, en ik ben uiteindelijk terechtgekomen in de Werkman-drukwerkplaats hier in Groningen, waar ik een cursus heb gevolgd. Die techniek sprak mij heel erg aan. Als je niet zo heel erg goed kunt tekenen, dan is het gebruik van sjablonen zoals Werkman ook doet” [ze laat me het boekje Chassidische vertellingen zien met illustraties van Werkman] “een mooie manier van werken. Je ziet dat in veel van mijn schilderijen terug.”

Wat inspireert jou in teksten van Huub Oosterhuis? Ik vind ze soms wat vaag…
“Wat jij misschien vaag noemt, is ook hun kracht: je kunt je eigen gedachten vormen bij die teksten, ze zijn open en multi-interpretabel. Het is pure poëzie. Die openheid verwerken in mijn schilderijen heeft mij heel veel gebracht. Ik vind het soms zo moeilijk om tot echt gebed te komen, zeg maar het bidden vanuit je middenrif. Ik heb ontdekt dat ik door te schilderen wel zover kan komen… Misschien dat ik aan de hand van mijn eigen schilderijen ook weer woorden kan vinden, eigen woorden, om te verbeelden wat ik bid…”

De komende maanden zullen wisselende schilderijen van Antoinet Dunning te zien zijn in Kerkenheem

Ruimte waar het licht kan komen

met Maarten van Damme

Reinder de Jager
Antoinet Dunning, naar aanleiding van lied Huub Oosterhuis: Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan. Dat ik niet uitval, dat wij allen – zo zwaar en droevig als wij zijn – niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
Share This