Op 1 maart aanstaande wordt stilgestaan bij het tienjarig bestaan van het stadsklooster: het eerste getijdengebed vond plaats op Aswoensdag in 2015. Adrie Huttenga: “Het streven is naar eenvoud in de liturgie. Je moet van je hoofd naar je hart gaan.”
Pieter Bootsma
Het initiatief voor het ‘klooster’ kwam van Alef Rutgers, Corline Hazenoot, Rob Kroes en enkele predikanten uit de stad. Ze belegden een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk, op zoek naar mensen die de behoefte voelden aan een vaste plek van stilte en aandacht, midden in het hectische stadsleven. Het resulteerde in de oprichting van de stichting het Stadsklooster. De bijeenkomsten in de Lutherzaal van de Lutherse kerk werden aangeduid als getijdengebed, daarmee verwijzend naar de eeuwenoude kloostertraditie die vooral vanaf de twaalfde eeuw in Groningen en Friesland tot bloei kwam.
Pioniersplek
Het initiatief krijgt de steun van de PKN, die her en der in het land nieuwe kerkelijke initiatieven van verschillende aard ondersteunt en benoemt tot pioniersplek. Daardoor wordt het voor een bepaalde periode voor het Stadsklooster mogelijk een monastieke ondersteuner aan te stellen. Eerst is dat Nick Everts en vervolgens Chris Schoonenberg. In 2024 loopt de periode van de financiële ondersteuning van de pioniersplek af en staan de vrijwilligers er alleen voor. Materiële ondersteuning van betrokkenen, vrijwilligers, collecteopbrengsten uit kerkdiensten en het beschikbaar stellen van de huisvesting door de Lutherse Kerk tegen geringe vergoeding zullen het Stadsklooster gaande moeten houden.
Droom
Een van die vrijwilligers is Adrie Huttenga-Menninga die aanwezig is bij de bijeenkomst in 2015 in de Nieuwe Kerk en vanaf de start betrokken is bij het Stadsklooster. Ze treedt er op als gastvrouw en liturg. Ze ziet het Stadsklooster als een eigentijdse en experimentele invulling van de oude monastieke traditie: “Mensen levend in een onrustige en drukke samenleving hebben behoefte aan een plek waar ze tot zichzelf en tot God kunnen komen. Bij de start van het initiatief hadden we ook een droom: de stichting van een woongemeenschap die het kloosteridee zou kunnen uitwerken.”
Ze wijst op het Nijkleaster in Jorwert, het dorp dat, zoals Geert Mak schreef, God uit het dorpsleven zag verdwijnen. Maar Hij verschijnt weer als vrijwilligers in de prachtige, uit de Middeleeuwen daterende kerk getijdengebeden gaan houden. En dankzij de beschikbaarheid van een boerderij in de omgeving een woongemeenschap stichten. Huttenga: “Dat is ons tot nu toe in Groningen niet gelukt, maar het blijft onze droom: een woongemeenschap met een eigen locatie in de stad, met een kapel en een keuken waar maaltijden kunnen worden bereid.”
Activiteiten
“In de eerste jaren hielden we zes dagen in de week een vesper. Alleen niet op de zondag, want dan waren er diensten in de kerken. Toen kwam corona, waardoor het programma slechts met horten en stoten kon doorgaan en het aantal vrijwilligers terugliep. Gevolg was dat toen de epidemie op zijn eind kwam, we het programma moesten inperken; we houden nu op de maandagmiddag om 17.00 uur een vesper en op de woensdagochtend om 9.00 uur een ochtendgebed. We overwegen uitbreiding van het aantal door samenkomsten te organiseren met een ander aanvangstijdstip voor mensen die vanwege hun baan 9.00 uur te laat en 17.00 uur te vroeg vinden. In ieder geval willen we vaste tijden op de dag vasthouden, zodat de mensen ze kunnen inpassen in hun dagritme.
“Wat de belangstelling betreft, de vespers worden bezocht door gemiddeld twintig en het ochtendgebed door gemiddeld tien bezoekers. We organiseren jaarlijks ook enkele lezingen, workshops en maaltijden. Over onderwerpen als mystieke traditie, de schrijfster Etty Hillesum, bibliodrama en sacred dance. Op 1 maart staat tijdens onze Kloosterdag een lezing op het programma van Rick Timmermans, die de eeuwenoude Ignatiaanse spiritualiteit in contact brengt met de verlangens en noden van de mensen in de huidige tijd.
“Onze bekendheid zou groter moeten zijn, die kan beter. Daarom werken we aan verbetering van onze website en denken aan een bredere inzet van sociale media dan alleen Facebook en Instagram.”
Liturgie
“Elke maand ontwerpen we een nieuwe liturgie voor het ochtendgebed en een voor de vesper. We volgen het bijbelrooster van Taizé en de liturg(e) kiest korte meditatieve teksten uit de christelijke traditie die hij of zij voorleest uit de Bijbel of bijvoorbeeld uit het werk van Bonhoeffer, Etty Hillesum, Henry Nouwen en van de woestijnvaders uit de eerste eeuwen van het christendom die aan de basis hebben gestaan van het kloosterleven. De meditatieve tekst wordt gevolgd door een stilteperiode. In de ochtendgebedliturgie staat onder meer te lezen: ‘Mensen die de Eeuwige wilden ontmoeten, zochten vanouds de stilte. In de stilte hoeven we niets; we stellen ons open voor wat komt.’
“Voor de liederen putten we uit het Liedboek, Zangen van Zoeken en Zien (ZZZ), Iona en Taizé, waaruit ook ons eigen bundeltje put dat we gemaakt hebben ter gelegenheid van ons tienjarig bestaan. Het streven is naar eenvoud in de liturgie. Dat heeft met de monastieke traditie te maken van soberheid, stilte, innerlijke rust, en niet te veel woorden. Veel woorden leiden tot een intellectuele inspanning, maar je moet van je hoofd naar je hart gaan.”
Beleving
“Ik beleef de kerkdienst anders dan het getijdengebed in het Stadsklooster. De preek zorgt ervoor dat je intellect wordt aangesproken en je gedachten worden geactiveerd. In de stilteperiode na de meditatieve tekst wacht je op wat er in je opkomt. Of je staat stil bij enkele woorden van de meditatieve tekst, of je richt je op het aloude Jezusgebed: Heer Jezus Christus, Ontferm U over mij zondaar. De rust die in je ontstaat en de verbinding met God neem ik mee en probeer ik te bewaren als ik door de drukke stad naar huis fiets.”
Zie voor het programma van de Kloosterdag op 1 maart de Agenda.