Nederland wordt steeds vaker een ‘pragmacratie’ genoemd: een samenleving waarin ‘improviserend pragmatisme’ de boventoon voert. We laten ons niet leiden door grote leiders of grote verhalen. We richten ons op het oplossen van concrete problemen en handelen naar ‘bevind van zaken’. Mark Rutte wordt door Hans Boutellier (hoogleraar Polarisatie en veerkracht aan de VU) een ‘vleesgeworden voorbeeld’ van pragmacratie genoemd.
Zo’n pragmacratie heeft zijn voordelen: politici slaan elkaar niet eindeloos met allerlei theorieën om de oren, het beleid is vaak no-nonsense, de taal is vaak recht voor zijn raap. Maar er is ook een groot nadeel: als je naar bevind van zaken handelt, loop je altijd achter de feiten aan. Het beleid is dan altijd reactie op actie.
Gisteren werd minister Kaag ter verantwoording geroepen voor de dramatisch verlopen evacuatie van mensen uit Afghanistan. Haar relaas was een toonbeeld van pragmacratie: Ze benadrukte dat niemand had voorzien dat de Taliban zo snel het land zouden heroveren. Terwijl Australië in mei zijn ambassade al sloot, Frankrijk al voor de zomer een luchtbrug vormde en de Nederlandse ambassadeur terechte brandbrieven schreef, handelde Den Haag naar bevind van zaken… werd een aanbod van Frankrijk in juli om Nederlanders te evacueren afgeslagen. Na een uiterst trage mailwisseling mocht het ambassadepersoneel uit zestig Afghaanse medewerkers drie (!) mensen kiezen die mee mochten naar Nederland.
Vluchten met drie personen is ongetwijfeld makkelijker en praktischer dan met zestig. Maar is het humaan? De ambassadeur vond van niet en weigerde zo’n macabere stoelendans uit te voeren. Bij haar hadden principes, solidariteit en vriendschap voorrang op regels en protocollen van drie ministeries. Daar zit volgens mij de pijn van de pragmacratie: als je achter de feiten aanloopt, is het risico groot dat je écht een keer te laat bent. Kaag noemde de evacuatie ironisch genoeg “een bitter feit”. Over de vroeg evacuerende Fransen zei ze: “Dat vonden ze (de Fransen) praktisch.”
Het Griekse woord ‘pragma’ betekent liefde. Liefde die zijn verantwoordelijkheid neemt. Dat hadden de praktische Fransen blijkbaar begrepen. Ik hoop dat wij Nederlanders niet achter ‘bittere feiten’ aanlopen, maar ze proberen te voorkomen. Uit liefde voor onze naaste.