Het stond met grote hanenpoten geschreven bij de ingang van de kringloopwinkel: Iets nieuws hoeft niet nieuw te zijn. Een mooie slogan vond ik het, maar ook een wijze uitspraak.
Hoe vaak zeggen we niet dat we aan iets nieuws toe zijn, en struinen we het internet af om te zien wat er zoal te koop is. Dat is inmiddels het grootste warenhuis dat er bestaat, en je beeldscherm is de etalage. Levering gaat snel en is aan huis, dus je hoeft dan niet meer die drukke binnenstad in.
De grote aandacht in de media voor duurzaamheid doet ons bedenken dat niet alles nieuw hoeft. Soms is iets te repareren (repairshops, garages), te transformeren (likje verf), uit te halen (oude truien), weg te geven (kringloop, weggeefkasten), of we zetten het op Marktplaats. Opvallend: lego of (oude) Pokémonkaarten tref je nooit aan in de kringloop, want die zijn veel geld waard.
Maar soms wil je nieuw. Kleding is goedkoop en de mode wisselt snel. In oude meuk wil je toch niet blijven lopen. Ze zien je aankomen. Outlets doen goede zaken, net als de Wibra, Zeeman, TK-Maxx en Primark. Helaas ken ik geen kledingwinkel die oude kleding inneemt en een goede bestemming geeft. Daarvoor staan aparte bakken in de wijken.
In mijn jeugd was er een hardnekkig gerucht dat met oude kleding sloten werden gedempt in Roemenië. Nepnieuws natuurlijk. Zelf droeg ik de vaak verstelde kleren van mijn oudere broers. We gooiden niks weg. Mijn moeder had nog een mooie blouse uit de oorlog, genaaid van parachutes van piloten. Ja, alles was toen schaars.
Steeds meer mensen willen wel recyclen. Maar het helpt pas echt als we minder nieuwe spullen kopen: sturen op de voorkant. Het is ook goedkoper. Bovendien: je kunt nog zoveel zelf. Stekjes en zaadjes kunnen grote planten, bomen of en bloemen worden, als je maar geduld hebt. Kleren naaien. Handige klussers kunnen van alles zelf maken. Boeken die je verzameld hebt kun je gaan lezen of herlezen. Iets nieuws, maar toch niet nieuw.
Ook standpunten kunnen zich vernieuwen. Dat is soms wel een opgave. Meningen hebben de neiging zich te condenseren tot enkele overzichtelijke oneliners die we graag debiteren op sociale media en op feestjes en die zich vastzetten. Maar wie bij de tijd is, durft ook open te staan voor nieuwe inzichten, te luisteren en indien nodig de eigen mening te recyclen.
Dat geldt ook voor het geloof. Openheid voorkomt verstarring. We staan allen in een traditie die we christelijk noemen, en die vele oneliners kent. Maar ons eigen persoonlijk geloof is gevormd door allerlei unieke factoren: gezin, cultuur, kerkelijke gemeenschap, eigen ervaringen, hoe we de Bijbel lezen.
En toch: steeds weer de verbinding zoekend tussen mij, God en de wereld kan God ons vernieuwen. En dan wordt het je gegeven, dichtte Huub Oosterhuis:
De Heer heeft mij gezien en onverwacht
ben ik opnieuw geboren en getogen.
Hij heeft mijn licht ontstoken in de nacht,
gaf mij een levend hart en nieuwe ogen.
Zo komt hij steeds met stille overmacht
en zo neemt hij voor lief mijn onvermogen.