De droomfabriek
Reinder de Jager
Boekbespreking11

Ik kom uit een onderwijsfamilie. Mijn vader, mijn moeder, zij zaten beiden in het onderwijs. Mijn moeder: een begenadigd vertelster van bijbelse verhalen, humoristisch, sprankelend en een ‘grande dame’, van wie de meisjes op de Huishoudschool al wisten: niet vóór de koffie bij Mevrouw de Jager aankomen om taakjes te laten aftekenen, want dan was ze niet te spreken. Mijn vader op de (m)ulo meer het type van de ouderwetse sergeant, die zijn leerlingen rondcommandeerde. Niet uit machtswellust, maar omdat hij ze wel door het examen héén wilde brullen. Zag hij potentie in een leerling, ging hij voor hem door het vuur – waar een leerling pas vele jaren later erkentelijk voor werd.

Daarom misschien lees ik graag romans die in dat onderwijsmilieu spelen. Dat begon ooit met Kees de jongen van Theo Thijssen, tot meer recent Bint van Bordewijk. En nu dus deze roman, De droomfabriek. Romans als deze zijn bijna altijd ook een sociale roman, waarbij door een verhaal misstanden in het systeem, in de maatschappij aan de orde gesteld worden. Welnu, wie deze roman van Gerwin van der Werf gelezen heeft, zal nooit van zijn levensdagen op een vmbo willen werken: het is een regelrechte dystopie van het onderwijs. Maar ook de onoverbrugbare kloof tussen losers en mensen die zichzelf geslaagd vinden speelt een belangrijke rol in deze roman.

Hoofdpersoon Josie, wiskundige en uit een goed milieu, wordt zonder enige onderwijservaring lerares wiskunde op een vmbo in een arme buurt. De kloof in deze roman ligt er wel heel dik bovenop: zijzelf woont in de villa van haar overleden opa aan de overkant van het water, de school staat in een verarmde buurt naast de smerige staalfabriek. Alleen een pontje vaart tussen beide gescheiden werelden. Als Josie een keer iets denkt te begrijpen van een leerling, krijgt ze het keihard op haar bord: “U weet helemaal niks van ons.” Haar lesgeven is dan al een ramp in wording, en naïef als Josie is, tuint ze ook nog in elke valkuil die er maar is. Een leerling, Carmen, palmt haar in (verliefd of gefascineerd, u mag het zeggen), met gênante situaties tot gevolg.

Bijzonder aardig zijn de gesprekken met een oudere collega, die door-en-door cynisch is geworden in en door het verrotte onderwijssysteem. Knap vind ik het dat door dat cynisme heen eigenlijk een soort van geknakt idealisme, ja zelfs liefde voor die ‘rotkinderen’ heen schijnt. Ik denk dat uit de mond van deze leraar de onderwijskritiek klinkt van de schrijver zelf – hij is muziekdocent.

Toegegeven, de roman komt maar langzaam op stoom. Sommige delen hadden van mij wel wat bondiger gemogen. Maar de rake observaties over de onmacht van het onderwijs om ook de leerlingen van de straat te bereiken, de sfeertekening: ze pakten mij. Of het echt zo erg is op het vmbo?

Ik citeer graag de laatste zinnen van het naschrift: “Alle personages […] zijn verzonnen. Het staat de lezer vrij een andere [versie van hun leven] te bedenken – iets met sterren, roem, onsterfelijkheid zelfs. In fictie is immers alles mogelijk. Net als in het onderwijs, als we kinderen een kans geven, en een tweede, en een derde.” Het cynisme voorbij… Ontroerend.

Gerwin van der Werf, De droomfabriek
Amsterdam: Atlas Contact, 2022
ISBN 978 90 254 7241 2 | € 21,99
E-book ISBN 978 90 254 7242 9 | € 12,99

Cover nummer 11.JPG

Editie 11 - 2023

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief