Als iets wordt aangeduid als een ‘drama’, is dat meestal niet positief bedoeld. We denken dan dat er iets heel erg misgaat, dat iets grondig aan het mislukken is. Toch kies ik voor deze titel, omdat ik daarmee aandacht wil vragen voor het werk van een Amerikaanse theoloog die voor ons in Nederland van betekenis kan zijn.
De kerk is in de ogen van deze Kevin Vanhoozer – want zo heet deze theoloog – inderdaad een drama. Of beter gezegd: de kerk is onderdeel van een drama dat in onze wereld gaande is. Vanhoozer bedoelt dan, dat er een Theo-drama gaande is in onze wereld: God die zich kenbaar maakt als Vader, Zoon en Heilige Geest gaat een verbond aan met ons en onze wereld. God is daarin de hoofdrolspeler en de mensen zijn de acteurs die reageren op deze hoofdrolspeler en die met elkaar in iedere tijd opnieuw hun rol spelen in dit Theo-drama. Vanhoozer kiest heel bewust beelden uit de wereld van het theater om zijn theologie te kunnen verwoorden. Hij heeft dat nodig om zodoende de bewegelijkheid van God, Bijbel, geloof en kerk te benadrukken. Hij wil heel nadrukkelijk ruimte creëren voor een praktijk van kerk en geloofsleven waarin improvisatie, creatief acteren en dynamiek kenmerkend zijn.
Je moet deze theoloog plaatsen ergens tussen de orthodox reformatorische en evangelische kerken in Amerika aan de ene kant en de meer liberale kerken aan de andere kant. Vanhoozer neemt nadrukkelijk afstand van de orthodoxie, omdat hij daar veel verstarring ziet: een leerstellige theologie en een strakke normatieve kerkopvatting die weinig of geen ruimte voor vernieuwing kent. Bij de evangelicalen in Amerika ligt dat anders, uiteraard, maar ook daar ziet Vanhoozer met name in de theologie en de bijbelopvatting veel verstarring.
Aan de andere kant is hij ook kritisch naar de meer liberale kerken. Daar ziet hij te veel relativisme. Weliswaar is in deze kerken geen sprake van dogmatische en kerkelijke verstarring. Er is veel ruimte voor religieuze verbeelding in muziek en kunst, en ook een grote openheid naar de moderne cultuur. Dat waardeert Vanhoozer positief. Maar hij ziet ook een relativistische tendens in deze kerken, doordat met name het gezag van de Bijbel een minder prominente plaats heeft en de hedendaagse kerkelijke spiritualiteit veelal doorslaggevend is.
In dit spanningsveld tussen orthodoxie enerzijds en liberalisme anderzijds zoekt Vanhoozer zijn theologische koers. En juist de beelden uit de wereld van het theater helpen hem daarbij. Hij gaat daar ook behoorlijk ver in. Zoals gezegd: God is de hoofdrolspeler, de mensen zijn de acteurs, improvisatie is belangrijk. Zo ontrolt zich het Theo-drama. En dat gaat volgens een script, namelijk de Bijbel. De kerk is daarbij het theatergezelschap, de voorgangers zijn de regisseurs in het theater, de theoloog is de dramaturg die op de achtergrond adviezen geeft.
Op het eerste gezicht lijkt het misschien wat overtrokken, deze beeldvorming ontleend aan het theater. Maar daar staat tegenover: het is ook best uitdagend om zo naar de kerkelijke praktijk te kijken en een creatief denkproces op gang te brengen over het ‘hoe’ en het ‘wat’ van de kerk en het geloofsleven als je er met deze theater-ogen naar kijkt.
Interessant is dat Vanhoozer de kerk als theatergezelschap ziet. En het gaat dan om “interactief theater”. Dus geen eenzijdig theater vanaf een podium waarbij het publiek min of meer passief toekijkt. Maar een vorm van theater waarin het publiek betrokken wordt en uitgedaagd om mee te doen. Denk aan straattheater, waarbij je soms zo maar betrokken kan raken in een performance van acteurs die zich in het publiek begeven. Een voorbeeld van de kerk als een dergelijk interactief theater zou je kunnen zien in de manier waarop de kerk of kerkelijke groepen diaconaal aanwezig zijn in de samenleving. Vaak ontstaat zo’n diaconaal initiatief vanuit de kerk omdat er een maatschappelijke urgentie is, een maatschappelijke nood: er wordt een beroep op je gedaan. Het is ook nadrukkelijk geïnspireerd door het evangelie, en het presenteert zich in onze samenleving. Denk aan straatpastoraat of kerkelijke ondersteuning van dak- en thuislozen of hulp aan vluchtelingen en asielzoekers.
Het bijzondere is dat een dergelijke presentie ook vaak iets uitdagends heeft naar de samenleving. Mensen zijn het ermee eens of moeten er juist niets van hebben. Mensen sluiten zich aan bij zo’n diaconaal initiatief en worden vrijwilliger en ontlenen daar vaak veel voldoening aan. Maar het kan ook zijn dat het protest oproept vanuit de samenleving: “Laat de kerk zich met zichzelf bezighouden; graag geen kerkelijke bemoeienis met maatschappelijke kwesties!” Zo ontstaat er inderdaad een interactief proces van aanspreken en aangesproken worden, van actie en reactie, van acteren en mee- of tegen-acteren. Interactief theater dus! En de kerk heeft de durf, zeg maar de belijdende durf, om dat te duiden als Theo-drama.
Een uitdagende theologie, deze dramatische benadering van de praktijk van kerk en geloven van Kevin Vanhoozer. Voor wie er verder kennis mee wil maken: een jaar geleden is een Nederlandstalige bundel verschenen met essays over deze theologie van de hand van veertien predikanten en theologen. Misschien extra interessant: er schrijven ook Groninger theologen in deze bundel.
Theo Pleizier, Bärry Hartog, Benno van den Toren (red.), Improviseren in Gods drama. De theologie van Kevin Vanhoozer voor de kerk in Nederland | Utrecht: KokBoekencentrum, 2022