Op een stralende maandagmorgen ontmoetten wij elkaar bij Kerkenheem. De aanleiding om Jan nu te interviewen, is zijn recente afscheid als voorzitter van het College van Diakenen van de stad Groningen. Maar ik kende Jan al wat langer, uit de tijd dat ik zelf nog kerkte bij de Immanuelkerk. We hebben samen in de redactie gezeten van Immagazine, ooit het jaarlijks tegen de startzondag verschijnende blad met het programma voor het komende seizoen. Jan was spil in veel culturele activiteiten in de kerk. Ik herinner me de filmavonden, en de ‘kom op je verhaal’-avonden waar gewone mensen hun bijzondere verhaal vertelden. Culturele avonden ook, in de grote zaal van de kerk, met muziek (onder andere van zijn dochters) en alweer verhalen – avonden waarop ikzelf af en toe ook figureerde. Mooie herinneringen, daar niet van, maar daar kwam ik nu niet voor. Jan is sinds kort diaken-af. En dat is een interview waard.
Hoe kwam jij bij de diaconie terecht?
“Ruim acht jaar geleden zochten ze iemand om in de overkoepelende diaconie van de Protestantse Gemeente Groningen plaats te nemen – ik was op dat moment nog niet eens diaken in de Immanuelkerk, dat ben ik toen geworden omdat het een vereiste daarvoor was. Ik was in het verleden al wel eens ouderling geweest, in de Opstandingskerk (één van de kerken die uiteindelijk samengegaan zijn in de Immanuelkerk). Ik vond dat mooi werk: op bezoek gaan bij mensen en dan net dat halve uur langer blijven waardoor mensen loskwamen.”
Waarom nu de diaconie – wat was je drijfveer?
“Ik heb altijd al oog gehad voor minderheden, voor mensen die het onderspit delven in de harde maatschappij. Dat heb ik van huis uit meegekregen, maar ook in mijn werk had ik daarmee te maken.”
Van huis uit meegekregen… uit wat voor nest kom je?
“Mijn vader was journalist – chef-redacteur van het Friesch Dagblad toen Algra hoofdredacteur was. Hij was ook actief in de politiek, toen nog de ARP. Hij heeft zich altijd sterk gemaakt voor minderheden – en dan moet je bijvoorbeeld denken aan de positie van het Fries in Nederland, maar ook in de jaren vijftig voor andere minderheidstalen in Europa. Uiteindelijk is er ook een bureau voor minderheidstalen in Brussel gekomen. Gek genoeg was hij voor de Europese eenheid, maar dan wel met respect voor regionale verschillen.”
En je moeder?
“Die was, met tien kinderen, fulltime huisvrouw – en een heel lieve moeder. Dat kun je niet onderschatten, ik heb een bijzonder liefdevolle jeugd gehad. Het was belangrijk dat er altijd iemand voor je is, terwijl mijn vader soms drie banen naast elkaar had.”
Je hebt ook in je werk met minderheden te maken gehad?
“Ja, toen ik in 1995 als beleidsambtenaar bij de gemeente kwam voor minderhedenbeleid/asielbeleid. Mijn vader heeft dat niet meer meegemaakt, maar als ik daarop terugkijk, dan sta ik daarmee wel in zijn traditie. Wat ik ook van hem heb, is af en toe uit de mainstream stappen, de tijdgeest kritisch beschouwen.”
Jij hebt geschiedenis gestudeerd…
“Ja, daar heb ik wel lang over gedaan – mijn belangstelling was erg breed en ik deed er van alles naast. Ook de kinderen die geboren werden mee verzorgen en opvoeden. Hanna, mijn vrouw, verdiende toen de kost. Maar uiteindelijk ben ik wel afgestudeerd.”
“Niet van bovenaf iets droppen,
maar behoeften en ideeën
uit de wijk ophalen.”
Dat huisman geweest zijn hebben wij gemeen Jan! Hoe vond jij dat?
“Heel mooi en belangrijk – die jongste leeftijd, zo bijzonder wat je ze dan kunt meegeven. En ja, ik heb iets van een onderwijzer in me. Ik ben slecht in smalltalk, over koetjes en kalfjes praten. Maar met de kinderen…”
Jan, ik heb vaak genoten van de muziek van jouw kinderen. Hebben jouw dochters en zoon hun muzikaliteit van jou?
“Ikzelf bespeel geen instrument, kan ook geen noten lezen, maar wel zingen. Daar is de kerkgang heel goed voor, om te durven zingen. Onze kinderen spelen alle vier een instrument, en zij hebben ons meegenomen in de muziek.”
We hadden het al over je werk als beleidsambtenaar.
“Ja, ik ben begonnen bij de adviesraad Ouderenraad, maar binnen een jaar was ik coördinator minderhedenbeleid. Weet je wat mij altijd geïntrigeerd heeft? Dat asielzoekers en allochtonen juist in volksbuurten zoals Corpus den Hoorn hartelijk ontvangen werden, niet in de elitewijken… Het kerkasiel hielp om de komst van asielzoekerscentra mogelijk te maken. Met veel ondersteuning van INLIA. Later kwam er ook een adviesraad Minderheden.”
Dat heb je tot je pensioen gedaan?
"Nee, rond 2012 kwam ik meer in contact met de uitvoering in de wijken Paddepoel, Vinkhuizen, Selwerd en Tuinwijk als een soort verbindingsofficier tussen sociaal beleid en de praktijk. Samen met corporaties en buurtbewoners hebben we mooie projecten mogelijk kunnen maken. Er was toen veel geld voor beschikbaar. Gewone buurtbewoners hebben prima ideeën en willen daar vaak ook zelf aan meewerken. Dat is ook wat wij gaandeweg in de kerk hebben moeten leren. Niet van bovenaf iets droppen, maar behoeften en ideeën uit de wijk ophalen. De kerk moet weten wat er onder de mensen leeft. Dat is ook de koers die de diaconie nu inslaat.
Terug bij beleid kreeg ik het armoedebeleid onder mijn hoede. Daar zetten we als gemeente sterk op in, onder meer met het Kindpakket. Juist kinderen verdienen een goede toekomst."
En nu ben je met pensioen…
“Ja, ik heb een prachtig afscheid gehad in de Doopsgezinde kerk. Het is zó belangrijk om mensen een goed afscheid te geven. Voor veel collega’s heb ik afscheidsliederen gemaakt. Bij mijn eigen afscheid hadden ze een lied voor mij. En ik kreeg een perfect gelijkend geprint beeldje van mijzelf. Mijn collega’s heb ik toen een boekje gegeven met columns die ik voor Kerk in Stad had geschreven.”
Je neemt na acht jaar ook afscheid van de diaconie.
"Ik laat een vitale diaconie achter, vol energie en met mooie plannen. Van hen kreeg ik een compleet verzorgde fietspelgrimage voor Hanna en mij. In vier dagen van klooster Wittem naar Roermond en terug. Zeer welkom en veel zin in!"