Een heel bijzondere kansel is te vinden in de Laurentiuskerk van Kimswerd, een dorpje vlak bij de Friese havenstad Harlingen. Die houten preekstoel uit het jaar 1695 heeft vijf panelen en op elk daarvan is een Bijbels verhaal afgebeeld. Vandaag gaat het over het derde paneel.
‘Jakop rustende tot Lus droomt t op en neder dalen der engelen’
Ook op het derde paneel op de kansel van Kimswerd staat een verhaal uit het Bijbelboek Genesis uitgebeeld: de droom van Jakob en de hemelse ladder. Volgens het onderschrift rust Jakob uit, maar het lijkt niet alleen maar uitrusten van zijn reisdag. Nee, Jakob is op de vlucht; op de vlucht voor zijn broer Esau en voor zichzelf en voor zijn toekomst.
Het verhaal van de tweeling Esau en Jakob begint al vroeg, want voor hun geboorte – nog in het lichaam van moeder Rebekka – botsen die twee ‘hard tegen elkaar’. En van de HEER zelf krijgt Rebekka uitleg; haar jongens zijn verschillend, worden twee verschillende volken en ‘de oudste zal de jongste dienen’.
Toch is het net alsof Rebekka en vooral haar jongste zoon Jakob dat niet kunnen geloven. En op een handige manier wordt het eerstgeboorterecht gestolen – het wordt geruild tegen een bord soep – en handig wordt later ook de zegen die daarbij hoort gestolen. Net na deze streken is Jakob op het derde paneel van de kansel afgebeeld. Hij rust, hij slaapt, hij is doodop. En hij droomt:
Jakob ziet een ladder die vanaf de grond tot aan de hemel komt en langs die ladder gaan engelen op en neer. Dit beeld is op het paneel te zien; Jakob slaapt met één hand onder zijn hoofd en achter hem staat de ladder waar drie engelen op staan.
In het Bijbelverhaal ziet Jakob ook de HEER, de HEER die belooft dat Jakob de stamvader wordt, de opvolger van Abraham en Isaak: dat hij het eerstgeboorterecht al heeft. Het recht dat hij voor zijn geboorte kreeg en waarvoor hij – onnodig – zijn broer Esau en zijn vader bedroog. Jakob krijgt geen straf voor zijn bedrog, nee, de ooit beloofde zegen wordt door de HEER herhaald. En ook Jakob belooft trouw aan de HEER en noemt die droomplaats Betel; huis van God.
Daarna gaat het verhaal verder, mag het verder gaan, en als een bijzondere echo rond de beide broers Esau en Jakob gaat het verhaal draaien om de beide zussen Lea en Rachel. Het wordt opnieuw een verhaal over de oudste en de jongste, over het eerstgeboorterecht en over ruzie. En toch: later, op de reis van Jakob en zijn hele gezin naar het beloofde land, krijgt Jakob juist in Betel zijn nieuwe naam: Israël.