De maaltijd delen

Levensgroot verscheen Johan Cruijff op een muur van een flatgebouw. Compleet met rugnummer. Nu wisten we dat we goed zaten. We waren aangekomen in Betondorp, waar deze wereldberoemde voetballer is opgegroeid. Dat was het doel van het werkbezoek: de buurtkerk aldaar. We werden zeer hartelijk ontvangen en onthaald met een dubbele maaltijd, die van de Heer en de avondmaaltijd. Dat laatste was verwacht. Maar de Maaltijd van de Heer in een viering in een buurtcentrum waar een ieder welkom is, met welke achtergrond dan ook?

Alberte van Ess
Theologisch artikel18 - 1

Vieren

De maaltijden waren verweven met een viering. Er werd gezongen en muziek gemaakt door twee solisten met gitaar. De een vanuit de religieuze hoek, de ander meer met popmuziek. Er klonken profetieën uit de Bijbel. In de woorden daarna werd God vergeleken met een powerbank, waar je je op aan kon sluiten, als je dat wou. Het was geen monoloog van de buurtdominee, maar zangers en bezoekers mengden zich in het gesprek. Uitleg en uitwisseling, stond op de liturgie. Dat kon soms wel twee uur duren werd ons verteld. De mogelijkheid van het aansteken van een kaarsje voor wie wel een lichtje kan gebruiken, was een belangrijk onderdeel, waar levensverhalen werden gedeeld. Zo waren de vieringen ook oorspronkelijk begonnen en later uitgebreid.

Vlak voor de zegen werd er brood en wijn gedeeld. De buurtdominee, Margrietha Reinders, legde uit dat de Maaltijd van de Heer en de avondmaaltijd erna vroeger ook al bij elkaar hoorden. De eerste christenen waren net als hier nu een zooitje ongeregeld die samenkwamen om te eten en het verbonden met de gedachtenis aan Jezus. Aldus Margrietha. Op sommige gezichten van het zooitje ongeregeld verscheen een grijns. Bij de nette meneer, de prachtig aangeklede vrouw met onvervalst Amsterdams accent en de zwarte blinde man, die zijn gouden tand bloot lachte. De wijn die vervolgens rondging werd geserveerd met een flinke slok in een allegaartje aan borrelglaasjes, wijnglazen en sapglazen. Voor niet alcohol drinkenden was er jus d’orange. Rood of niet, evengoed werd er ‘bloed van Christus’ door sommigen gemompeld bij het aannemen. Of ‘de wijn van het koninkrijk’.

Liefdesmaaltijd

Vanuit de geschiedenis van de vroege kerk weten we dat de Maaltijd van de Heer zoals wij het nu kennen ingebed was in een gewone gemeenschappelijke maaltijd, de zogenaamde liefdesmaaltijd, op zijn Grieks agapè. De maaltijd wordt begonnen met het breken van het brood en het uitspreken van een dankgebed. Hij wordt afgesloten met een rondgang van een beker wijn waarover eveneens een dankgebed wordt uitgesproken. De eigenlijke maaltijd ligt hiertussen. Dit gebruik gaat terug op de laatste joodse paasmaaltijd die Jezus heeft gehouden met zijn leerlingen en waar Hij het ons bekende Avondmaal instelde.

De opzet van deze agapè-viering was dat leden van de gemeente zelf eten en drinken meebrachten, naar draagkracht, en allen dit gezamenlijk nuttigden. Dit gemeenschappelijk eten zou de eenheid van de gemeente tot uiting moeten brengen.

De verbinding tussen beide maaltijden is echter niet vrijblijvend. Dat wordt duidelijk in een tekst uit de eerste brief aan de Korintiërs. De arme mensen, voor wie het veel betekende weer eens een goede maaltijd te krijgen, lukt het niet altijd op tijd te komen, vanwege het zware werk dat ze soms moeten doen. De rijkeren hadden soms geen zin te wachten en hadden zich inmiddels tegoed gedaan aan de maaltijd. Voor de armen bleef er dan weinig tot niets over. Er vallen dan harde en zware woorden dat je je een oordeel kan eten, omdat de gemeenschap uit het oog wordt verloren en de kloof tussen arm en rijk zelfs aan tafel blijft bestaan. De gemeente maakt het zichzelf onmogelijk lichaam te zijn van Christus, die het als geen ander opnam voor de armen.

De tekst is in sommige kringen berucht geworden, omdat men het ging toepassen op allerlei vermeende zonden waardoor je het Avondmaal onwaardig kon worden. Duidelijk is echter dat het hier niet gaat om de onwaardigheid van hen die eten en drinken, maar om de onwaardige manier waarop sommige omgaan met de behoeftigen onder hen.

Broodje met

De maaltijd verliep in een ontspannen en gezellige sfeer. Je schoof aan en knoopte een gesprekje aan met degene naast je. Bij de pindasoep kreeg ik een mooi verhaal van iemand in een strak pak die, zoals hij zei, een paar jaar geleden ‘het licht’ had gezien. In een ‘gewone’ kerk had hij het niet kunnen vinden. Hier wel. Intussen kwam nog een jonge vrouw aanlopen met haar kind. Die was gedoopt in de buurtkerk van Betondorp.

Voldaan keerden wij huiswaarts, ondergetekende en Ruth Pruis, buurtpastor van De Fontein. Een boeiend werkbezoek in het kader van de transitie van een wijkgemeente naar buurtkerk. Onderweg nog vol van veel indrukken. Het een en ander moest nog landen en verwerkt worden. En later napraten met de buurtdominee.

Maar een ding wisten we al wel: de maaltijd kan niet ontbreken.

Theologisch artikel18 - 2

Schrijf je in voor de nieuwsbrief