Reinder de Jager
Deze novelle uit 1941 is pas vorig jaar vertaald in het Nederlands. Het is één van de drie novelles die de Amerikaanse schrijfster Janet Lewis (1899-1998) schreef op basis van beruchte, historische rechtszaken; deze zaak speelde in de zestiende eeuw in Frankrijk. En hoewel de naam van de vrouw niet in de titel voorkomt, speelt Bertrande de Rols de echte hoofdrol.
Een gearrangeerd huwelijk om een oude vete tussen twee families te beëindigen – zo worden Martin Guerre en Bertrande de Rols op elfjarige leeftijd aan elkaar verbonden. De twee kinderen kennen elkaar amper, worden in de huwelijksnacht bij elkaar in bed gelegd, zonder dat ze elkaar aankijken, laat staan aanraken, en dan keert Bertrande eerst weer terug naar haar ouderlijk huis. Pas op veertienjarige leeftijd komt zij in de huishouding van de ouders van haar man te wonen – en daar is de vader als hoofd van het gezin de absolute baas, zoals dat normaal was in die tijd. Dit alles wordt heel levendig verteld, zonder enige waardeoordeel van de schrijfster – en dat geeft het verhaal zijn natuurlijke glans, zijn ‘couleur locale’, en zijn historische waarachtigheid.
Tussen Martin en Bertrande ontstaat gaandeweg toch echt liefde, ondanks de barse en typisch mannelijke trekjes van Martin. Het botst ook heel vaak tussen Martin en zijn autoritaire vader die met harde hand de orde handhaaft, en als Martin tegen het bevel van zijn vader ingaat, moet Martin uit lijfsbehoud toch even van het toneel verdwijnen, ‘acht dagen maar’, zegt hij tegen zijn vrouw. Acht dagen worden acht weken, acht weken worden acht maanden, en uiteindelijk blijft Martin acht jaar weg. Prachtig wordt het knagende gemis van Bertrande beschreven, haar onzekerheid over zijn lot, haar verdriet en uiteindelijk de berusting. Zij voedt intussen alleen hun kind op, en wordt zelf het hoofd van de boerderij als moeder en vader van Martin overlijden. In die tijd een vrouw die de boerderij bestiert: het getuigt niet alleen van haar karakter, maar ook van haar geloof – ook het geloof dat Martin eens nog zal terugkeren.
En dan keert Martin na acht jaar terug; er worden niet veel woorden vuilgemaakt aan zijn wegblijven, en hij neemt in de natuurlijke loop der dingen zijn positie als hoofd van het gezin in. Maar hij is veranderd: hij is veel liever, aardiger, zachtmoediger dan Bertrande zich herinnert, is ook in uiterlijk veranderd. Op deze zachtaardige versie van haar man wordt Bertrande andermaal verliefd. Maar zo anders… Kan dat wel? Is hij wel wie hij zegt te zijn? Bertrande begint heel erg te twijfelen. Als hij iemand anders is, dan leeft zij in ontrouw aan haar echte man, dan leeft zij in doodzonde.
Uiteindelijk neemt de twijfel de overhand, en tegen het advies van haar hele omgeving in, zelfs van de pastoor, begint zij een rechtszaak tegen de man die zegt haar echtgenoot te zijn. Zij wordt door hevige innerlijke strijd bijna tot waanzin gebracht: moet zij deze lieve man van wie zij zielsveel houdt voor het gerecht brengen (en in geval van veroordeling naar een zekere dood leiden), of kiest zij voor leven in een leugen? Dat is waar dit verhaal om gaat. Een schitterend verteld verhaal, tijdgebonden wat de positie van mannen en vrouwen in de familie betreft, maar tijdloos in de morele keuzes waar mensen voor staan. Hoe of het afloopt? Dat mag u mij niet vragen – het blijft spannend tot de laatste bladzij, en ik vertel ook niet of er een open einde is. Dat moet u zelf maar lezen!
Janet Lewis, De vrouw van Martin Guerre, vertaald door Paul van der Lecq
Amsterdam: Cossee, 2020 (1941)
ISBN: 978 90 593 6965 8 | € 19,99