Tegelijk met de Nieuwe Bijbelvertaling 2021 verscheen Een gesloten tuin – een verzegelde bron. Tien schrijvers over de betekenis van de bijbel. Wat moet een lezer van Kerk in Stad met een essaybundel waarin tien auteurs over de betekenis van de Bijbel schrijven? Ik denk, ik hoop, dat wij de Bijbel serieus nemen. Wij hebben onze dominees wel, om duiding te geven aan bijbelse verhalen, meestal in de vorm van een overweging over één versregel, of hooguit één verhaal. Deze bundel doet wat anders: een helikopter-overzicht geven van de algemene invloed van de Bijbel op onze huidige – geseculariseerde – samenleving. Niet per se in theologisch, maar eerder in filosofisch en/of literair opzicht. En daar kunnen wij, als wij al denken de Bijbel in pacht te hebben, verrassend veel van opsteken.
Verrassend, ja, maar er moet mij toch iets van het hart. De titel van deze bundel geeft wel wat weer van mijn bezwaar: een gesloten tuin – een verzegelde bron… Bijna alle schrijvers in dit boek zijn niet-gelovig, ex-gelovig of zeer kritisch gelovig. De Bijbel is voor hen een verzegelde bron (geworden), waaruit je niet (meer) put, of een paradijs waaruit men verjaagd is en waar men hooguit een herinnering aan heeft. Er had van mij ook wel iemand uit de meer orthodoxe hoek zijn beschouwing mogen geven (zeg ik, zelf een ruimzinnig gelovige). Met deze kanttekening erbij: ik heb mijn hart opgehaald.
Het liefst lees ik zelf van een schrijver hoe hij is grootgebracht en zich verhouden heeft tot de bijbelse verhalen. Ook als iemand uit een communistisch, antigodsdienstig nest komt, zoals Christine Otten, is het interessant te lezen hoe zij door haar streng gereformeerd opgevoede, ex-gelovige partner aangezet is tot het lezen van de Bijbel. We nemen het haar ook maar niet kwalijk als zij op pagina 37 de zin ‘In den beginne was het Woord’ situeert in het Oude Testament… Al geeft zij daarmee wel onbedoeld blijk van echt begrip van het Genesisverhaal. En prachtig zoals zij weergeeft hoe ze in een gevangenis creatief schrijven beoefent met gevangenen – ze heeft opgestoken van Jezus dat ook hij meer heeft met mensen met wie wat ‘mis’ is. De Bijbel in praktijk gebracht. Ze staat in de traditie van haar ongelovige ouders, maar gooit niet het kind (de bijbelverhalen) met het badwater weg.
Van Jezus moet de ex-gereformeerde classicus Piet Gerbrandy helemaal niets hebben. Ex-gereformeerden zijn de ergsten (zelf ben ik er eigenlijk ook zo één) – maar voor Gerbrandy is de Bijbel enkel en alleen literatuur. En dan vooral het Oude Testament. Want het Nieuwe staat vol met allegorische uitleg van de Joodse Bijbel: alles uit het Oude Testament staat geschreven opdat het vervuld kan worden in het Nieuwe. En daar moet onze filoloog en classicus niets van hebben, dat gladstrijken en weg verklaren van alle oneffenheden uit op zich prachtige verhalen, wereldliteratuur.
Eén zo’n verhaal is het offer van Abraham: dat hij zijn zoon moet offeren aan God. Guus Kuijer neemt dat verhaal, en daarmee verbonden het verhaal dat Christus gekruisigd moest worden, flink de maat. Hij laat ons zien dat alle vromigheid ten spijt, dit verhaal juist niet gaat over gehoorzaamheid.
Ik pikte er zomaar wat krenten uit. Dan heb ik het nog niet gehad over het begin van Désanne van Bredero’s essay, over de bijbeltjes in hotelkamers, en hoe zij voor zich wil zien hoe verschillende mensen ieder op hun eigen manier dat boek beduimelen. Dat is ook wat deze essaybundel doet: reacties op de Bijbel, heel verschillend, in kwaliteit, maar ook qua uitgangspunt. Wie dat wil, kan daar gevoeglijk zijn eigen essay aan toevoegen.
Diverse auteurs, Een gesloten tuin, een verzegelde bron: Tien schrijvers over de betekenis van de Bijbel
Amsterdam: Querido, 2021
ISBN 978 90 214 2877 2 | € 20,-