De afgelopen tijd is de destructieve kant van de natuur meermalen gebleken. Kan de schepping ‘goed’ genoemd worden wanneer daar ook aardschokken of overstromingen bij horen?
Tweehonderd jaar geleden werd in onze omgeving over zulke vragen nagedacht door Jacobus Uilkens. Rond 1800 stond hij als dominee in Lellens en daarna in Eenrum. Een idealist, die vond dat geloof dicht bij de werkelijkheid moet staan. Concreet betekende dit dat hij naast predikant heel bewust ook boer was, toen trouwens geen ongebruikelijke situatie. Natuurrampen waren ook in Groningen nooit ver weg. Overstromingen, veepest en niet te vergeten aan de omgeving gerelateerde ziekten als pokken, cholera, longaandoeningen. Uilkens verloor de meeste van zijn kinderen eraan, en twee van zijn drie echtgenotes.
Als dominee nam hij de Bijbel als richtsnoer, maar gaf daarbij goed zijn ogen de kost als boer. Geen gekke combinatie wanneer je de dingen in perspectief wilt zien, zonder de werkelijkheid mooier voor te stellen dan die is. Uilkens was een patriot: tegen feodale uitbuiting door de borgheren en regenten. Landbouw vormde voor hem hét voorbeeld van eerlijke arbeid, een eerlijk verdiend inkomen op Gods goede aarde, geïnspireerd door de volop bijbelse opdracht om ervoor te zorgen dat er voedsel zou zijn voor iedereen.
Goede aarde? Ja, volgens Uilkens, ondanks alles. Hij beriep zich daarvoor niet alleen op de Bijbel, maar ook op de vaste wetmatigheden in de natuur. Het bleef hem een raadsel waarom zoveel kerkmensen verhalen als de stilstaande zon in het boek Jozua letterlijk namen. Wetmatigheden zijn immers niet alleen hard, ze stellen de mens óók in staat om gericht te handelen: dijken te bouwen, geneeskunde te ontwikkelen. Zijn idool was Geert Reinders: de boer uit Winsum, door deftige burgers niet helemaal voor vol aangezien, maar die succesvol de vaccinatie in Nederland hielp ontwikkelen.
Kort gezegd: mensen zijn niet volmaakt en kunnen evenmin toveren (moeten dat ook niet willen). Maar met een combinatie van geloof en gezond verstand kunnen ze toch een eind komen, zelfs in de omgang met die zo weerbarstige natuur. Interessant is dat Uilkens juist het boerenbedrijf als een uitgelezen kans beschouwde om die kwaliteiten bij elkaar te brengen. Een opvatting waar samenleving en theologie in 2023 hun voordeel mee zouden kunnen doen! Uilkens’ pogingen om landbouwkunde tot onderdeel van de studie theologie te maken (hij doceerde het vak als professor), kwamen hem bij zijn leven vooral op hoongelach te staan. De Groninger Universiteit is hem echter niet vergeten: een van de grote doorgaande wegen op de Campus in Paddepoel heet inmiddels de Prof. Uilkensweg.