Jezus heeft gezegd dat Hij zal terugkomen om de gemeente van Christus tot zich te nemen en te behoeden voor de tijd van verdrukking die de mensheid nog te wachten staat. Sommige mensen zullen de dood niet meemaken (zie 1 Korintiërs 15:51-52). We noemen Zijn eerste terugkomst de opname. De documentaire Een mysterie ontrafeld - De Joods-Galilese bruiloft en de eindtijd biedt hierover verrassende inzichten
Jezus en zijn discipelen waren Galileeërs. De Galileeërs hadden hun eigen rituelen. Jezus maakt gebruik van culturen om beter uitleg te kunnen geven over God. Om te begrijpen wat Jezus over onze toekomst zegt met betrekking tot de opname van de gelovigen (de bruidsgemeente) moeten we Zijn uitleg zien door de ogen van de Galileeërs.
Een Galileïsche bruiloft, wat kunnen we ons daarbij voorstellen? Voor het bevestigen van een verloving gingen de bruid, bruidegom en diens vader naar de stadspoort. De stadspoort was een plek waar de oudsten wettige overeenkomsten goedkeurden en waar men de benodigde getuigen kon verzamelen. Een geschreven aanzoek werd voorgelezen aan de bruid. Indien de bruid instemde met het huwelijksverbond werden er geschenken gegeven. Er was tevens sprake van een bruidsschat. Deze was bedoeld als verzekeringspolis die de bruid bijstand zou verlenen als er iets zou gebeuren met haar geliefde. De bruidegom schonk vervolgens wijn in een ceremoniële beker die hij aanbood aan de bruid. De bruid had nu de keuze of ze het huwelijksaanzoek bevestigde of afwees. De verloving was rond wanneer zij dronk uit de beker met wijn. Daarna kondigde de bruidegom aan: ‘ik zal er pas weer uit drinken met jou in het huis van mijn vader’ (in Marcus 14:25 zegt Jezus dat Hij geen wijn zal drinken tot het moment dat wij allen in Gods koninkrijk zijn).
Hoewel de bruid en bruidegom formeel al één waren, begon het echte werk thuis. Ze woonden apart tot de dag van hun bruiloft. De bruidegom trof voorbereidingen voor de dag van de bruiloft. Dit duurde meestal een jaar. Hij verzamelde materialen om een nieuwe woning aan te bouwen aan het huis van zijn vader (in Johannes 14:2-3 lezen we dat Jezus terugkomt zodra Hij een plaats voor ons gereedgemaakt heeft in het huis van zijn Vader) en kocht spullen voor de bruiloft. De bruid begon met het maken van een bruidsjurk. De bruid moest soms maandenlang wachten op handelsreizigers om bepaalde spullen of stoffen te kopen. Zelfs nadat de bruidsjurk af was, moest de bruid waakzaam en puur blijven voor haar bruidegom, hoelang het ook duurde. Tijdens dit hele proces wist niemand wat de dag of het uur was waarop de bruiloft zou plaatsvinden, behalve de vader van de bruidegom (de enige die Jezus kan terugsturen naar de aarde is zijn Vader. Zelfs de engelen weten de dag en het uur niet). De vader van de bruidegom had perfect overzicht van de vorderingen. Maar ook al had de bruidegom de kamer af, dan nog moest de bruidegom wachten totdat zijn vader besloot en zei: ga je bruid halen!
Dat moment kwam op een onverwacht tijdstip, vaak heel vroeg in de ochtend. Soms zelfs in de nacht (de Bijbel zegt dat Jezus zal terugkomen als een dief in de nacht: 1 Thessalonicenzen 5:2). Daarom waren Galileeërs ’s nachts aangekleed en hadden hun lampen gereed staan. De bruid sliep al in haar trouwjurk en haar bruidsmeisjes droegen witte linnen gewaden. Ze waren bij de bruid om haar te helpen, mocht de bruidegom komen. Zo waren ook de bruidsjonkers bij de bruidegom gereed. Wanneer de vader zijn zoon wakker maakte en hem opdracht gaf zijn bruid te halen, pakte de zoon zijn sjofar (bazuin, (rams)hoorn). Eenmaal buiten blies hij erop om het hele dorp wakker te maken, zo ook de bruid en haar familie. De bruidegom ging nu op weg naar zijn bruid. Alleen degenen die voorbereid zijn konden snel opstaan en aansluiten in de stoet (Jezus roept ons op gereed te zijn en waakzaam te blijven. Hij gebruikt hierbij de gelijkenis van de tien bruidsmeisjes, zie Mattheüs 25:1-13. De olie verwijst hier naar de Heilige Geest in je leven).
Na circa een jaar zijn de bruid en bruidegom herenigd als één. Zodra de stoet bij het huis van de bruid was aangekomen, zetten twee mannen een draagstoel neer voor de bruid. De bruid nam plaats in de draagstoel want zij liep namelijk niet achter de bruidegom aan, maar werd gedragen. Ze werd de lucht in getild. Ze werd begeleid naar het huis dat haar bruidegom gemaakt had (wij zullen ook worden gedragen, zoals beschreven staat in 1 Thessalonicenzen 4:17: “En daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen in een oogwenk worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn”). Zodra de Galileeërs bij het huis van de bruidegom waren aangekomen, kon het feest beginnen. De deur werd gesloten. Niemand kon er meer in of uit gedurende zeven dagen en nachten (dit is een verwijzing naar de laatste jaarweek van zeven jaren, bekend als de periode van de grote verdrukking).
Wij zijn uitverkoren om de bruid van Christus te zijn. Hij wil graag dat wij tot in eeuwigheid bij Hem wonen. Daarom reikt Jezus ons Zijn beker met wijn aan. Ziet u Jezus ook als uw bruidegom en verlosser? Neemt u Zijn beker aan?