Jarenlang paste Pasen op het noordelijk halfrond goed bij de tijd van het jaar. Het voorjaar liet zich duidelijk zien en horen. Overal tekenen van leven: bloemen en groene struiken en bomen en de vogels die begonnen aan hun broedseizoen. Dat alles zien en beleven maakt mensen blij en gelukkig. Corona heeft de vreugde de afgelopen jaren wel enigszins getemperd, maar voor veel mensen was het voorjaar een teken van hoop, dat doet leven. Vol verwachting keken we uit naar deze tijd, de nadagen van de pandemie naar wij vermoeden. Maar het feest van het Leven, Pasen, werd gedomineerd door de beelden en verhalen van een gruwelijke oorlog op betrekkelijk korte afstand. Licht werd donker, wit werd zwart, vreugde veranderde in angst, woede en pijn.
De komende zondagen dragen mooie namen. Ook al is het Latijn, we begrijpen ze meteen: Jubilate! en Cantate!. De blijde Boodschap neemt de hoorders mee op een weg van bevrijding en verlossing uit de knellende banden van het eindige, aardse bestaan. De laatste vijand is verslagen! De dood is overwonnen. Maar die oproep om te gaan jubelen en te zingen klinkt wel erg vreemd in onze oren bij het nieuws van alledag. Over contrasten gesproken! Het klinkt als vloeken in de kerk. De werkelijkheid schuurt met het Paasfeest.
Contrasten zijn er altijd geweest en zullen in ons leven zich ook telkens weer voordoen. Het is nauwelijks te geloven dat het anders kan en worden zal. Het verrassende vind ikzelf dat men dat ook kan terugvinden in de reactie van de mensen van het eerste uur. Het Paasevangelie wordt vol ongeloof aangehoord. Het is gepraat van zotten, van vrouwen (!), van mensen buiten de realiteit. Ook in de andere gebeurtenissen van na Pasen komt men het ongeloof volop tegen. Blijkbaar kost het ons mensen de grootste moeite om uit de wereld van het gewone en gebruikelijke te stappen. De zogenaamde realiteit houdt ons in een wurggreep van donkerheid en dood. Maar er klinkt een ander geluid tegen de stroom in.
Het joodse Pesach en het daarop geënte christelijke Paasfeest nemen mensen mee uit het land van de duisternis, Egypte, en uit het doodgewone bestaan, het Journaal van elke dag. Voor ons, mensen van nu, is er een andere weg. Dat te geloven en daar vanuit te durven gaan, horen we terug in de oproep Jubilate en Cantate. Het wordt tijd voor de jubel en het lied. Dat is een oproep om niet te accepteren dat het is zoals het is, maar om jezelf, de mensen en de wereld te veranderen. Christenen geloven en vertrouwen dat het anders kan en anders worden zal. Daarom horen we bijvoorbeeld gastvrij te zijn en vluchtelingen op te nemen, die net als wij hopen dat ooit eens…
Moge God ons helpen om dat te kunnen in deze donkere tijden.