En de aarde beefde…

Wereldwijd vinden er dagelijks aardbevingen plaats. Aardbevingen als gevolg van een groots onderaards natuurverschijnsel. Maar ook als gevolg van menselijk handelen, zoals we ze kennen uit onze eigen provincie. Het begrip ‘aardbeving’ heeft ook een bijbels/theologische connotatie, zoals we dat in het boek Jesaja kunnen lezen: “Daarom zal Ik de hemel doen wankelen en de aarde zal bevend van haar plaats wijken door de verbolgenheid van de Here der heerscharen…” (Jesaja 13:13). Wat is dat bijbels/theologisch: een aarde die beeft?

Gerhard ter Beek
Kerk en Theologie2
Puin na een aardbeving in L’Aquila, Italië

Wij kennen het verschijnsel aardbevingen uit eigen ervaring, onder andere als gevolg van menselijk handelen. Het uit de bodem halen van gas. Maar natuurlijk ook van de beelden uit andere werelddelen, waar de aarde soms, zomaar, uit het niets, vernietigend beeft. Geholpen door de wetenschap weten we wat er onder de grond gebeurt als de aarde beeft. En hoe vernietigend een aardbeving kan zijn – we kunnen het zelfs meten op de schaal van Richter – qua materiële schade. Maar we weten ook hoe groot psychisch en emotioneel de schade kan zijn.

Een religieuze gebeurtenis
Hoe anders beleefden de mensen in de oudheid dit verschijnsel. Zij verbonden het meestal met goddelijk ingrijpen. Zij wisten niets van schuivende aardkorsten, de bodem die in beweging kwam omdat er gas aan werd onttrokken. Voor hen was de beving vooral een religieuze gebeurtenis. Tegen die achtergrond lezen we de bijbelse teksten over dit verschijnsel. Maar voor de bijbelse mens is de aardbeving ook een concrete ervaring. Dat kan worden afgeleid uit opgravingen, maar ook uit teksten die daarover spreken. Amos, de profeet, wordt gedateerd twee jaar voor een aardbeving. Een ervaring die blijkbaar grote indruk heeft gemaakt. Zelfs eeuwen later, in Zacharia (Zacharia 14:5), hebben ze het er nog over. In het boek over de Joodse geschiedenis van Flavius Josephus wordt ook naar een aardbeving verwezen, zo ongeveer 30 v.Chr.

Hij nadert
Maar in de Bijbel verschijnt de aardbeving bijna nooit als een gewone mededeling. Ook al heeft hij ongetwijfeld daadwerkelijk plaatsgevonden. De Bijbel kent er steeds weer een theologische betekenis aan toe. Maar we doen de verhalen tekort als we over die letterlijke betekenis, die daadwerkelijke ervaring, heen lezen. Want naar het begrip van de Bijbelse mens is de aardbeving geen natuurverschijnsel, maar wordt zij gezien als een zichtbare uitdrukking van Gods onbeperkte macht. De aardbeving doet de mens uitroepen: “De grootheid van God kent geen grenzen. God heerst over de natuur, alle verschijnselen staan hem ten dienste.” De aardbeving vervult de mens met ontzag voor God en maakt hem bewust van zijn kwetsbaarheid. Bijbels gezien gaat een aardbeving altijd vooraf aan een goddelijke verschijning. De natuur reageert op de komst van God. De bijbelse mens gelooft vast en zeker dat bij het trillen van de aarde Hij de mens nadert.

Wraak
Er is ook een negatieve betekenis, zoals Jesaja ons leert. De verbolgenheid van de Heer. De aardbeving als een teken van Gods boosheid over het kwaad van de mensen en de volken, wat niet zonder gevolgen kon blijven. Hierin komt de God van de wraak naar voren. In een dergelijk geloof jaagt een aardbeving een enorme schrik aan.

Vrees en hoop
Anders dan de bijbelse mens zien wij niet meer de hand van God achter de aardbevingen. Voor ons is het een verklaarbaar (natuur)verschijnsel dat op vele plekken in de aardkorst voorkomt. We kunnen met moderne apparatuur sommige bevingen min of meer zien aankomen. Maar daarmee is theologisch gezien lang niet alles gezegd over het verschijnsel aardbevingen. We kunnen het niet tot ‘niet relevant meer’ verklaren. Integendeel zelfs. De thema’s die de aardbeving in de Bijbel aandraagt behoren nog steeds tot onze beleving: crisis, chaos, onrecht, vernieuwing. Leven dat heen en weer geslingerd wordt tussen vrees en hoop.

Voorpagina nummer 2.JPG

Editie 2 - 2023

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief