Recent las ik een naar bericht in de pers. Een voormalig dakloze man, die elke dag bij de Albert Heijn in de Oude Ebbingestraat in de binnenstad van Groningen zat, is overleden. Ik kwam deze meneer regelmatig tegen. Iedereen in de buurt wist wie hij was.
Hij groette me vaak, en wees me ook geregeld de ingang van de winkel, als ik met mijn blindenstok even verdwaald was. Ik wist dat hij een hele tijd geen huis had gehad, dat hij gewond was aan zijn been, en dat hij veel leed en moeilijk rond kon komen. Gelukkig stopten veel mensen hem wel warme koffie of iets te eten toe. Hij was voor mij het beeld van iemand die totaal aan de grond was geraakt, maar die toch goedlachs bleef, en voor wie de samenleving ook graag wilde klaarstaan.
Toch vond ik zijn situatie de laatste maanden niet alleen maar een voorbeeld, maar ook nog angstaanjagender dan voorheen. Om ons heen ontstaat er steeds meer armoede, door onder andere hard stijgende energieprijzen, die zelfs gezinnen met een heel gemiddeld inkomen nu al erg raken. Meer en meer gezinnen moeten voor hun dagelijkse levensbehoeften naar een voedselbank. Steeds meer winkels lijden onder de exorbitante kosten en moeten hun deuren sluiten. Voor mij betekent dat grote zorgen over kwetsbare mensen in onze samenleving.
Als je nu weinig geld kunt verdienen, dan heeft dat ineens enorme consequenties. Wat nu als één van mijn dierbaren het binnenkort niet allemaal meer kan bolwerken, en daar voor de Albert Heijn zit zonder goede slaap- of leefplek? Nu is dat misschien nog vooral een doemscenario, maar als we niet snel iets doen wordt alle armoede over de hele wereld nog veel groter en zorgwekkender.
Niet alleen moeten er altijd betrouwbare vangnetten zijn voor mensen die het niet rond kunnen breien, maar we moeten ook anders gaan kijken naar hoe we energie niet hoeven te verspillen, hoe we alternatieve methoden kunnen inzetten die energiegebruik meer kunnen beperken, en ook moeten we kijken naar meer klimaatvriendelijke alternatieven in onze energievoorziening, zodat we minder afhankelijk worden van gewonnen grondstoffen. Maar hoe veranderen we een manier van leven die we al generaties lang gewend zijn? Hoe zorgen we dat er na deze enorme crisis geen duizenden mensen op straat hoeven te leven?
Ik weet het niet. Verandering is iets wat soms erg veel tijd en concentratie vergt. Ook ik vergeet nog wel eens om de verwarming korter aan te zetten en op een lagere temperatuur. Ook ik bedenk me nog niet altijd bij alles wat ik koop dat ik voorzichtiger moet zijn met mijn geld. Ik ondervind veel verdriet van de klappen die anderen te verduren krijgen, maar hoe help ik zelf echt op een waardevolle manier mee aan een oplossing? Ik heb heel veel respect voor alle jongeren en activisten die meelopen met de klimaatmarsen, en die de gekste toeren uithalen om de problematische energievoorziening onder onze aandacht te brengen. Zij zijn zich er echt van bewust hoe nodig verandering is. Want het is echt niet meer een probleem van de lange termijn. Er is nu al veel ellende, verdriet en gebrek door ons omgaan met energie, en door conflicten in landen om ons heen die ons hierin beïnvloeden.
Ik hoop dat het voorbeeld van de dakloze meneer die ik dag aan dag groette, en ook de moed van iedereen die opstaat tegen het huidige systeem, mij mag helpen om echt te veranderen. Want iedere kleine verandering draagt weer bij aan het grotere geheel.