Afgelopen jaar verscheen van de hand van Judith Koelemeijer de biografie van Etty Hillesum. Sinds in 1981 een selectie uit de dagboeken van Etty Hillesum werd gepubliceerd onder de titel Het verstoorde leven is de belangstelling voor deze bijzondere vrouw gestaag gegroeid. Ik weet nog hoe ik zelf als 23-jarige theologiestudent in Kampen door dit boek omver werd geblazen. Ook de latere uitgave van haar brieven uit Westerbork en natuurlijk de integrale publicatie van haar dagboekschriften heb ik bijna ogenblikkelijk na hun verschijning gelezen. Ik was en ben bepaald niet de enige. Mensen over de hele wereld voelen zich aangesproken door de stem van deze vrouw die tot getuige werd van haar tijd.
Judith Koelemeijer begint de biografie op 3 februari 1941. Etty is dan 27 jaar. Twee jaar eerder had ze haar doctoraal rechten behaald. Ze doet niets met haar meestertitel, maar verdiept haar liefde voor de Russische taal en cultuur door colleges te volgen in Amsterdam en Leiden, totdat de nazi’s dit onmogelijk maken. Op die koude, winterse dag in februari brengt Etty vanuit haar Amsterdamse kamer een eerste bezoek aan de man die ze tot dan toe alleen van naam kende: Julius Spier, een Jood van Duitse komaf, die in 1939 naar Nederland was gevlucht en in Amsterdam zijn werk had hervat als handlijnkundige en dieptepsycholoog in de school van Carl Gustav Jung. Nog geen veertien dagen later begint Etty op aanraden van deze Spier aan de eerste van haar elf dagboekschriften om zich al schrijvend rekenschap te geven van de processen die zich in haar afspelen en orde te scheppen in haar innerlijke chaos. Hun ontmoeting ervaart ze als een wedergeboorte. “Op 3 februari 1941 ben ik ter wereld gebracht,” aldus Etty. Tussen beiden ontstaat een relatie die veel verdergaat dan die van een therapeutisch begeleider met zijn leerling en die alle stadia doorloopt van verliefdheid en wederzijdse erotische aantrekkingskracht tot en met diepe, innige vriendschap.
Koelemeijer grijpt de kennismaking van deze twee mensen aan om ons vervolgens mee te nemen naar de jeugdjaren van Etty en haar beide broers, Jaap en Mischa, en de bewogen achtergrond van hun ouders, Louis Hillesum en Riva Bernstein. Alle vijf zijn zij door de nazi’s vermoord. Op 7 september 1943 vertrok vanuit Westerbork een goederentrein naar Auschwitz met 987 joden, onder wie Etty, haar ouders en haar jongste broer. Haar oudste broer Jaap werd enige tijd later via Westerbork naar Bergen-Belsen gedeporteerd. Door het Rode Kruis is 30 november als de sterfdatum van Etty opgegeven. Vanaf 1941 tot haar dood heeft zij een enorme innerlijke ontwikkeling en spirituele groei doorgemaakt, waarvan wij door de gepubliceerde dagboeken en kampbrieven deelgenoot kunnen worden.
De biografie geeft een kleurrijk en genuanceerd beeld van Etty’s leven, waarin haar keuze om “het lot van haar volk te delen” zo’n beslissende rol heeft gespeeld. Koelemeijer heeft allerlei nog onbekend materiaal weten te verzamelen. Die ongelooflijke schat aan informatie heeft ze geordend en vormgegeven tot een boek dat zich laat lezen als een meeslepende roman. Niet over een heilige, maar over een hartstochtelijk bewogen vrouw van vlees en bloed.
Judith Koelemeijer, Etty Hillesum: Het verhaal van haar leven
Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2022
ISBN 978 94 638 2174 2 | € 34,95