“Een half jaar geleden zag ik de beroemde werken van Figeland in Noorwegen. Ze maakten indruk. Bij elk stuk dacht ik: Het is goed, dat dit gemaakt is. Hij maakte wat hij moest maken. Hij maakte iets goeds. Een mens die iets goeds maakt, doet waarvoor hij gemaakt is. Het verleent zin aan je bestaan. Al scheppend kom je tot je bestemming. Een mens die lange tijd niets maakt, gaat zich rot voelen.”
Iets goeds maken
Dit zijn woorden van de Groningse schilder Egbert Modderman. Ik kreeg een kans met hem een spaatje dieper af te steken naar de overtuigingen die onder zijn werk schuilgaan. Het liefst noemt hij zich een ‘Groningse ambachtsman’, die een ‘lokaal product’ maakt. Schilderen is voor hem allereerst op ambachtelijke wijze iets maken, wat goed is. Het is de roeping van elk mens, met zijn specifieke gaven iets goeds te maken.
Goed doen
Naast iets goeds maken is goed doen een belangrijke overtuiging in Egberts werk. “Het komt bijna in al zijn schilderijen aan de orde.”Iemand staat in een opwelling van goedheid op voor een naaste en zegt: “dit moet niet mogen!”. Die sterke emotie waarop iets goeds gebeurt, vind ik boeiender dan de rest van het verhaal. “Dat moment probeer ik weer te geven. Iemand die goed doet roept bij mensen het verlangen op meegenomen te worden in een groter verhaal, aan de goede kant staan in de strijd tussen goed en kwaad. Denk aan de Narniakronieken van C.S. Lewis of Game of Thrones.”
Samen duiden
Egbert vindt dat schilder en kijker gezamenlijk moeten duiden wat er gebeurt op het schilderij. Een voorbeeld daarvan is het portret van Maria Magdalena. Zij is eeuwenlang afgeschilderd als prostituee. Egbert zette niet simpelweg het tegendeel neer. Hij schilderde een elegante verschijning met een gelaagde blik. Die suggereert dat haar levensverhaal complexer is dan wij denken. Ooit hoorde hij een kunstenaar zeggen: “You draw them in with beauty and you keep them with intelligence.” Je trekt mensen naar binnen met schoonheid, je houdt ze binnen door ze wat te denken te geven.
Ontregelen
Egbert maakt graag schilderijen ‘waar je niet omheen kunt’: “Een schilderij moet je roepen, ontregelen, een stok in je wiel steken. Dat maakt Bijbelse verhalen ook zo geschikt om mee te werken. Ze zijn vaak tegendraads en bevatten zoveel drama en emotie.”
Hij herkent de fullness-ervaringen waar Charles Taylor het over heeft in A Secular Age (2007, p. 43): ontroerende en ontregelende ervaringen die doen vermoeden dat er een hogere fullness/volheid bestaat, een plaats of een activiteit of toestand waar het leven rijker is."
Haalbare identificatie
Egbert maakte een levensgroot schilderij over Abraham, nadat die van God de opdracht kreeg zijn enige zoon te offeren. Veel schilders kozen ervoor het moment te vereeuwigen waarop Abraham het mes heft om Izak te doden (Genesis 21). Het lukt weinig gelovigen zich te identificeren met Abraham en Izak. De gemiddelde gelovige heeft nooit zijn enige kind vastgebonden op een altaar met een mes in zijn hand, waarna een Engel van de HEER voorziet in een alternatief offer. Egbert koos daarom bewust voor een ander perspectief vanuit het kleine zinnetje, waarin gezegd wordt dat Abraham ’s morgens vroeg opstaat (om alles voor te bereiden). Je ziet hem wakker worden, je hoort zijn gewrichten kraken, hij werpt een blik op zijn vredig slapende zoon, die hij met Sara alsnog kreeg, prachtig cadeau van diezelfde God… Hij gaat naar buiten en begint takken te sprokkelen, die nog vochtig zijn van de dauw, de zon komt majestueus op en wint aan kracht…
Deze episode komt veel dichter bij mensen. Welk mens is nooit opgestaan met lood in zijn schoenen, vreselijk opziend tegen wat die dag komen gaat? Die emotie kennen we allemaal. We kunnen ons daarom veel gemakkelijker identificeren met wat Abraham onderaan de berg doet, dan boven op de berg.
Terug naar de kern
Egbert zoekt in zijn werken naar het universele, tijdloze en essentiële. In zijn werken tref je geen mensen in jeans of sneakers aan: “Met sneakers en jeans ben je tien jaar modern. Dan raak je uit de mode en ben je vijftig jaar ouderwets. Daarna moet je maar afwachten of je felbegeerd vintage wordt of afgedankt wordt op de gemeentewerf.” Zijn antwoord doet denken aan een uitspraak van Leonardo Chirico: “Een kerk die vandaag volledig bijdetijds is, is morgen ouderwets.” De meerderheid van zijn schilderijen over de zeven werken van barmhartigheid is in een vesper onthuld in de Martini: dat gebeurde in stilte in de context van een eeuwenoude liturgie.
Concluderend
Iets goeds maken, goed doen, samen duiden, ontregelend aanwezig zijn, haalbare identificatie, zoeken en verwijzen naar de kern: deze zes componenten schetsen voor mij de contouren van een originele theologie die zowel ons denken als ons handelen uitdaagt. Ze worden ons aangereikt door een Groningse ambachtsman, iemand uit een andere discipline. Dat verbaast me niet. Het mooiste boek dat ik las over de Bergrede was van een niet-theoloog: Feitse Boerwinkel. Het mooiste boek dat ik las over Jezus was van een journalist: Philip Yancey. Iemand die een beetje meer op afstand staat van de berg ziet hem vaak scherper dan degene die hem beklimt.