‘Lang leve de wiet!’ hebben sommige hippies misschien gedacht, toen ze in de folkscene van de jaren zestig het strijdlied ‘God Bless the Grass’ meezongen. Maar zo was het niet bedoeld door de vrouw die het geschreven had. Malvina Reynolds (1900-1978) was een singer-songwriter met een boodschap. Zij zag het taaie gras dat zich niet laat verdelgen en greep dat beeld aan voor een raak, eenvoudig liedje dat telkens over diepere dingen blijkt te gaan.
In een versteende wereld, omringd door massieve machtsblokken van onrecht en geweld wordt ingezoomd op de nameloze kansarmen die dapper overeind proberen te blijven. Ze verdienen onze sympathie en steun: hou vol! Omgekeerd is het voor ons een bemoedigende aanblik. Zij staan aan de goede kant, en helpen ons herinneren wat er van ons gevraagd wordt. De wereld waarin we leven is niet bedoeld als een ‘onderhoudsarme tuin’ (een term die pijnlijk illustreert hoe het hier soms toegaat). Hopelijk staan we niet alleen, als we daar oog voor hebben, en komt het goed.
Zal de waarheid overwinnen? Malvina Reynolds rekent erop. Zij steekt ons een hart onder de riem. Toch is er veel veranderd met de komst van sociale media. Onder sommige regimes krijgt de waarheid nu geweldige kansen om ‘ondergronds te gaan’, maar intussen zien we om ons heen hoeveel zulk gras te duchten heeft van verstikkende wildgroei en levensbedreigende parasieten.
Dit voorjaar kreeg het lied in Nederland nieuwe aandacht in kerkelijke vieringen rond Pasen en bij de herdenking op 4 mei. Voor de liturgie gebruikte men een recente vertaling van Stadjer Leonard Scheurkogel. Zijn tekst klinkt zestig jaar later net iets minder optimistisch of zelfverzekerd: uiteindelijk zijn niet wij het, die bepalen “wat waar is, wat mooi is en goed”. Er is een ander perspectief, buiten onszelf. Waaraan we dat alles mogen voorleggen en ook onszelf toevertrouwen, met onze beperkingen, in onze onmacht. Op hoop van zegen, want de schepping zou God ter harte moeten gaan. Zo doet dit lied een dringend beroep op de hogere werkelijkheid die ons van oudsher is bijgebracht: de God van de waarheid en het leven.
God, zie het gras
God, zie het gras in de kreukels van de straat
Ze sturen een stoomwals in de hoop dat het vergaat
Maar die hele plak asfalt ligt te wachten op z’n eind:
tot het wegdek scheurt en het gras weer verschijnt
God, zie het gras
God, zie hoe waarheid zich een weg baant naar het licht
Bedolven onder leugens, vertrapt en haast gezwicht
gaat ze zachtjes ondergronds, en kruipt en doet,
en sluipt op de tast nieuwe vrijheid tegemoet
God, zie het gras
God, kies voor het gras, dat het wint van beton,
dat het leven voelt stromen en wil zingen in de zon,
dat zo teer en veerkrachtig vasthoudt aan zijn lied
– want beton is gewapend, maar beton leeft niet
God, zegen het gras
U weet wat waar is, wat mooi is en goed
het groene gras met zijn wortels en zijn levensmoed,
de kleine mens in zijn armoe die bijna bezwijkt
– Laat ’t groeien en bloeien als u ernaar kijkt,
God, zegen het gras
Malvina Reynolds
vertaling Leonard Scheurkogel