Het geboorteverhaal van Jezus uit het evangelie van Lucas is vele malen verbeeld. Een anonieme meester schilderde rond 1380 zijn verbeelding ervan op een eikenhouten paneel. Ik zag het paneel in 2012 op de expositie ‘De weg naar Van Eyck’ in Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en ik ben ervan gaan houden. In dit theologisch artikel wijs ik u op een aantal bijzonderheden van dit schilderij.
Het maakt deel uit van een ensemble van vier panelen waarvan er twee in het Antwerpse Museum Mayer van den Bergh hangen. Het kan zijn dat het vierluik deel uitmaakte van een reisaltaar van Philips de Stoute (1342-1404). De gebruikte materialen voor dit paneel en de kledingstijl kunnen duiden op een maakproces in Bourgondische hofkringen.
Middeleeuwse schilderijen vormen een feest van kleur in een grauwe wereld, een dans met vormen in hoekige wereld en vooral de reflectie van een hemelse goddelijke wereld in het aardse bestaan. En bovenal vormden schilderijen in de middeleeuwen ook een theologisch statement. De schilder mocht nog zo virtuoos zijn – en gelukkig laat hij dat zien – zijn werk diende in de eerste plaats een ander doel: de glorie van God.
Het Woord is mens geworden
Jezus’ geboorte is een aardse gebeurtenis. In die aardse gebeurtenis is God aan het werk. De geboorte leent zich dan bij uitstek om de glorie van God in de wereld te schilderen. Fysiek boden Lucas 2 en Mattheüs 1 wel een handvat. Maar met name het evangelie van Johannes kleurde het theologisch statement: “In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het woord was God. (…) Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige zoon van de vader.” (Johannes 1:1-14). Dat is wat verbeeld wordt op dit schilderij: het Woord is mens geworden en woont bij ons. Een aantal bijzonderheden maakt dat duidelijk.
Een tastbaar mensenkind
Laten we beginnen bij het kind. Het wordt zo’n beetje in het midden van het schilderij vastgehouden. Het is nog maar net geboren en het draagt al een aureool rond het hoofd, teken van hemelse heiligheid. Een vrouw, waarschijnlijk een vroedvrouw (er gaat in de middeleeuwen een legende over een vroedvrouw rond die ervan overtuigd is dat kinderen uit een maagd geboren kunnen worden, haar naam is Zebel – misschien is zij afgebeeld), houdt het kind vast om het in de voederbak te leggen. Of neemt ze het eruit om het bij zijn moeder te leggen? Hoe dan ook: ze houdt het vast, het kind is van aards vlees en bloed. Bij hun voederbak snuffelen os en ezel nieuwsgierig en teder aan het kind, het is dus echt een tastbaar en aanraakbaar mensenkind.
Maria ziet op Jozef toe
Maria, de moeder, zij is het grootst afgebeeld en valt het meest op. Ze ligt op een matras (een schapenvacht?) op een bed van graan om uit te rusten. Maria draagt een hemelsblauwe mantel: blauw was een dure kleurstof, het tekent haar uitverkiezing, gekozen om het goddelijk kind te baren. Opvallend genoeg richt ze zich niet op haar kind – in goede handen van de vroedvrouw, maar op Jozef. Ze ziet op hem toe. Zij is meer dan hij.
Luiers uit een kous
Jozef heeft een ontbloot rechterbeen. Zijn kous heeft hij in zijn hand. Hij snijdt er met zijn zakmes stukken uit bedoeld als luier voor het kind. Men zou kunnen zeggen: ver voor onze genderdiscussies over de geijkte rollen van man en vrouw, ontsnapt Jozef al aan het mannelijk gedragspatroon (ook hier klinkt een legende mee, maar dat laat ik nu maar even). Zie ook hoe Jozef als een oude man is afgebeeld, het is niet de viriele kracht van een jongeman die het kind verwekt heeft. Kortom: het kind heeft een andere herkomst. Zo wordt benadrukt dat Gods kind mens is.
De wereld baadt in goud
God zelf is ook afgebeeld. Dat is altijd een waagstuk, misschien beter niet te ondernemen, maar hier: menselijk is hij afgebeeld, zijn vingers ten zegen heffend. Hij is het die de wereld draagt (in zijn linkerhand) en dus ook dit moment van de wereld. En die wereld, die baadt in goud. Zo kostbaar. Dat het de alledaagse wereld is, is te zien aan de bomen, de rotsen en het gras.
De schilder heeft het tafereel van Jezus’ geboorte in zijn eigen tijd geplaatst op een gouden achtergrond en zijn aardse moeder uitverkozen vooraan; zo wordt de kijker in staat gesteld het theologisch statement van dit paneel te ‘zien’. Dat statement kan luiden: God wordt mens, de aarde glanst ervan en is gezegend met deze mens.
In de veertiende eeuw! Voor de gelovige kijker kan het dan tegelijk een oproep worden om te zien waar Gods menswording in zíjn of haar eigen dagen gebeurt.