De titel hierboven moge bij eerste horen vreemd klinken – wat heeft spiritualiteit (als beleefd en geleefd geloof) nu met de cultuur te maken, en zeker met een breukvlak in de cultuur? Wie echter bedenkt hoe ouders of grootouders in hun geloven kinderen van hun tijd waren, komt al dichter bij ‘veranderend geloof in een veranderende cultuur’. Een zicht op de hedendaagse cultuur-in-verandering (met als karakteristieke elementen: postchristelijk en postmodern) kan daarom een inzicht bieden op ‘geloven-in-verandering’ vandaag.
Postchristelijk – het einde van een tijdperk
Als keizer Constantijn in de vierde eeuw het christendom tot staatsgodsdienst verklaart, volgen er meer dan tien eeuwen waarin het christendom een dominante (machts)positie heeft in de westerse cultuur. Natuurlijke en bovennatuurlijke wereld waren van elkaar gescheiden en tegelijk met elkaar verbonden, en vormden de vanzelfsprekende leef- en geloofswereld van mensen. Deze ‘premoderne’ cultuurfase gaat vanaf de zestiende eeuw over in de ‘moderne’ cultuur. ‘Postchristelijk’ markeert zo het einde van een tijdperk als de christelijke godsdienst haar alleenheerschappij verliest en met de zich ontwikkelende natuurwetenschap in een moeizame dialoog over ‘geloven’ en ‘weten’ komt.
Postchristelijk is niet hetzelfde als onchristelijk. Maar tot vandaag toe is de spanningsverhouding tussen ‘geloven’ en ‘weten’ te speuren in het oordeel dat de rationaliteit van wetenschap religie overbodig maakt en in het vermoeden dat religie er niet voldoende in slaagt de rationaliteit vruchtbaar te confronteren met haar beperkte zorg voor een menselijke samenleving. Ondanks de veelgeprezen ‘vooruitgang’ slaagde de moderne cultuur er niet in om de dieptepunten als twee wereldoorlogen, tot en met Auschwitz, te voorkomen.
Kerk en cultuur in gesprek
Het is nog niet lang geleden dat in de belevingswereld van christenen ‘kerk’ en ‘wereld’ scherp tegenover elkaar stonden. Maar vanaf de tweede helft van de vorige eeuw veranderde langzaam maar zeker die spanningsverhouding tussen kerk en cultuur in een dialogische oftewel gespreksverhouding als zich de ‘postmoderne’ cultuurfase aandient, waarin ook de christelijke geloofstraditie deelt.
In de postmoderne cultuur vandaag worden voorheen absolute tegenstellingen – zoals die tussen rationaliteit en religiositeit – gerelativeerd en vanuit een open dialogische houding bezien.
Verbrede rationaliteit: zorg en aandacht
Postmodern denken staat kritisch tegenover de pretenties van een vernauwde rationaliteit in de moderne tijd die tekortdoet aan menselijkheid en tot technocratie leidt. Wetenschap lost niet slechts problemen op, maar kan ook problemen oproepen. Wat doen mensen met wetenschap en vooral: wat doet wetenschap met mensen? Een ‘verbrede rationaliteit’ onderstreept de zorg en aandacht voor de mens en beschouwt het als misverstand om kennis te identificeren met waarheid en wetenschap met wijsheid.
Hier ontmoeten ook postmoderne cultuur en christelijke geloofstraditie elkaar. Christelijk geloof bepaalt de mens bij existentiële vragen. Maar de vraag is wel hoe gestalte en betekenis daarvan veranderen in een veranderende cultuur.
Van dogma naar zingeving
Als we in ‘secularisatie als verval’ geloven, lijkt het erop dat christelijk geloof in onze dagen zijn tijd heeft gehad, ofwel zijn kansen verspeeld. Maar de postmoderne cultuur roept een ander beeld op. Welke betekenisvolle gestalte zou christelijk geloof, toegespitst op een enkel woord, vandaag kunnen aannemen?
Het is in een postmoderne cultuur de vraag naar de zingeving van het leven die, op uiteenlopende wijze religieus gemotiveerd, grenzen van traditionele kerk en godsdienst overschrijdend, mensen verbindt. Dat woord ‘zingeving’ kan enig zicht bieden op een veranderend geloof in een postmoderne cultuur. In de traditionele gestalte van kerk en christelijke godsdienst is zingeving ingekleurd door bijbelse verhalen en ingepakt in leer- en geloofsvoorstellingen. De narratieve dimensies van bijbelse verhalen bieden ruimte aan hoorders in kringen van kerk en godsdienst die – ook – deel uitmaken van een cultuur die gekenmerkt is door processen van pluralisering en individualisering. De dogmatische dimensie van de leer en bijpassende geloofsvoorstellingen hebben lange tijd een ‘tegencultuur’ gemarkeerd en werkten steeds meer vervreemdend waar het om zingeving ging.
Zingeving als zorg voor de ander
Zingeving als menselijke opgave verwijst naar twee richtingen. Gericht op het eigen innerlijk verwijst ze naar het zichzelf zijn in gestalten van spontane of methodische meditatie (van oosterse of christelijke origine), breeduit gepraktiseerd in kerk en cultuur. Gericht op de buitenwereld verwijst zingeving naar een ethisch-existentiële dimensie in de vraag naar verantwoordelijkheid voor de ander en vrijheid. Geïnspireerd door zowel de Grieks-klassieke als de Joodse traditie kiest filosoof Levinas voor de volgorde verantwoordelijkheid-vrijheid: in de zorg voor de ander komt het geheim van de Ander (God) mee, aldus Levinas.
Als een groeiende groep mensen vandaag tot de hierboven geschetste zingeving komt zonder beroep op een traditionele kerk en godsdienst, dan illustreert dat hoezeer christelijk veel meer omvat dan kerk en godsdienst vandaag representeren, ook al droegen zij eeuwenlang die zingeving.
Grensoverschrijdend
Een postmoderne spiritualiteit (te verstaan als ‘beleefd en geleefd geloof’) is, grenzen van kerk en godsdienst overschrijdend, in uiteenlopende en fragmentarische gestalten aan te treffen in cultuur en samenleving vandaag.