Tim Smid
Met het oude jaar nam ik ook afscheid van mijn favoriete tante. Ze stierf vlak voor de eerste lockdown inging. De coronamaatregelen waren niet aan haar besteed. Geen bezoek ontvangen en afstand houden, niets voor haar! Mijn tante leefde van haar contacten. Haar huis stond altijd open voor iedereen en het maakte niet uit hoeveel mensen er waren. Er was altijd koffie (slap met veel melk en suiker), blikjes bier of fris en er waren altijd wel koeken of snoep. Aanschuiven voor het eten was ook geen probleem. Haar bami was legendarisch.
Als kind kwamen mijn broers en ik veel bij mijn oom en tante over de vloer. We lazen er oude Donald Ducks of speelden met de autootjes van mijn grote neef. Bij mijn oom en tante mochten dingen die thuis niet mochten. Er werd stevig gerookt en mijn tante gebruikte andere taal dan onze moeder ons geleerd had. Tante hield van botte, liefst schuine grappen. Toen mijn tante op een verjaardag weer eens een sappig verhaald opgedist had, vroeg mijn schoonzus: “Zei ze nu net ‘geil’?” Het was ons niet opgevallen, dat was bij onze tante heel normaal. Met haar verjaardag maakten we er een sport van om haar een zo gek mogelijke kaart te sturen. Zij genoot ervan. Voor haar zeventigste verjaardag hadden mijn neven en nichten een thuistap gehuurd. Het feest begon 's middags om een uur of vier en 's nachts kwamen mijn broer en ik om half drie weer naar buiten rollen. Ik denk dat ik zelden zo veel heb gedronken als toen en tante liet zich ook niet onbetuigd.
Mijn tante had pleinvrees en kwam daardoor weinig buiten de deur. Daarom had ze het in huis zo georganiseerd dat mensen naar haar toe kwamen. Ze was steevast goed gehumeurd en had altijd wel een sappig verhaal te vertellen. Buren en vrienden liepen in en uit. In het leven zat het haar niet altijd mee. Mijn oom overleed plotseling op zijn zeventigste aan een hartstilstand en mijn neef overleed kort daarop aan MS. Ook haar eigen gezondheid ging achteruit. Ze onderging verschillende operaties maar kwam er steeds weer bovenop. Waarschijnlijk dankzij de mensen om haar heen. Begin dit jaar zag ze het niet meer zitten en wilde ze niet meer. Ze koos haar eigen einde.
Eind dit jaar werd het huis waar ik vroeger vaak kwam verkocht. Als kind keek ik altijd op tegen de luxe houten villa met de donkere meubels, de grote staande asbak, de studeerkamer van mijn oom en de speelkamer, waar mijn tante altijd tv keek. Nu op Funda, leeg en zonder de warmte van mijn oom en tante, zag het huis er donker en vervallen uit. Het huis werd voor een prikkie verkocht.
In de tijd rond de begrafenis raadde het RIVM handen schudden en omhelzen af. Daar hebben we ons, geheel in de lijn van mijn tante, niet aan gehouden. Het afscheid vond plaats in een kerk maar zonder dominee of kerkelijke liturgie. Mijn achterneefje zong ‘As de liefde moar blef winnen’ van Daniël Lohues. Na afloop waren er bier en bitterballen. Ze had het vast jammer gevonden dat ze er zelf niet bij kon zijn.
Nu we door de lockdown niet naar buiten kunnen, moeten we er thuis maar wat van maken, net als mijn tante deed. In haar eigen huis maakte ze haar eigen normaal. Door de lockdown kunnen we thuis weinig mensen ontvangen. Wat we wel hebben zijn de sappige verhalen. Die blijven we elkaar vertellen!