Deze bijdrage lijkt misschien een reclametekst, maar is dat allerminst. In mijn eerste bijdrage aan Kerk in Stad wil ik graag een paar dingen met u delen die voor mij samenkomen in een theater in Praag, waar ik op moment van schrijven ben.
Sinds juli vorig jaar ben ik predikant bij de Remonstrantse Gemeente in Groningen. Vanuit mijn werk maakte ik kennis met de VORK, de VOorgangers in de binnenstad die verbonden zijn aan een lidkerk van de lokale Raad van Kerken. We delen onze werkervaringen en bedenken het thema en de uitwerking van het zomerprogramma (elders meer daarover).
‘Overweldigend. Leven met wat je niet in de hand hebt’, is het thema van dit jaar en overgenomen van een boek van Frits de Lange. Hij beschrijft daarin hoe allerlei ontwikkelingen ons boven de pet groeien, omdat we die niet in de hand hebben. Denk aan de milieucrisis, het vluchtelingenbeleid, de groeiende kloof tussen arm en rijk. Al die processen zijn (of lijken in ieder geval) autonome processen waar wij geen grip (meer) op hebben. Ze kunnen ons overweldigen. We zitten met onze handen in het haar, hoe moeten we nog grip krijgen op die wereld om ons heen, die maar voortraast?
Maar, zo beschrijft De Lange, er is ook die andere overweldiging, de verbazing over de dingen waar de mond je van open valt. Je kunt eigenlijk alleen nog maar ‘goh’ zeggen. Of, zoals de Engelsen dat noemen, het gaat om de ‘wow’-factor. Je staat met de mond vol tanden om de geboorte van je kindje, je raakt gefascineerd door de bergen, of een technisch bouwwerk waarvan je dacht dat het onmogelijk was om dat te bouwen, je raakt overweldigd door de vlucht van duizenden spreeuwen die in prachtige formaties door de lucht vliegen zonder elkaar te raken. Je raakt erdoor overweldigd, maar ook ontregeld. Even heb je geen idee wat je nog meer zou moeten of willen.
Je wordt geraakt door wat je ziet of wat je meemaakt, het tilt je misschien even boven je eigen sores uit. Zoals gezegd ben ik op moment van schrijven in Praag. Daar zag ik de dansvoorstelling Any attempt will end in crushed bodies and shattered bones van de Belgische choreograaf Jan Martens. Elke beschrijving van dat stuk en uitleg van de titel doet er afbreuk aan, maar ik begrijp nu wat De Lange bedoelt met zijn uitleg van de metafoor van de dans om uit die overweldiging getild te kunnen worden. In een interview zegt hij daarover dat je elkaar bij de hand kunt nemen om samen een nieuw levensritme te vinden, een cadans om het leven weer aan te kunnen. De metafoor van de dans haalt De Lange bij de Amerikaanse filosoof John Dewey vandaan. In een dans stemmen de danspartners zich elke keer opnieuw op elkaar af om balans te vinden en te houden. En waar er disbalans ontstaat gaan de danspartners weer op zoek naar een nieuwe balans. Met vallen en opstaan zoeken ze een houding tegenover al het overweldigende dat op hen afkomt of waar ze zelf op afgaan. In de choreografie van Jan Martens wordt dat op een overweldigende manier neergezet.
Ten slotte: Ergens in Spanje wordt een vrouw, een danseres vermoord. Na de uitvaartmis in de grote kathedraal van de stad wordt de kist met de overledene de kerk uitgedragen en halverwege het kerkplein neergezet zodat de bezoekers aan de uitvaartmis nog een laatste groet kunnen brengen aan de overledene. Haar man staat ernaast om de condoleances in ontvangst te nemen. Na een paar handen geschud te hebben, besluit hij dat dat niet de manier is om zijn overleden vrouw de eer te geven die haar toekomt. Hij begint te dansen. En het duurt maar even of alle bezoekers hebben een danspartner gevonden en dansen met hem mee.
Had ik maar dansles gehad…