In de middeleeuwse kerk van Zweeloo, een dorpje tussen Beilen en Emmen, staat een bijzondere houten preekstoel uit het jaar 1702. Het is de enige kansel in een Drentse kerk waarop bijbelse verhalen staan afgebeeld: Op alle vijf kanten van de preekstoel zit een eikenhouten paneeltje met zo’n afbeelding. Vandaag gaat het over het vierde paneel.
1 Samuël 16:14-23
Het vierde paneel op de kansel van Zweeloo verwijst zeer waarschijnlijk naar het verhaal van David en Saul; de jonge koning David die harp speelt voor koning Saul. In het bijbelboek 1 Samuël 16 wordt allereerst de jonge David door de profeet Samuël tot koning gekroond en meteen daarna komt David bij de ‘oude’ koning Saul aan het hof.
In die volgorde, zo wordt het verteld en dat lijkt van belang. “En steeds wanneer de geest van God Saul overmande, nam David zijn lier en tokkelde op de snaren. Dat luchtte Saul op en deed hem goed: de kwade geest liet hem dan voor even met rust.”
Op het paneel staat David als harpspeler, als muzikant, als tekstdichter aan wie zo’n zeventig psalmen worden toegeschreven – en dus niet in een andere rol, zoals bijvoorbeeld die van krijgsman. Boven de harp of lier is misschien een boek afgebeeld, wellicht een verwijzing naar de psalmen, naar het Boek der Boeken, naar het Woord dat in de Bijbel staat en dat vanaf de kansel klinkt.
Op het paneel lijkt het alsof Saul met een ratel in zijn hand staat, als een teken dat hij ziek is: een ratel om te waarschuwen voor een besmettelijke ziekte zoals melaatsheid. Of gaat het om een andere ziekte, een geestelijke kwaal rond achterdocht, somberheid, eenzaamheid en wat niet al?
Misschien zit het zo:
Op het eerste paneel worden twee raven naar Elia gestuurd om hem eten te brengen en gaat het om Gods zorg voor het lichaam. Straks, op het volgende paneel gaat het om Gods zorg voor het eten en drinken tijdens de pelgrimsreis onderweg naar het beloofde land. En op dit paneel gaat het om psalmen en muziek, gaat het om Gods zorg voor de geest.
Ja, misschien zit het zo.