Zo, het vakantiegeld is weer binnen. Goede doelen weten dat. Ik krijg diverse verzoeken om een (aanvullende) gift. Giften, die als het aan het nieuwe kabinet ligt, sterk verminderd aftrekbaar worden voor de belastingen. Dat zal de kerk ook merken, die al zo ontzettend veel doet op eigen kosten. Terwijl juist giften het smeermiddel zijn van de samenleving, waarmee je buiten de overheid om eigen keuzes kunt maken.
Natuurlijk, armoede maakt creatief, en leert je keuzes te maken. Als ik vroeger een cent had, kon ik een snoepje kopen bij snoepwinkel Doetjes. Je móest wel kiezen, dat kon niet anders. Had je daarentegen een stuiver, dan mocht je zes soorten uitzoeken. Dan was je echt rijk…
Erasmus had ook zijn prioriteiten. Hij was rijk aan ideeën, maar leefde sober. “Als ik weinig geld heb, koop ik boeken; als ik dan nog iets overhoudt, koop ik eten en kleren.”
Money makes the world go round, zong cabaretier Liza Minnelli. Geld lijkt alles mogelijk te maken. We weten inmiddels beter.
Wie het niet heeft, wil het hebben. Wie het wel heeft wil méér. Wie veel heeft wil nóg meer – het escaleert. Voortdurende geldzucht drijft niet alleen de mens, maar ook grote commerciële partijen. Ter wille van uitkeringen aan aandeelhouders kopen investeringsmaatschappijen voorheen publieke sectoren op zoals in de zorg, volkshuisvesting en het onderwijs, maar ook grote bedrijven in de kinderopvang, de accountancy, etc. Voor criminelen kan het een vorm van witwassen zijn.
De maatschappelijke gevolgen – daar zitten ze niet mee. Kwaliteitsverbetering – geen doel. Vermindering van de kosten en daarmee snel rendement voor wie geïnvesteerd heeft. Rupsje Nooitgenoeg, zouden mijn kinderen meteen roepen. Helaas gaan de winsten zelden naar de werknemers of de consumenten. En de overheid mag de brokken opruimen. Die moet bezuinigen, maar niemand wil meer belasting betalen. Belastingen zijn een basale vorm van solidariteit. Wie ze ontwijkt, kiest voor zichzelf.
“Geef de keizer wat des keizers is, en God wat van hem is,” sprak Jezus al. Hij ragde de geldwisselaars en kooplieden van het tempelplein af, omdat ze met hun onreine zaakjes het heiligdom bezoedelden. Een verfrissend activistisch moment van Jezus, een voorbeeld voor christenen die zich teweer willen stellen tegen de uitbuiting van de aarde, nota bene Gods schepping. Judas’ geldzucht leverde hem dertig zilverlingen op, maar maakte hem allesbehalve gelukkig.
Wie rijk wil zijn moet niet zijn vermogen vermeerderen, maar zijn hebzucht verminderen, wist de filosoof Plato zo’n 2400 jaar geleden al.
Rijken hebben grote moeite om in de hemel te komen, lezen we. Aardse rijkdommen blijken geen garantie. Wat heb je ermee gedaan? Heb je gedeeld, aan de armen gedacht, rechtvaardig en verantwoordelijk geleefd? Gedaan wat God van ons vraagt? Geld en gemeenschap hangen samen in de Bijbel. In Handelingen 4 lezen we “Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk.” Bij verkoop ging de opbrengst naar de gemeenschap. Een mooi beeld.
Hebben wij niet allen ons bezit te leen? En wat doen we daarmee tijdens ons leven?
‘It lêste himd hat gjin bûsen,’ luidt een Fries spreekwoord. En sa is it mar krekt.*
* “Het laatste hemd heeft geen zakken” – “En zo is het maar net.”