Dit is het tweede boek dat ik bespreek van Janet Lewis – enige tijd geleden heb ik ook De vrouw van Martin Guerre van haar besproken. Zij is helemaal niet zo’n bekende schrijfster uit de vorige eeuw. Ze heeft altijd in de schaduw gestaan van mannen als Aldous Huxley, met wie zij samen op school en in de redactie van de schoolkrant zat. Overleden in 1998, er was nog nooit werk van haar vertaald. Maar sinds 2020 dus twee romans – van een reeks van drie, die zij schreef naar aanleiding van een oude kroniek van beruchte rechtszaken, waarin indirect bewijs een grote rol speelt.
Zij doet dat op een onnavolgbaar knappe manier. Wat mij betreft hoort zij bij de grote Amerikaanse schrijvers van de vorige eeuw. Ook deze roman speelt in een ver verleden, in het Denemarken rond 1625. Wederom speelt een en ander zich af in een boerenomgeving, en ook in deze roman kloppen de historische feiten (waar het verder niet zozeer om draait) precies – het is meer de tijdgeest die je helemaal meeneemt naar die oude tijd, met bijgeloof en een dominee die tegenover zijn trouwe bediende Vibeke laat weten daar niet van te zijn. Prachtig wordt beschreven dat een dominee in die tijd ook een boerenbedrijf runde, met bijbehorende knechten. Een aparte vermelding wat mij betreft verdient ook Lewis’ beschrijving van de natuur, en dan vooral de wisselende lichtval en het schaduwspel. Zonder dat dit een moment gaat vervelen, zie je het Deense landschap voor je, ook als je er, zoals ik, nooit bent geweest.
De dominee is ook een gewoon mens, met, toegegeven, driftbuien. Als op een kwade dag het vuige heerschap Morton Bruus bij hem langskomt laat die een verlekkerd oog vallen op de zeventienjarige dochter Anna, en komt dan ook maar gelijk ter zake: hij vraagt de dominee om haar hand. Dominee zat net te werken aan een preek over zachtmoedigheid: “Zijt niet haastig in uw geest om te toornen; want de toorn rust in de boezem der dwazen.”
Maar nu raakt hij buiten zinnen en slaat deze Morton zijn huis uit: wie aan Anna komt, komt aan hem. Hij heeft daar onmiddellijk spijt van: een karakterzwakte. En dan stuurt Morton zijn broer Niels op dominees dak, zogenaamd om te werken als knecht, maar het loopt erop uit dat deze Niels dominee Sören het bloed onder de nagels wegtreitert. En dan wordt Niels vermoord… Het lieflijke van Anna, de gemoedelijkheid van dat boerenbedrijf, de in wezen ingoede dominee Sören: wat een contrast met wat er gebeurt.
Of is hij wel vermoord? Sören heeft de schijn tegen, wordt ondanks de hulp van familie en een bevriende rechter ter dood veroordeeld, en het meest vreemde: hij berust in zijn lot, bekent uiteindelijk, heel belangrijk in die tijd. Waarom? Dat wordt wel duidelijk. Is er sprake van een rechtsdwaling? Lees. En mail mij uw bevinding – wat is er werkelijk gebeurd? Ik ben er nu nog niet zeker van…
Reacties: dejager.reinder@gmail.com
Janet Lewis, Het proces van Sören Quist, vertaald door Paul van der Lecq
Amsterdam: Cossee, 2021
ISBN: 978 90 593 6977 1 | € 24,99
-