“Ik leerde mijzelf orgel spelen uit een boek”
Interview met Dick Dijkstra, al veertig jaar organist van De Fontein

Met bijzonder weinig voorkennis ging ik het gesprek aan met Dick Dijkstra – dat hij in april daar veertig jaar organist is, was het enige dat ik wist. Iemand die zo lang aan een kerk verbonden is: genoeg reden voor een gesprek. Het toeval wilde dat de fotograaf die ik van de redactie meegekregen had, Petra Elzes, vroeger nog samen met hem op school gezeten had. Terwijl zij hem in een foto probeert te vangen, spelend op dat voor mij onbekende en verrassend mooi klinkende orgel, kwamen de vragen bij mij op.

Reinder de Jager
Stadjer6
Dick Dijkstra. Foto: Petra Elzes

Dick, je speelt dus al veertig jaar orgel? En dat doe je voor je beroep?
“Nee, ik ben geen beroepsorganist – en ik speel al veel langer orgel. Op mijn zestiende speelde ik mijn eerste dienst in de Gereformeerde Kerk van Den Andel. Dat was op een elektronisch orgel, toen heel modern, nu niet meer wat je zou willen. Daarna ben ik nog ongeveer tien jaar organist geweest in Baflo – daar speelde ik wel op een groot Pels-orgel.”

Hoe ben je dan hier in De Fontein in Groningen beland?
“In 1973 werd ik benoemd als onderwijzer hier in Selwerd. En het was in 1983 dat er in het toenmalige hervormde kerkblad een advertentie stond, dat De Wingerd een organist zocht. Daar ben ik voor aangenomen! Mijn eerste dienst was in april 1983. Tot 1998 heb ik daar het Blank-orgel bespeeld. In dat jaar werden De Wingerd, De Regenboog en de Goede Herderkerk gesloten en werd ik organist op het Mense Ruiter-orgel in de nieuwgebouwde Fontein.”

Dus veertig jaar verbonden aan deze wijkgemeente…
“Ja inderdaad… Maar daarvoor heb ik ook nog gespeeld in Wehe-den-Hoorn en Warfhuizen. In Wehe-den-Hoorn (die kerk is inmiddels omgebouwd tot een dorpshuis) moest ik zondagochtend vroeg ook nog met een krijtje de liedborden schrijven. Dat orgel, dat werd nog getrapt door een balgentreder: de smid, die tegenover de kerk woonde, kwam dan een kwartier voor de dienst om te pompen, en dan kon ik gaan spelen. En Warfhuizen – dat behoorde tot dezelfde kerkelijke gemeente – in die kerk woont nu broeder Hugo… Daar stond toen, en staat nog waarschijnlijk, een mooi twee-klaviers orgeltje!”

Ik heb begrepen dat jullie organisten toch wat moeite hebben moeten doen om het orgel van de Goede Herderkerk hier geplaatst te krijgen?
“Ja, dat klopt! Daar hebben wij als organisten ons sterk voor gemaakt. Daar moest een balkon voor gebouwd worden dat niet in de oorspronkelijke bouwplannen van De Fontein voorzien was, en de kerk moest eerst een jaar ‘drooggestookt’ worden (toen is dat orgel tijdelijk bij orgelbouwer Mense Ruiter opgeslagen geweest). In die tijd behielpen we ons eventjes met een elektronisch orgel. Maar toen het uiteindelijk geplaatst was, klonk dit orgel hier fantastisch!”

Je bent hervormd van huis uit?
“Nee, van oorsprong ben ik gereformeerd: ik heb mijn vrouw in de jaren zeventig ontmoet op een reis van de Cantorij van de Nieuwe Kerk (daar ben ik inmiddels ook zo’n vijftig jaar lid van) naar Avignon, waar we tijdens de Hoogmis op Paasmorgen zongen. En zij was hervormd, toen nog wel een ding…”

Mag ik concluderen dat je met muziek bent opgegroeid?
“Ja, dat kun je wel stellen. Mijn opa was koster in de Gereformeerde Kerk van Munnekezijl en ik mocht wel eens mee om bijvoorbeeld te zien hoe hij die enorme verwarmingsketel daar opstookte. En daar mocht ik ook wel achter dat orgel wat uitproberen. Toen mijn ouders in de gaten kregen hoe leuk ik dat vond, hebben zij een harmonium aangeschaft – mijn oom knapte oude harmoniums op. Daar zat een boek bij: Goldschmedings Harmoniumschool. Uit dat boek heb ik mijzelf destijds orgel leren spelen. Nadeel is wel, dat je dan een vingerzetting leert die je eigenlijk nooit meer afleert… Totdat een collega-onderwijzer later tegen me zei dat ik maar een echt orgelles moest nemen. Dat was bij Piet Wiersma, op dat orgel in de Goede Herderkerk. Daar heb ik me meer gericht op kerkmuziek – mede door mijn muziekleraar op de Kweekschool, Evert Westra. Ik had ook muziek als specialiteit, en deze leraar heeft mij toen bij de Cantorij gekregen, waar hij dirigent van was.”

“Tegenwoordig moet alles opgeleukt worden met drums en gitaren…”

En dat heb jij ook als onderwijzer wel kunnen doorgeven aan kinderen…
“Ja, ik heb veel gezongen met kinderen. Toen ik begon als onderwijzer studeerde je elke week een nieuw lied in van het toen net ingevoerde liedboek. Dat zou nu niet meer kunnen – te veel kinderen op school die niet van christelijken huize zijn. Tijdens mijn werk op school heb ik destijds ook het Gehrels-diploma gehaald – een grondige methode om kinderen op de lagere school te leren zingen. Zou nu ook niet meer kunnen – tegenwoordig moet alles opgeleukt worden met drums en gitaren… En dat is wel een beetje jammer.”

Je bent al even met pensioen?
“Ja, ik ben in 2011 met vervroegd gegaan – na achtendertig jaar in het onderwijs, en sinds 1980 ook als hoofd van de school. Op het laatst was ik meer manager dan onderwijzer, dus toen vond ik het welletjes. Daarna ben ik veel vrijwilligerswerk gaan doen. Ik zit nog steeds twee dagdelen op het Scoutinggebouw als beheerder van gebouw en tuin. En ik ben sinds 2013 kerkmeester van De Fontein. Eigenlijk een beetje in het voetspoor van mijn opa… Ik ben ook erg betrokken geweest bij de recente verbouwing hier.”

Nog even als organist: welke liederen speel je het liefst?
“Psalmen! Dat zijn sterke melodieën, en het is fantastisch om dan met zo’n zingende kerk in je rug die te laten klinken!”

 

Voorkant nummer 6.JPG

Editie 6 - 2023

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief