Op 11 september jongstleden verscheen in Kerk in Stad een berichtje dat op de eerstvolgende zondag een oecumenische liedviering zou plaatsvinden in het pas door de wijkgemeente te Helpman verlaten kerkgebouw De Ark. Het beloofde de eerste te worden in een serie van maandelijks plaatsvindende liedvieringen en was een initiatief van twee nauw samenwerkende kerkmusici: Chris van Bruggen en Chris Fictoor. De wederverschijning van Van Bruggen in De Ark, na zijn afscheid als organist van de gemeente in de zondagochtenddienst van 22 augustus, zal voor de lezer geen verrassing zijn. Tenminste, niet als die het afscheidsinterview in Kerk in Stad van 28 augustus heeft gelezen. Van Bruggen: “Ik vier wat er geweest is, het afscheid vier ik niet.” Zijn naam hebt u in Kerk in Stad vaker kunnen aantreffen. Wat zijn liedvieringen? Wie is Chris Fictoor? En wat drijft hem om met Chris van Bruggen een dergelijke serie op te zetten?
Ik begrijp dat ‘vorm’ een heel belangrijk woord is als Fictoor me uitlegt wat er maandelijks op een zondagmorgen in De Ark gebeurt als er een liedviering plaatsvindt. We moeten deze viering onderscheiden van niet-liturgische bijeenkomsten zoals gemeentezangmiddagen. De liedviering is een liturgische vorm. Net als bij de getijdengebeden die in de kloostergemeenschappen zevenmaal daags opklinken, worden veel van de gebeden in de viering gezongen. In de vormgeving van de oecumenische liedvieringen in De Ark komen negen gezangen in meerdere liedvormen voor.
Elke viering kent in het nu lopende jaar een thema, ontleend aan de liederenbundel Zangen van Zoeken en Zien (ZZZ). Uit de bijbehorende liederen wordt dan voor de desbetreffende viering een keuze gemaakt. De rode draad in de liedvieringen wordt gevormd door het zingen als vorm van bidden. Fictoor: “Samen zingen. Dat verbindt ons. Dat brengt ons dichter bij elkaar en bij God.” Hij haalt kerkvader Augustinus aan die zei dat wie goed zingt, dubbel bidt. In de liturgie is een meditatieve overweging opgenomen waarin een verbinding wordt gelegd tussen de schriftlezingen en het thema van de viering.
Muziek, spiritualiteit, leiderschap
Chris Fictoor wordt in 1948 te Veendam geboren. Het gezin vertrekt anderhalf jaar later naar Stad en hij zal de katholieke lagere school aan de Schoolholm bezoeken. Bernhard Sleumer verzorgt er het muziekonderwijs en als Chris zeven jaar is, selecteert Sleumer hem voor de koorschool van de Sint Martinuskathedraal aan het Broerplein, inmiddels al lang aan de slopershamer ten offer gevallen. Chris zal nu dagelijks twee scholen bezoeken, aan de Schoolholm en aan de Poststraat waar de koorschool in het Martinushuis is gevestigd. Het is het startpunt van een leven dat wordt gevuld met kerkmuziek. Die muziek zal hem verbinden met de wereld van de spiritualiteit maar ook zijn talent voor leiderschap ontwikkelen: als hij vijftien jaar is wordt hij benoemd tot assistent-dirigent naast Sleumer die hij uiteindelijk ook als dirigent van de Katholieke Oratoriumvereniging zal opvolgen.
Loopbaan
Na zijn conservatoriumopleiding in Groningen – hij behaalt een eerstegraads bevoegdheid in de schoolmuziek en koordirectie – wordt hij in 1970 leraar aan het Sint Maartenscollege Haren waar de rector graag samenwerkt met jonge conrectoren en hem al spoedig als zodanig benoemt. In 1979 volgt een docentschap aan het conservatorium in Enschede en wordt hij er naderhand directeur. Zijn betrokkenheid bij het Europese netwerk van conservatoria brengt hem maandelijks een week in het buitenland.
In de jaren negentig slaat een fusiegolf over de wereld van het hbo. Het werk dat het gevolg is van al die fusies put hem volledig uit, temeer omdat hij inmiddels ook met werkzaamheden aan het Titus Brandsma Memorial te Nijmegen is gestart. Met zijn werk te Enschede stopt hij dan. In 1998 keren zijn vrouw Marijke en hij terug naar Groningen, naar de rust van het ‘kleine platteland’ te Lauwerzijl, waar hij met een econoom een consultancybedrijf begint. Hij komt terug in zijn oude conservatoriumwereld door het beroep dat na het fusieproces van het conservatorium van Leeuwarden en Groningen gedurende drie jaar op hem wordt gedaan. Uiteindelijk wordt hij dean/directeur van conservatorium en dansacademie maar laat zich er niet zo in meeslepen als in Enschede. Hij richt zich op het scheppen van goede condities opdat collegae en studenten optimaal kunnen functioneren. Het wordt de laatste baan voor zijn pensionering.
Karmeliet
“Ik werd de spiritualiteit ingezogen,” zegt Fictoor als hij vertelt van zijn studie spiritualiteit aan het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen en van het project onder leiding van prof. Kees Waaijman waar hij bij betrokken raakt. Het project beoogt een nieuwe vertaling tot stand te brengen van alle psalmen vanuit de grondtekst en er nieuwe melodieën voor te componeren. Het werk gaat van start in 1981. Rond de psalm wordt een liturgie opgebouwd met een toeleidend en een afsluitend lied en voorzien van verdiepingsteksten en bezinningssuggesties. In de beginjaren van het project worden wel vijf psalmen per jaar vertaald maar dat tempo blijkt niet vol te houden. Na meer dan veertig jaar bevindt het project zich nu in een afrondende fase.
“Hoe kan liturgie zo werken dat alles op zijn plaats valt?”
Tijdens zijn Nijmeegse werkzaamheden – hij zal behalve studeren ook cursussen geven aan het Titus Brandsma Instituut – wordt hij een van de eerste leken die toetreedt tot de orde van de Karmelieten en de kloostergelofte aflegt. Fictoor: “Voor mij betekende dat moment dat God me mijn plaats wees, je staat dan op heilige grond.” Als zijn vrouw en hij weer naar het noorden terugkeren, richt Fictoor met enkele broeders een oecumenisch Karmel-convent op. Niet alleen ingetreden lekenbroeders en zusters maar ook belangstellenden treden toe, zoals enkele predikanten. Het Convent kent nu 35 leden. Fictoor: “Dominee Jan Hofstra, eigenaar van het vroegere Karmelietessenklooster te Drachten, was ook lid. We kwamen er maandelijks bijeen in de prachtige kapel van het klooster. Na het overlijden van Hofstra en de verkoop van het complex zoeken we nog naar een andere plaats van samenkomst. In de kloosterorde heeft iedere lekenbroeder en zuster een eigen taak, afhankelijk van zijn of haar talent. Mijn taken zijn het componeren van liederen, het verder werken aan het Psalmschriftproject en de geestelijke begeleiding van het convent en van belangstellenden die Karmeliet willen worden.”
Oecumenische liedviering
Fictoor: “De liedvieringen vinden plaats onder verantwoordelijkheid van de Stichting Liedvieringen Groningen, in die zin oecumenisch dat de stichting niet verbonden is aan enig kerkgenootschap. Chris [van Bruggen] en ik komen uit verschillende kerken. Beiden zijn we geïntrigeerd door de verbinding tussen kerkmuziek en spiritualiteit die zijn vorm zoekt en vindt in liturgie: hoe kan liturgie zo werken dat alles op zijn plaats valt, alles elkaar versterkt en bij God brengt?”