In de vorige Kerk in Stad stond een interessant interview met de kersverse dominee van de Doopsgezinde Gemeente in Groningen, collega-redactielid Nick Everts. Enkele uitspraken uit zijn overweging, gehouden na zijn bevestiging, inspireerden mij tot het schrijven van deze column.
Nick: “Een kerk die zich opstelt: dit mag je niet of dat mag je niet is net zo inspirerend voor u als voor mij. Ik denk dat daar niemand op zit te wachten. Die kerk kunnen we allemaal wel missen.”
In zo’n kerk heb ik, toen ik jong was, jaren geleefd. Een kerk die geheel in zichzelf was gekeerd. De donderpreken inspireerden niet, ‘de holle en misleidende theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd’ (Kolossenzen 2:8, gelezen in de bevestigingsdienst) al helemaal niet. Dat was een kerk die alleen maar irriteerde.
Maar hoe is het anno 2022? Inspireert de kerk nog wel? Gelet op de kerkverlating waag ik dat te betwijfelen. Als de kerk zich bedient van politiek getinte preken en adviseert hoe we moeder aarde van de ondergang moeten zien te redden, is dat voor de een misschien inspirerend, maar voor de ander mateloos irriterend. Om maar te zwijgen over de felle discussies die momenteel worden gevoerd binnen een kerkverband over de vrouw in het ambt.
Belangrijk daarbij is hoe we omgaan met de Bijbel. Zien we die als een soort gebruiksaanwijzing voor het dagelijks leven? Vinden we die van kaft tot kaft Gods woord, of vinden we dat Gods woord in de Bijbel is? Of vinden we, zoals wijlen dr. A. A. Spijkerboer zei, de Bijbel een menselijk boek?
Nog een citaat uit de preek van Nick: “Voor mij zou de kerk een plek kunnen zijn waar kwetsbaarheid hoger in aanzien staat dan de schone schijn en waar de waarheid breder is dan het eigen gelijk.”
Het woordenboek omschrijft kwetsbaar als: ‘weinig beschermd tegen beschadiging’. Ik las ergens: ‘Kwetsbaarheid is het nieuwe krachtig. Toon het daarom; door jezelf te zien als een puzzel waarbij ook de kapotte stukken nodig zijn.’ Die kapotte stukken kunnen ook het godsbeeld zijn dat je vanuit je opvoeding hebt meegekregen, maar waarvan je nu moet erkennen dat het toch niet de onverbiddelijke waarheid is.
Het laatste lied dat in de bevestigingsdienst werd gezongen vond ik ontroerend mooi. Het eerste couplet daarvan:
Ik voel de winden Gods vandaag:
vandaag hijs ik het zeil.
Gehavend is ’t zwaar van schuim,
maar ’k hijs en hoop op heil!
Want Christus zelf, als stille gast
reist in mijn scheepje mee.
Op Zijn bevel durf ’k uit te gaan
op wilde, hoge zee!
Ik wens de Doopsgezinde Broederschap met hun nieuwe dominee een behouden vaart.