Eind augustus was ik met een kleine groep uit Groningen te vinden bij Gist in Amsterdam en Via Jacobi in Utrecht voor een inspiratiebezoek. Hoewel ook heel verschillend van elkaar, richten beide jonge initiatieven vanuit de Protestantse Kerk zich op twintigers en dertigers in de stad, door middel van nieuwe en oude vormen. Allebei zoeken en verlangen ze ernaar om een plek te zijn voor ontmoeting, bezinning en betekenis.
Zo wil Gist mensen een plek bieden om zich op een brede, belichaamde en transformatieve manier bezig te houden met christelijke spiritualiteit. Dat gebeurt door middel van brood bakken, bier brouwen, meditatie, yoga, boeken, filmavonden en nog veel meer.
Kirsten en Maarten, twee van de oprichters van Gist, vertelde hoe het hun verlangen is dat Gist een plek vormt om thuis te komen, te vertragen en aandacht te geven aan lijf en ziel. Een plek om je bewust te worden van je adem, je verlangens, van oude bronnen en van Gods liefde. Dat is geen abstract verlangen, maar een verlangen wat ze ten diepste bij zichzelf herkennen en ook bij hun generatiegenoten tegenkomen. Dat verlangen naar verbinding en vriendschap, naar rust en zin, of zoals ze zelf zeiden ‘de vragen en verlangens van de ziel’, vormde het startpunt van Gist.
Comeback van religie
Het is een verlangen dat ik ook bij mijzelf en vrienden herken, maar waarover ook steeds meer wordt geschreven. Zo schrijft journaliste Yvonne Zonderop in haar boek ‘Ongelofelijk. Over de verassende comeback van religie’ dat de vrijheid, die zo lang het ultieme ideaal was, tot een duivels dilemma is geworden. Met eindeloze mogelijkheden, opties en keuzes is ook het gevoel gekomen dat alles afhangt van je eigen inzet, waarmee elk falen een hoogstpersoonlijke mislukking wordt. Kies je verkeerd, dan is de rekening voor jou.
Tegen die achtergrond signaleert zij een tegenreactie. Twintigers en dertigers gaan massaal op zoek naar ervaring en betekenis. Relaties of vriendschappen waar je op terug kunt vallen, worden steeds belangrijker. En volgens Zonderop sluiten die twintigers en dertigers van nu religieuze zingeving niet op voorhand uit, in hun zoektocht naar betekenis. Religie is als een vat vol betekenis waar ze geen afkeer van hebben, maar juist een milde belangstelling voor koesteren.
Maakbaar
En zo is zingeving ook tot een begrip geworden dat inmiddels we overal en nergens tegen komen. Van tijdschriften tot cursussen en inmiddels ook steeds meer in de kerk. Want dat jonge mensen met hun zingevingsvragen de weg naar de kerk vinden, is allesbehalve vanzelfsprekend. Dat kerken zich hier bewust van worden en zoeken naar nieuwe manieren en aanknopingspunten, is allereerst heel mooi. Tegelijk heb ik het idee dat we als kerk soms te snel het begrip zingeving overnemen en het te gemakkelijk een op een toepassen op dat waar we mee bezig zijn. Het woord zingeving veronderstelt namelijk in zekere zin dat het leven ten diepste zinloos is en dat we er zelf een betekenis op moeten plakken. Hierdoor wordt zin weer tot iets maakbaars en vaak individualistisch.
Zinvinding
Terecht stelt Viktor Frankl, de joodse psychiater die Hitlers kampen overleefde, dat het bestaan zin heeft en dat wij dat er niet aan hoeven te geven. De suggestie dat de mens zingever is, legt volgens hem het zwaartepunt daar waar het juist niet moet liggen: bij de vanuit zijn eigen centrum levende mens, terwijl de mens voor transcendentie is aangelegd, op een werkelijkheid buiten zichzelf. Zinvol leven is volgens hem altijd naar buiten gericht, omdat daar de waarde van het leven te vinden is. Beter spreken we volgens hem dan ook over ‘zinvinding’ in plaats van ‘zingeving’.
Dominicaan en theoloog Erik Borgman ziet daarin een rol voor de kerk weggelegd. De kerk is volgens hem niet bedoeld als een plek waar je slechts geholpen wordt om je te verzoenen met het bestaande of om jezelf te voorzien van het gevoel dat het leven betekenis en zin heeft. In plaats daarvan is de kerk geroepen om te getuigen van verlossing en bevrijding. Van God die ellende ziet, jammerklachten hoort, lijden kent en daarmee aangeeft dat degene die in ellende verkeert, jammert en klaagt en lijdt betekenis heeft, wat zij of hij zelf ook gelooft of denkt.
Zielsvragen
Dat zoeken naar meer passende taal of vormen voor onze levensvragen en menselijke zoektocht naar de zin of betekenis van het leven, zag ik ook bij Gist gebeuren. En op een manier die me inspireerde en waar ik om eerlijk te zijn warmer van werd dan van het allesomvattende en daarmee soms ook uitgeholde begrip ‘zingeving’.
Kirsten vertelde dat ze er bij Gist naar zoeken om taal en vorm te geven aan – wat ze prachtig verwoorden – de verlangens van de ziel. Ze willen ruimte bieden voor zielsvragen, ruimte om te zoeken en te zijn. En dan dus ook heel bewust in taal én in vorm. Niet alleen cognitief, maar ook heel lichamelijk. Omdat het hun verlangen is dat mensen de liefde van God ervaren in lijf en leden. De christelijke spiritualiteit is daarvoor hun bron, maar niet het plafond. Juist vanuit de overtuiging dat het begint bij zijn en bij wat er al is.
In hun woorden klonk een openheid door voor de ander, een verlangen om van elkaar te leren en samen te groeien én tegelijk een bewustzijn van de rijke bron waaruit ze zelf putten en proberen te leven. Volgens mij is dit mogelijk op een plek zoals Gist, waar wordt begonnen bij het alledaagse, bij verbinding en bij gewoon zijn. Juist omdat daar iets zichtbaar wordt van God, die er steeds weer voor kiest om met ons te zijn.