Wat ging er mis toen voor mensen de traditionele taal voor geloof en/in God van taal van het levensgeheim tot onverstaanbare geheimtaal werd? Het heeft lang geduurd voordat de persoonlijke taal van de verbeelding ons afhielp van de dominante abstracte ‘geloofskennis’ en spiritualiteit als ‘beleefd en geleefd geloof’ de ruimte kreeg. Hoe is ‘verbeelding’ te zien en te ervaren als sleutelwoord in onze tijd voor een veranderend verstaan van geloof?
Wat krijgt het accent?
Vervreemding van traditionele geloofstaal kan ook stimuleren om tot andere woorden en beelden van geloof te komen. Vanuit het vertrouwen dat in elke tijd weer nieuwe geloofswoorden en voorstellingen te vinden zijn.
Het betreft hier een betekenisverandering van geloof in dubbele zin. Wij kunnen anders luisteren naar de bijbelse woorden en verhalen. We horen de woorden anders – en soms vallen ook andere woorden op. In de zestiger jaren, gekenmerkt door optimisme en zelfverzekerdheid, was voor veel mensen het woord exodus (uittocht) een bevrijdend bijbels kernwoord voor geloof. Het duidde op ‘wegtrekken uit de onmacht en op weg gaan naar het beloofde land’. Maar toen later het optimisme luwde en mensen behoefte hadden aan een rijke mystieke traditie, kwam het woord exil (ballingschap) op. Zo is dus de tijdgeest medebepalend voor de woorden die in een bepaalde tijd een accent krijgen in de taal van het geloof.
De brede en de smalle weg
Hoezeer de geloofstraditie ook vraagt om eigentijdse verbeelding, waar die verbeelding stolt kan het verstaan van de traditie toch stokken. Wie de oude prent van ‘De brede en de smalle weg’ ziet, komt daarin een negentiende-eeuwse verbeelding tegen die het tot ver in de twintigste eeuw ‘uithield’, inclusief de beelden van hemel, hel en god als Alziend Oog. Maar, door een gestolde verbeelding van geloofsvoorstellingen kunnen mensen ook weer stokken in het omgaan met de eigen tijdgeest.
De heroriëntatie in het geloofsverstaan is dus sterk verbonden met een herinterpretatie van bijbelse woorden en verhalen en met een herziening van geloofsvoorstellingen. Die betekenisverandering van geloof in dubbele zin is nooit los te denken van geloven – maar het hoort zeker bij geloven in déze tijd. Want deze tijd verandert zozeer de leefwereld van mensen, dat mensen ook zelf veranderen; ook in hun levens- en geloofsvragen.
Verbeelding aan het Woord
Daarmee is ook aangegeven waarnaar het woord ‘verbeelding’ verwijst. Steeds meer werd duidelijk hoezeer de bijbelse woorden en verhalen van beelden gebruik maken en alleen als beeldtaal kunnen worden verstaan. Er is dus verbeelding nodig om die taal en die verhalen, tot en met godsbeelden, te verstaan in hun huidige betekenis en eventueel te veranderen. ‘Geloven als leven met verbeelding’ betekent dan: om de bijbelse woorden en verhalen met het oog op kerk en cultuur te verstaan en te vertalen, is verbeelding nodig.
De volgende vraag luidt dan: hoe is, luisterend en kijkend naar kerk, samenleving en cultuur in hun wederkerige betrokkenheid, vanuit de bijbelse verbeelding te verstaan waar kerk, samenleving en cultuur mee gediend zijn?