Sinds eind november 2022 heeft het kerkgebouw De Bron in Beijum een nieuw kunstwerk: een afbeelding van een vrouw bij de bron. Deze afbeelding staat op een raam in de oostwand van de kerk en zeker ’s ochtends valt het licht prachtig van buiten naar binnen. Juist dan is een kleurrijke vrouw met haar waterkruik goed te zien.
Een schilderij van kunstenares Anneke Bollebakker uit Vianen is gebruikt als basis voor dit nieuwe kunstwerk. In een lijnenspel is een vrouw te zien die haar waterkruik vult. Zelf zegt de kunstenares hierover: “Het water komt uit een zuivere (wit) en goddelijke (goud) bron en brengt nieuw leven (groen).” Deze drie opvallend lichte kleuren worden genoemd, maar eigenlijk zijn alle kleuren aanwezig, ook donkere zoals bruin en zwart: van zwart in de benedenhoek tot wit in de bovenhoek.
Zwart op wit
Op meerdere plaatsen in de Bijbel wordt gesproken over ‘levend water’ en misschien is het eerste vers uit Openbaring 22 wel het bekendst: “Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal”. Toch gaan eigenlijk alle afbeeldingen rond ‘levend water’ terug op een gedeelte uit het Evangelie volgens Johannes. Als kopje boven hoofdstuk 4 is gezet: ‘Gesprek met een Samaritaanse vrouw’ en op dit gesprek lijkt het basis-schilderij van Anneke Bollebakker voor een groot deel gebaseerd.
Door de evangelist Johannes wordt in hoofdstuk 4 vanaf vers 5 vertelt over een wonderlijk gesprek tussen Jezus en een Samaritaanse vrouw. Het is een bijzonder gesprek tussen die twee, een ongewoon beeld misschien. Ongewoon omdat normaal gesproken een Jood niet met een Samaritaan praat, ongewoon omdat het lijkt of die beiden langs elkaar heen praten, ongewoon ook omdat het tegelijk intiem is.
De plaats van handeling is de Jakobsbron, een waterput die vader Jakob gegeven heeft en waar vlakbij zijn zoon Jozef begraven ligt; het is een oude, heilige bron. Uit deze bron heeft vader Jakob gedronken en heel veel mensen na hem. Uit deze bron wil Jezus nu drinken en hij vraagt de Samaritaanse vrouw om water naar boven te halen. Gewoon water.
“Iedereen die dit water drinkt zal weer dorst krijgen,” zei Jezus, “maar wie het water drinkt dat ik hem geef, zal nooit meer dorst krijgen. Het water dat ik geef, zal in hem een bron worden waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft.”
De vrouw wil water geven; tegen alle regels en gewoonten van haar tijd in. Jezus wil levend water geven, aan een vrouw, aan iemand uit Samaria, aan iemand die samenleeft met haar zesde man: levend water voor deze Samaritaanse vrouw – en het lijkt of ook Jezus tegen alle regels en gewoonten ingaat.
In hout en steen
Ook in andere Groninger kerken is het verhaal rond het ‘levend water’ verbeeld; soms gebeurde dat in hout en soms in steen. Een van de bekendste afbeeldingen in hout is die in een houtsnijwerk in de Petruskerk van Pieterburen. Daar zijn, in de triomfboog tussen het schip en het koor van de kerk, Jezus en de vrouw bij de put te zien. Ook hier heeft de vrouw een waterkruik en ze laat die rusten op de rand van de put.
Onder de afbeelding is de vindplaats van de Bijbeltekst uitgesneden: Joh. 4:5-42. Waarschijnlijk is het houtsnijwerk van Anthonie Walles (1790-1845), een kunstenaar uit de Stad die vaker werk voor Groninger kerken maakte. En nog waarschijnlijker: de verwijzingen naar de twee Bijbelse verhalen in deze triomfboog zijn bepaald door jonker Goossen Geurt Alberda (1766-1830), de jonker van de borg Dijksterhuis. Aan de kant van het schip is een afbeelding van het offer van Abraham zichtbaar en aan de kant van het koor de voorstelling van Jezus en de Samaritaanse vrouw.
Een heel bijzondere afbeelding in steen is net niet meer in Groningen maar pal over de grens, in het Duitse dorpje Bingum. Daar staat in de Matthäikerk een middeleeuws stenen doopvont met daarop afbeeldingen die direct te maken hebben met water, met de doop en met het verbond tussen de HEER en de mensen. De afbeeldingen zijn erg verweerd en we moeten moeite doen om het goed te zien: rechts staat de Samaritaanse vrouw met een emmer in haar hand, in het midden is de bron met een touw om een katrol en ook weer een emmer. Links staat Jezus, in gesprek met de vrouw.
Ruim vijfhonderd jaar is de doopvont en is deze afbeelding oud. En dus zijn ruim vijfhonderd jaar lang kinderen gedoopt met water uit dit doopvont. En dus hebben ruim vijfhonderd jaar lang mensen gekeken naar deze verbeelding van het ‘levend water’.