De redactie was benieuwd naar de ervaringen van de bezoekers van de liedvieringen in het Witte Kerkje in Haren en stuurde mij op reportage. Eerder al zijn interviews gepubliceerd met Chris van Bruggen en Chris Fictoor, die deze vieringen hebben opgezet, eerst in De Ark, maar na de sluiting in het Witte Kerkje in Haren. Deze keer een meer persoonlijke impressie.
Voorop gesteld: ik zing graag, en aardig op toon. Ik heb les gehad, jaren bij een koor gezeten en een aantal zeer gezellige en leerzame zangweekenden in Frankrijk meegemaakt. Stemmen verschillen, maar samen zingen schept een band. Het repertoire is mij niet helemaal onverschillig. In de meeste kerken zing ik alles dapper mee, al ben ik geen fan van opwekkingsliederen.
Fietsend naar Haren is het op deze zondagmorgen, een week na Pasen, doodstil. Ik hoor alleen druk gekwek van vogels. Ik dacht aan mijn kleindochter Nienke van drie, die zich laatst afvroeg waarom vogels altijd zo door elkaar heen praten. Tja, ik denk toch een gebrek aan regie…
Het Witte Kerkje
Het Witte Kerkje ligt in een gegoede, rustige woonwijk van Haren. Het is het gebouwtje van de vrijzinnig hervormden, die er tweemaal per maand bijeenkomen. De inrichting is sober, het is wat behelpen met de ruimte, er is een klein balkonnetje. Het orgel is klein en de klank doet denken aan een fors harmonium. Dat is wel jammer, want er worden prachtige, eigentijdse liederen gezongen. Daarom bespeelt Chris van Bruggen vooral de piano. Deze keer is er ook een fluitiste. Helaas is de akoestiek matig, zeker met een volle kerk. Muziek en zang komen niet echt tot hun recht. Inmiddels wordt dan gezocht naar een nieuwe, ruimere locatie. Maar de bezoekers zingen graag, en dat hoor je.
Aanwezigen
Het projectkoor is goed bezet, ik tel zo’n dertig leden. Ze oefenen één keer, vóór de dienst. Dat is ook nodig, omdat niet alle liederen bekend zijn. Dirigent is Jonne van Bruggen.
Bezoekers komen niet alleen uit de stad. Dat levert overigens wel parkeerproblemen op in deze wijk. Gemeenschappelijk is hun liefde voor de liederen uit Zangen van zoeken en zien – een mooi Gronings product waar we trots op kunnen zijn. Er spreekt een geloofsvisie uit die niet geworteld is in zekerheden, en die op een poëtische manier wordt verwoord. De meeste bezoekers gaan niet regelmatig ter kerke, wordt mij verzekerd, maar hier komen ze graag omdat ze iets van hun geloof herkennen in deze liederen.
Kleinschaligheid
We ontvangen een orde van dienst en worden welkom geheten. Een volle kerk, dat is mooi, zegt de gastvrouw, “daar zullen andere kerken jaloers op zijn.” Tja. Veel kerken zijn ooit ruim gebouwd naar de behoefte van toen. Maar misschien heeft kleinschaligheid voor de kerk ook wel de toekomst, mits dat gepaard gaat met gemeente- en gemeenschapsvorming.
Boom
Er wordt volop gezongen, aangemoedigd door het koor. Men luistert aandachtig naar liedtekstdichter Michaël Steehouder, die vandaag als gast de overweging verzorgt. Hij speelt in op het thema ‘Boom geplant aan het water’. In de overweging noemt Steehouder de namen van karmeliet Kees Waaijman, die onlangs overleed, en van Huub Oosterhuis, die met Pasen overleed.
Kerkmuziek als speerpunt
In gesprekken met enkele kerkgangers na afloop merk ik dat men vaak wel een kerkelijke achtergrond heeft, maar gaandeweg meer moeite kreeg met ‘traditionele’ kerkdiensten. Niet alle kerken gingen mee in vernieuwingen in de liturgie. Zingen vinden veel kerkgangers fijn omdat het appelleert aan het gevoel, de ervaring, de beleving van het geloof, zeker als tekst en melodie harmonisch bij elkaar passen. Toch bespeur ik hier en daar wel een wat achterhaald beeld van ‘traditionele’ kerken. Vernieuwingen vinden overal plaats, zowel in muziek en woord als beeld. Maar men heeft wel een punt: kerkmuziek is niet overal een speerpunt, en dat vind ook ik jammer.
Een aanvulling
Spelen ze hier nu kerkje, zoals sommigen vinden? Of is dit een pioniersplek? Nee, dat niet. De vieringen worden voorbereid door Fictoor, Van Bruggen en de gastspreker. Er is een klein bestuur, maar geen kerkenraad.
Liedvieringen zijn mijns inziens niet concurrerend, maar aanvullend op het bestaande aanbod. Het is een onafhankelijk, oecumenisch initiatief voor mensen die graag uit de bundel Zangen van zoeken en zien zingen. En slechts één keer per maand. Niks mis mee.
Gemeenschap
Maar zingen kan op zoveel meer plekken, en uit zoveel meer bundels. In dat opzicht is er in Groningen veel keus. Zingen is fijn en gezellig, dat mag best samengaan. En het repertoire is divers. Maar mensen zoeken daarnaast ook gemeenschapsvorming, ontmoeting, een goede preek, een goed gesprek, aandacht voor de naaste. Het zou wel mooi zijn als vernieuwingen verbonden worden aan de huidige kerken, en kerkmuziek ook in het beleid opgenomen wordt.
Lofzang
Tegelijkertijd: de lofzang blijft overal gaande waar Gods lof wordt gezongen. Dat is bemoedigend. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is – ja Nienke! Het geloof als inspiratiebron is voldoende. God heeft voor alle stemmen een luisterend oor. Het maakt Hem niet zoveel uit hoe we dat organiseren, maar ons wel een beetje.