Een zieke buurtgenoot stuurde mij een foto van een uitbundige bos gele bloemen. Een nieuwjaarsgroet met de beste wensen voor het komende jaar. Hij sprak de wens uit dat het een vreugdevol jaar mag worden waarin we weer kunnen lachen. Want – zo eindigde hij z’n berichtje – zonder lachen kan het leven niet bloeien. Zijn positieve wensen, tegen de klippen op – want het lachen was hem de laatste maanden wel vergaan – ontroerden me.
Annelies Noordhof-Hoorn
Ze deden me denken aan wat de psychologe Edith Eger schrijft in haar boek Het geschenk: het is normaal om te lachen en goed om plezier te hebben. Onder alle omstandigheden. Ook, of juist, als die omstandigheden verre van vrolijk zijn.
Edith Eger is een joodse vrouw, die als tienermeisje vanuit Hongarije naar Auschwitz werd gedeporteerd en ternauwernood de oorlog overleefde. Na de oorlog emigreerde Eger met haar man en pasgeboren dochtertje naar de Verenigde Staten. In het Land van Belofte hoopte zij een nieuw bestaan op te kunnen bouwen; het verleden stopte ze ver weg. Dat werkte niet. Integendeel, Eger ontdekte na vele jaren dat niet het verleden zelf, maar je gedachten over dat verleden, je een gevangene maken van dat verleden. Onze angsten, onze schaamte, onze hang naar goedkeuring, onze behoefte aan controle zijn vaak te herleiden naar vroegere trauma’s. Ze hielpen ons te overleven, maar verhinderen ons voluit te leven, lief te hebben en liefde te ontvangen.
Eger beschrijft in Het geschenk hoe zij uiteindelijk – haar kinderen waren al volwassen – haar pijn, ontberingen en lijden heeft aanvaard als geschenken, waardoor ze heeft kunnen groeien en heeft kunnen worden wie ze is. Dat schept ruimte. Ruimte om elkaar in het onzekere jaar dat voor ons ligt aan te blijven moedigen mild te zijn voor onszelf, om los te laten wat ons belemmert het leven voluit te leven, om ook in het komende jaar vrolijk te zijn en te lachen. Mens, durf te leven!