Met De Fontein op zoek naar ‘de warme buurtkerk’

‘De warme kerk’, maanden geleden besloten we dat dit het thema van deze editie ging worden. Sindsdien vraag ik mij af wat dat dan is, een warme kerk? Iedereen heeft daar denk ik een ander beeld bij. Google kan er in ieder geval niet mee uit de voeten. Op zoek naar een passende omschrijving probeerde ik de term ‘warm mens’. Dit zijn “personen die veel liefde geven aan de mensen om hen heen. Ze geven liefde in de vorm van aandacht, de juiste woorden op het juiste moment, door altijd klaar te staan en door attent te zijn”. Zou een buurtkerk dit ook niet moeten zijn? En zo ja, wat houdt dat voor een kerk dan precies in?

Ruth Pruis
De warme buurtkerk19 - Betondorp Bloeit-attentie
Betondorp Bloeit-attentie

Met dit soort vragen worstelt De Fontein natuurlijk al een tijdje. In 2019 hebben wij gekozen voor de transitie ‘van wijkgemeente naar buurtkerk’. Sindsdien wordt ons met regelmaat gevraagd wat wij daar precies mee bedoelen. Hiernaast is onze predikant Marga Baas net – inmiddels bijna een maand geleden – met vervroegd emeritaat gegaan. Er verandert veel in korte tijd. Om die reden worden wij sinds kort ondersteund door ds. Evert Jan Veldman en ds. Alberte van Ess. Met hen ben ik de afgelopen tijd op zoek gegaan naar ‘de warme buurtkerk’, in Amsterdam, Rotterdam en in de boeken. Wat volgt is een korte reflectie daarop.

Theorie

Over buurtkerken is inmiddels ontzettend veel geschreven, nieuw is het allang niet meer. Twee inzichten over kerk zijn voor de buurt springen er momenteel voor mij uit: de ‘missio Dei-gedachte’ en de theorie van de ‘bounded set’ en de ‘centered set’. Ik bespreek ze achtereenvolgens.

In de twintigste eeuw heeft zich in het verstaan van missie een verschuiving voorgedaan. Er kwam een nieuwe nadruk op het feit dat missie haar oorsprong vindt in God zelf. God is niet alleen de zender, maar ook de gezondene. De Vader zendt de Zoon en de Geest naar deze wereld. Missie heeft haar oorsprong dus niet in iets wat de kerk doet, maar in God zelf. Het is Gods missie (missio Dei). In dit verstaan van missie verschuift de rol van de kerk; deze heeft een plaats in de zending, maar het initiatief ligt bij God.

Een warme buurtkerk is een kerk die omarmend is

Als God in de wereld werkt, buiten de kerk, worden daarmee ook de kerkgrenzen minder belangrijk. Over die grenzen gaat de theorie van de ‘bounded set’ (begrensd) en de ‘centered set’ (gecentreerd). Alan Hirsch en Michael Frost vergelijken een bounded en centered set met twee soorten boerenbedrijven. In veel landen, zoals in Nederland, hebben boerenbedrijven een beperkte hoeveelheid grond. De boer maakt een omheining om zijn weiland om het gebied af te schermen. Deze omheining, of dit hek, is een metafoor voor hoe een kerk haar grenzen afbakent.

In andere gebieden in de wereld, zoals in Australië, hebben boerenbedrijven enorme stukken grond, soms in onherbergzame gebieden. Het heeft geen zin om daar een hek omheen te zetten. In die omstandigheden slaat de boer een put, zodat er een bron ontstaat waar het vee kan drinken. Zolang de bron schoon water voortbrengt, zal het vee daar dichtbij blijven. Kerken die werken met een centered set, zijn volgens Hirsch en Frost net als Australische boerenbedrijven. Ze vertrouwen erop dat het evangelie zo kostbaar en verfrissend is dat mensen daar wel in de buurt willen blijven.*

Combineer ik beide inzichten, de ‘missio Dei-gedachte’ en de theorie van de ‘bounded set’ en de ‘centered set’, dan vraag ik mij af wat de eerste taak van een warme buurtkerk zou moeten zijn: mensen uit de buurt verzamelen om confessioneel af te grenzen of God volgen in zijn werk in de buurt en zichzelf daaraan dienstbaar maken?

Praktijk

De praktijk van buurtkerken lijkt deze gedachtegang te bevestigen. In onze zoektocht naar ‘de warme buurtkerk’ zijn ds. Evert Jan Veldman, ds. Alberte van Ess en ik onder andere op bezoek geweest bij Katinka Broos (coördinator/pastor bij Stichting Wijkpastoraat Rotterdam West) en Margrietha Reinders (buurtdominee en pionier in Betondorp). Reinders stelt dat veel wijkkerken in Amsterdam eilandjes zijn geworden: “Kleine, lieve, warme gemeenschappen van mensen die niet zien hoe groot de kloof is geworden tussen hen en hun omgeving. Die afstand blijft groeien doordat mensen naar binnen kijken, en niet naar de buitenwereld.” Een warme buurtkerk is volgens haar “een kerk die omarmend is, zichzelf niet tot maat der dingen neemt en andere mensen wil leren kennen… echt leren kennen”.

In de stad lopen volgens Katinka Broos duizenden mensen rond die vanuit hun geloof, overtuiging, hoop en liefde voor mensen, zichzelf willen inzetten voor verbeteringen in buurten en straten. Deze mensen zijn wel of niet opgegroeid in een kerk. Het zijn mensen die niet langer (alleen) binnen de muren van een kerk willen werken en bidden, ze willen de ramen opengooien, de wereld in. Of het zijn mensen die wel de droom delen, maar nooit deel uit hebben willen of kunnen maken van het instituut. Als wij ons blijven blindstaren op een ‘stervende kerk’ verliezen we deze mensen uit het oog, stelt zij: “Immers de kerk is niet een structuur, een bolwerk, een gebouw dat overeind gehouden moet worden: de kerk zijn deze mensen, lijdend aan het leven, vol hoop, vol strijdlust.”**

Conclusie

‘DE warme buurtkerk’, volgens mij bestaat deze niet. Als buurtkerk moet je je denk ik ook niet afvragen hoe je er over vijf tot tien jaar uit wilt zien, welke activiteiten je (dan) aan wilt bieden. Anderen, zoals Katinka Broos en Margrietha Reinders, kunnen je inspireren, maar het is de buurt en haar bewoners waar je je open voor moet stellen, die je als een ‘warm mens’ moet omarmen. Je zult de buurt moeten volgen en aangezien deze voortdurend in beweging is, zal je dat als buurtkerk ook moeten zijn: warm en voortdurend in beweging.

 

* Rudolf Setz en Marten van der Meulen, Een kerk die kan: zoek de bloei van je buurt (2019, 128-132).
** Katinka Broos, Volop kansen voor kerk met mensen vol strijdlust (2007)

De warme buurtkerk19 - Buurtpicknick bij De Fontein
Buurtpicknick bij De Fontein

Schrijf je in voor de nieuwsbrief