Moedig voorwaarts. Waarheen?

‘Moedig voorwaarts’ was de standaardafsluiting waarmee Gerard Reve indertijd zijn brieven aan mij afsloot. Soms stond er tussen haakjes achter ‘waarheen?’ Dit ging door mij heen toen ik het artikel van Pieter Bootsma las in het jubileumnummer (25 jaar) van Kerk in Stad.

Atze van Wieren
Extra – Moedig voorwaarts20

Daarin komt het boek De toekomst van de kerk voorbij, van predikant Aarnoud van der Deijl, waarin de vraag wordt gesteld ‘wat zullen we missen als er geen kerk meer is?’ In het artikel van Bootsma wordt geen perspectief geboden. Geen begin van antwoord op de vraag ‘waarheen?’ Wel wordt een Amerikaanse theoloog Andrew Root aangehaald, die adviseert “de tijd te nemen om te ‘wachten’ op wat God gaat doen.”

Dan kunnen we, ben ik bang, lang wachten. Overigens, hoe klein kun je God maken, als je hem ziet als een god die een krimpende kerk ‘persoonlijk’ te hulp schiet?

Moedig voorwaarts, dus, maar waarheen? Ik heb evenmin een pasklaar antwoord op die vraag, en wie wel? Maar een zinnige discussie over de richting waarin het ‘moedig voorwaarts’ moet gaan, lijkt mij in een blad als Kerk in Stad zeer gewenst en op z’n plaats. Zal ik een aftrap geven?

God is geen bezit
De leegloop van de kerk is onomkeerbaar, lijkt het. Zelf ben ik 81 en als ik in de kerk om mij heen kijk, zie ik vooral leeftijdgenoten, in ieder geval vormt 60+ de hoofdmoot. Het kerkvolk sterft uit.

“Wat zullen wij missen als er geen kerk meer is?” vraagt dominee Van der Deijl. Missen we de koffie na afloop van de dienst? Missen we de begroeting en uitwisseling van nieuwtjes voorafgaande aan de dienst? De kerk is het geloof niet! Hebben de kerken, alle kerken, God niet tot hun bezit verklaard? Hebben ze vervolgens ‘hun’ God niet gedogmatiseerd, ingekaderd, en verklaard: zó en zó is onze God. En hebben hun gelovigen vervolgens daar door middel van een geloofsbelijdenis niet plechtig ‘ja’ tegen moeten zeggen? Alsof wij gemachtigd zijn namens God te spreken.

God is onkenbaar
God is onkenbaar, onbenoembaar, en niet in een of andere kerk te vangen. Erger nog, die kerken hebben God in een dwangbuis gestopt middels het prediken van hun ware leer.

Die kerken hebben in onze tijd geen bestaansrecht meer. En terecht! De wonderbaarlijke geheimen van de astronomie, kwantummechanica, neurobiologie, en de overrompelende voortgang van A.I., robotica, informatisering wijzen vooruit naar een compleet andere mens, compleet andere tijden en een andere wereld. In die komende wereld zullen kerken hun dwangbuizen moeten afleggen, anders zijn ze inderdaad ten dode opgeschreven.

Ruimte
God is geen ‘bezit’ dat zich laat inkaderen. Hij is oneindig veel groter. Te groot voor ons begrip. Wij zullen met hem geen eigendomscontract, maar een relatie moeten aangaan. Een relatie die ieder mens op zijn eigen wijze invult en vormgeeft. Waarin een kerk ook ruimte moet bieden aan gelovigen, die bijvoorbeeld Christus niet als zoon van God, maar als groot profeet zien, of die de Bijbel wel als basis voor ons normen- en waardenpatroon zien, maar niet als een door God gedicteerd boek. Om maar een paar voorbeelden te geven.

De kerk wordt dan plaats van ontmoeting voor vogels van diverse geloofspluimage, die samen hun geloof willen vieren in het blijdschap schenkende besef te mogen leven in een kosmos die bezield is, die leven heeft geschonken, die vervuld is van wat wij liefde noemen.

Dan komt wat wij geloof noemen om de hoek kijken. In die kerken van de toekomst noemen gelovigen dat grote mysterie God. En die God kan niet langs de meetlat worden gelegd van geloofsartikelen, catechismus, dogma’s. Gelukkig niet. Want dat wordt altijd een ‘kleine God’. Naar ónze maatstaven.

Individueel geluk
Geloven is individueel geluk ervaren, je op heel persoonlijke wijze geborgen weten in een kosmos waarin Hij alles in allen is, alles door Hem begeesterd en bezield. Net zoals ook joden, hindoes, boeddhisten, moslims dat op hun wijze beleven en, net als wij, ook nieuwe wegen zullen moeten gaan inslaan.

Geloven gaat de kerken hemelhoog te boven. Gelovigen vinden altijd een kerk die aan hun behoefte tot lofprijzing tegemoetkomt. Naar die kerk moeten wij moedig op stap. Een kerk die geen dwangbuis is, maar een open ruimte, waar ieder zijn of haar individuele relatie met die kosmische God mag voelen en kan voeden.

Reageer!
Graag zou ik daarover in Kerk in Stad meer meningen en ideeën horen. Want is het niet de hoogste tijd naar zo’n kerk op weg te gaan?

 

Cover nummer 20

Editie 20 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief