Steeds vaker worden kerken gebruikt voor andere dingen dan de eredienst. In Utrecht gingen we met twee vriendinnen op zaterdagmiddag naar de Doopsgezinde Kerk. Daar las de schrijver Arthur Japin fragmenten voor uit drie van zijn romans. Een pianist, een fluitiste en een zangeres zorgden voor de muzikale ondersteuning. De hoofdpersonen in de romans van Japin zijn steeds mensen in de marge die getuigen van de geschiedenis zijn. Een vrouw uit kunstenaarskringen die zangeres wil worden maar dat niet mag van haar familie omdat ze vrouw is. Een jonge, talentvolle danser die al op zijn dertigste stopt met dansen en niet meer spreekt omdat hij moe is. En een doof jongetje, dat kennismaakt met muziek door de broers Tsjaikovski en van hen leert spreken. Ik moet denken aan verhalen uit het evangelie. Een blinde die geneest, de ontmoeting van Jezus met een Samaritaanse vrouw, en Zacheüs die door Jezus uit de boom wordt geroepen. Mensen in de marge komen op de voorgrond te staan.
Het lijkt zo maar op een echte kerkdienst deze zaterdagmiddag.