Recent zat ik in een kerk waar na afloop de organist nog kort speelde. Op beeldscherm waren twee klavieren en een paar handen te zien waarbij het onderste klavier werd bespeeld, terwijl het bovenste zichtbaar meedeed. Dat opende een lang vergeten herinnering uit mijn jongste jaren. Mijn oom Henk mocht spelen op het Schnitger-orgel in de Grote Kerk. In Zwolle. Er waren meerdere klavieren boven elkaar. Hij bespeelde het onderste en ik zag in opperste verbazing ook de bijpassende toetsen van de bovenliggende klavieren meebewegen. Ik zweeg, maar eenmaal thuisgekomen vertelde ik mijn ouders “Ik heb de hand van God gezien.” Op hun verbaasde blik zei ik: “Ja niet echt, maar er was niets te zien dus dat moet de hand van God wel zijn geweest.” De uitleg dat met ‘de Hand van God’ toch echt wat anders werd bedoeld kon mij op dat moment niet echt overtuigen.