In de middeleeuwse kerk van Zweeloo, een dorpje tussen Beilen en Emmen, staat een bijzondere houten preekstoel uit het jaar 1702. Het is de enige kansel in een Drentse kerk waarop bijbelse verhalen staan afgebeeld: Op alle vijf kanten van de preekstoel zit een eikenhouten paneeltje met zo’n afbeelding. Vandaag gaat het over het vijfde paneel.
Numeri 13 en 14
Op het vijfde en laatste paneel op de kansel van Zweeloo staan twee verspieders, twee mannen die het beloofde land veertig dagen verkend hebben. Deze beide mannen dragen samen één enorme druiventros en daarbij ook nog eens elk een kleinere tros. De twee mannen schuiven door het beeld en gaan straks Mozes en het hele volk dat onderweg is, vertellen over het beloofde land, het land van de toekomst: “Werkelijk, het vloeit over van melk en honing, en deze vruchten groeien er.”
Maar helaas, dit volk komt niet in dat beloofde land, want zoals zo vaak komen de mensen in opstand tegen de HEER, tegen Mozes, eigenlijk tegen alles en iedereen. En opnieuw moet Mozes praten en ompraten, afdingen, onderhandelen, zoeken naar een uitweg om te redden wat er te redden valt. En gelukkig blijkt weer dat er uiteindelijk altijd een uitweg is: de tijd, de geschiedenis, het leven, de toekomst mag doorgaan.
Vlak voordat het volk het beloofde land binnengaat moet het terug, terug de woestijn in en moet het nog eens veertig jaar lang rondzwerven. Toch, de kinderen van dit volk zullen wel in het beloofde land komen, net zoals de beide dappere verspieders Kaleb en Jozua. Over deze twee mannen vertelt het verhaal dat juist zij tweeën tegen het opstandige volk ingaan.
Twee mannen dragen samen de enorme druiventros en twee mannen gaan tegen het opstandige volk in. Want zij tweeën hebben vertrouwen in een goede afloop en dat is al te horen in de naam die Jozua krijgt wanneer hij verspieder wordt; de naam Jozua betekent: ‘God redt’.
Het laatste paneel op de kansel van Zweeloo laat zien hoe mooi het beloofde land is en hoe God zorgt voor een mooie toekomst.